Hoofdstuk 5: De Arend ontmaskerd

138 12 32
                                    

Zonnestralen schijnen op mijn gezicht. Grommend trek ik het laken over mijn hoofd en draai me om, maar slapen lukt niet meer.
Naast mij ligt Lorena, nog diep te dromen. Hoe het haar steeds weer lukt om in mijn bed te belanden is voor mij een raadsel. Ik zucht en weet dat wanneer ze wakker wordt alles weer ongemakkelijk gaat zijn. Ze weet dat ik niet graag heb dat ze blijft slapen, maar ik was moe en viel in slaap voor ik haar kon wegsturen. 

Voorzichtig sta ik op van het bed en trek een donkerblauwe broek en zelfde kleur tuniek aan.
Ik kijk naar Lorena, die zich nog eens omdraait en pak mijn wapens op. Zo stil mogelijk sluip ik mijn eigen kamer uit.

Buiten het fort zie ik de zon die laag hangt boven de zanderige heuvels. De lucht eromheen is roze en een oranje gloed strekt uit over de woestijn, waardoor het zand lijkt alsof het is gemaakt van goud. Veel valt er op dit uur nog niet te beleven op het fort. Behalve in de arena waar ik nu naartoe ga. Daar is altijd wel iemand aan het trainen.

Ik leun met mijn armen over de metalen ring en bekijk een vijftal van mijn broeders aan het werk. Ze helpen een jongen, ik schat hem een jaar of twaalf, die staat te springen van energie. Eén van hen spreekt me aan. Zijn naam is Branko, ik ken hem van ziens.
"Hey Diran, geef je even je mening over mijn kleine broer hier?"

Meteen stap ik de ring binnen en maak mezelf groot terwijl ik op zijn kleine broer afstap. Dapper blijft de jongen op zijn plaats, en lost zijn blik niet van de mijne wanneer ik voor hem kom te staan. Hij is klein en slungelig, maar weet wel hoe hij een zwaard moet vasthouden. Ik bekijk hem van kop tot teen en hij geeft geen krimp. "Wat is je naam?"

"Adil."

"Wel Adil, je lijkt niet onder de indruk van je tegenstander. Dat is goed." Ik kniel zodat ik op zijn hoogte zit. "Ik zal je even een geheim vertellen. Iedereen heeft een zwakke plek. Zelfs mannen die onverslaanbaar lijken."

De rest fluister ik in zijn oor. "Jouw broer laat zijn arm zakken wanneer hij aanvalt...als hij dat doet, raak je hem in zijn zij."

Adil grinnikt en knikt. Ik sta op en wandel achterwaarts de ring uit. "Hij is volledig van jou."

Branko kijkt me wantrouwend aan en gaat voor zijn kleine broer staan die nog steeds staat te lachen. Hij heft zijn zwaard en valt aan. Adil springt weg en slaat zijn zwaard tegen Branko's zijde. "AUW" Branko valt neer op één knie.

Ik lach en Adil geeft me een high five. Zijn broer staat op en komt naar me toe. "Fijn...heel fijn." Hij lacht en wrijft over het hoofd van zijn kleine broer.

Adil is trots en kijkt me aan. "Wat is jou zwakke plek?"

Ik neem mijn zwaard uit de schede en stap naar het midden van de ring. "Zoek jij maar uit."

Adil haalt uit als eerste.


Wanneer Adil wat heeft bijgeleerd is de arena ondertussen druk bezet. In de verte zie ik Asad naar me toe komen en hij groet me zangerig. "Goedemorgen broeder."

Ik steek mijn zwaard in de schede en veeg wat zweet van mijn voorhoofd. De zon staat al hoog aan de hemel. Het verbaasd me niet dat hij nu pas arriveert. "Lange nacht gehad?"

Asad grijnst breed en ik zie en soort glinstering in zijn ogen. "Interessante nacht om eerlijk te zijn. Volgens mij ben ik verliefd."

De verbazing is van mijn gezicht af te lezen. "En wie is die tovenares?"

"Haar naam is Medina. En ik weet het broeder, het is niets voor mij maar, ik sprak haar gisteren aan, zoals ik de meeste meisjes aanspreek, en zij wou er niets van weten. Haar exacte woorden waren, 'Ik ken jou, en ik denk er niet aan.'"

Gewogen HartWhere stories live. Discover now