Hoofdstukje 4

19 1 0
                                    

Het was 2002. Teun cruiste op zijn tracktor over de straten van Maastrecht. Paardicia rende vrolijk achter hem aan. Hij vervoerde hooibalen op die zomerdag. Een hooibaal hield hij over zijn schouder, omdat hij nou eenmaal een macho was. Toen stopte Paardicia pardoes. Teun had het niet in de gaten. Hij was te druk bezig met op een strohalm kauwen.

BOEM

De tracktor kwam met een ruk tot stilstand. Teun viel van de tracktor af, maar landde in een perfecte spagaat.

Dat kon hij nu eenmaal, omdat hij Teun is.

Toen Teuns krachtige dijspieren kunstig dichtklapten, en zijn lichaam weer helemaal erect was, zag hij het.

In het lieftallige lange gras, lag iemand in de kreukels. Teun, kast als hij was, stak zijn hand uit om te helpen. Een brede hand kwam uit het gras tevoorschijn. Teun rukte aan de hand. Daar was hij tenslotte goed in. Rukken, bedoel ik.

Toen de vreemdeling opstond, stond daar vrouw zonder borsten. En met hele harige benen. Teunis focuste zich op de voorgevel, naarstig op zoek naar enige ronde vormen. Maar hij vond niets. Toen ging zijn blik omhoog, naar twee niet onaardige blauwe ogen, en een felle witte baard.

'HALLO,' zei de vreemdeling. Het bloed gutste over zijn gezicht. 'IK HEET HENK.'

Zoekt Boer Vrouw? (Boekje 2)Where stories live. Discover now