Part sixty

2.9K 63 3
                                    

Aiden

Een steek van pijn gaat door mijn schouder. Ik bijt mijn kaken op elkaar terwijl ik schreeuw. Pas wanneer mijn stem het verliest haal ik diep adem en kijk voorzichtig naar mijn schouder. Mijn shirt word rood en wanneer ik langzaam overeind wil komen, klopt de wond alleen maar heviger. 'Dat zou ik niet doen.' Voor me staat een man met een pistool op me gericht. Er komt een glimlach op zijn gezicht maar dan draait hij zijn hoofd naar Deborah. 'Is dat niet schattig? Je schoonzoon moet je komen redden.' Hij grinnikt en even laat hij zijn hoofd vallen. 'Hartverwarmend.' Deborah laat een harde snik horen en ik bijt weer mijn kaken op elkaar. 'Ik vond het persoonlijk nog lang duren voordat ze je kwamen zoeken. Er liep zelfs een weddenschap, de meeste dachten dat het gisterochtend al zou gebeuren. Ik ben dus vijftig dollar lichter.' Weer grinnikt hij en even verslapt zijn grip. Dat is het moment dat ik voorover buig en snel mijn wapen van de grond gris. 'Ook dat zou ik niet doen als ik jou was.' Ik rol met mijn ogen en laat mezelf weer achterover vallen. Hij gaat op zijn hurken zitten en zijn ogen glijden over mijn lichaam. Even bijt hij p zijn onderlip, maar dan duwt hij de loop van het pistool tegen mijn wond. Een pijnlijke schreeuw verlaat zonder dat ik het door heb mijn strot en snel knijp ik mijn ogen dicht. 'Hoe schattig is het dat je dit allemaal doet voor je vriendinnetje?' Hij likt zijn lippen af en grijnst. Hij tikt op de wond en het brandende gevoel blijft toenemen. 'Doe het.' mompel ik. Zijn glimlach neemt toe. 'Doe het.' Dit is het moment dat hij begint te lachen. Het is een harde schaterlach en ik word er misselijk van. Ik kijk weg maar dan stopt het. Opnieuw klinkt een harde knal en binnen enkele seconden valt hij neer. Mijn ogen worden groot en snel haal ik diep adem. Wanneer ik opkijk zie ik twee mannen staan die hun ogen op mij hebben gericht. 'Dat duurde lang.' zucht ik opgelucht. Ze stoppen hun wapen weg en lachen enkel. Snel loopt Nathan naar Deborah terwijl Cameron mijn helpt overeind te komen. Ik bijt mijn kaken op elkaar als Cameron zijn arm om me heen slaat terwijl hij met zijn andere hand de wond dichtdrukt.
Terwijl we de loods doorlopen liggen er veschillende lichamen op de grond, terwijl de andere in de boeien worden geslagen. 'Maar even serieus, waar bleven jullie?' 'We werden opgehouden in onze kamer. Miles was er gelukkig op tijd, of de gast voor je had niet meer geleefd.' Ik laat mijn hoofd vallen en glimlach klein. 'Dat ik ook blij met hem zou zijn.' mompel ik.

De frisse lucht dringt mijn longen binnen en snel haal ik diep adem. Het terrein is bezaaid met ambulances en politiewagens, maar dat is niet het gene wat mijn aandacht trekt. Buiten het lint staan twee meide hevig te schreeuwen tegen twee agenten. 'Ik denk dat ze ons hebben gevonden.' grinnik ik. Cameron kijkt me vragend aan, maar wanneer ik naar voor sein kan hij een lach niet onderrukken.
Deborah word los getrokken van Nathan, en loopt samen met het ambulance personeel naar een van de wagens. Het duurt niet lang voordat er meerdere mannen om mij heen staan maar ik wimpel ze af. Snel loop ik naar Brooke die al is stil gevallen. Ze heeft een verslagen blik maar ze kijkt enkel naar de ambulance waar haar moeder in zit.
'Laat haar binnen.' zeg ik vanaf een afstand tegen de agent. Hij kijkt me vragend aan maar ik antwoord niet. Ik ga naast hem staan en voel hoe Cameron zijn grip verstevigd rond mijn wond. 'Dat is haar moeder.' Hij kijkt me vragend aan, maar Cameron is me al voor en heft het lint. Als ik naar Brooke kijk, heeft ze grote ogen opgezet die gevuld zijn met tranen. Ik glimlach enkel en dat is voor haar genoeg. Snel rent ze weg en kijk ik naar Cameron. 'Nu moeten we wat aan die wond gaan doen. Mijn arm word lam.' Ik lach en kijk naar Lydia die ons enkel aanstaart. Ik hef mijn arm en snel komt ze naast me staan. Ze slaat haar arm om mijn middel en ik om haar schouder. 'Je bent geraakt.' zucht ze verslagen. Ik kijk haar aan maar zij staart recht voor zich uit. 'Het is een vleeswond. Niks ernstigs.' Ze kijkt me schrijlings aan maar zegt niks. Niet eens een simpele glimlach kan er niet af.
Ik laat mezelf vallen op een brancard en meteen staan er vijf mensen om me heen die beginnen met hun onderzoekjes. Cameron en Lydia laten me los en stappen opzij. Snel word het zware vest van me afgehaald en word mijn shirt los geknipt, maar ik let verder niet om de mensen om me heen. Ik kijk voor me uit waaar de rest van mijn vrienden staan. Allemaal om Brooke en Deborah heen. Als ik zie hoe de jongens hun armen om haar heen slaan overvalt een verlangend gevoel me. Ik haal diep adem en kijk naar mijn schouder die langzaam word verbonden. 'Ik moet gaan.' zeg ik nors. 'Nog even en dan zijn we klaar.' 'Ik moet naar mijn vrienden.' 'Nog even.' zucht een verpleegster alleen. Ik zucht en kijk weer voor me uit. Brooke heeft een grote glimlach op haar gezicht. Voor het eerst sinds dagen neemt ontspanning haar gezicht over en rollen er geen tranen over haar wangen.

'De wond mag een week lang niet nat worden en het is belangrijk dat je de mitella blijft dragen.' Ik sta op en kijk haar aan. 'Weet ik.' Ze knikt maar kijkt me wantrouwend aan. 'Dan zijn we klaar.' Ik knik en snel draai ik me om. De groep ik druk in gesprek en merken mij totaal niet op. Pas wanneer ik achterlangs mijn arm om Brooke heen sla, weet ze pas dat ik er ben. 'Hey.' fluister ik. Ze valt stil en leunt voor enkele seconden tegen me aan. Dan maakt ze zich los uit mijn greep en kijkt me met grote ogen aan. 'Aiden.' fluistert ze. Ik glimlach maar ze bijt enkel op haar onderlip. 'Ben je oke?' fluistert ze. Ik grinnik maar snel pakt ze mijn hoofd met beide handen vast en zet een stap dichterbij. 'Niet doen.' 'Wat?' 'Je lacht het weg.' fluistert ze. 'Brooke, het is niks. Met een week ben ik van dit ding af. Echt.' Opluchting is in haar ogen te zien maar ze blijft me streng aankijken. Even kijk ik over haar heen maar zie dat niemand op ons let. 'Je wist dat je dit ging doen toen ik je belde.' 'Ja.' fluister ik. 'En je heb niks gezegd?' 'Als ze hier niet zo zijn zou je alleen maar teleurgesteld zijn.' Ik haal diep adem en nu ben ik degene die met een hand haar hals vastpakt. 'Je had verdomme dood kunnen zijn.' fluistert ze. 'Iets meer vertrouwen in je vriend mag wel.' Ze rolt met haar ogen maar dan druk ik mijn lippen op die van haar. Ze twijfelt niet en zoent terug. Ze slaat haar armen om mijn middel en trekt me tegen haar aan. Een kreun ontsnapt aan mijn lippen meteen grijnst ze. 'Ga nou maar naar je moeder.' fluister ik tegen haar lippen.

I want himWhere stories live. Discover now