die vervloekte dag

7 2 0
                                    

Reepels komt rustig het krijgershol uit. Hij kijkt rond over de zonovergoten open plek wat hun kamp is. Voor de kraamkamer ziet hij drie kits met elkaar spelen. Hij herkent de kits van Varenblad. Zijn blik vliegt verder, hij ziet Naaldvacht, Dennestreep en Luipaardpoot terug komen van de dageraadpatrouille. Alles lijkt normaal, maar Reepels voelt dat het niet zo is. Zenuwachtig begint hij te ijsberen. 'Is er wat papa?' vroeg Luipaardpoot bezorgd. Reepels schudde zijn hoofd. Luipaardpoot haalde haar schouders op en ging weer verder waar ze mee bezig was. Reepels liep vastberaden naar Naaldvacht toe. 'Ik moet je spreken' zei hij tegen zijn leider. Die knikte en samen liepen ze naar het leidershol. 'Wat wil je zeggen?' vroeg Naaldvacht. 'Ik heb al de hele ochtend het gevoel dat er iets mis is' fluisterde Reepels. Naaldvacht wilde antwoorden maar er klonk een wanhopige gil buiten. Reepels stormde naar de ingang. Heidezang en Stormecho stonden midden in het kamp. 'Brand!' gilde Heidezang. Reepels liep naar zijn partner toe om haar te klameren. Zijn hart klop in zijn keel. 'Wat is er gebeurd?' vroeg Naaldvacht aan Stormecho. 'We gingen jagen, en zagen het bos branden' miauwde Stormecho. 'Brand! Brand!' gilde Heidezang weer. Reepels kwam meteen in actie. 'We moeten naar de kloof, Naaldvacht' miauwde hij naar de leider. 'Voor het vuur ons kamp bereikt' vervolgde Reepels haastig. De jachtpartouille was niet ver geweest. 'Ik ga voorop, jij zorgt dat iedereen het kamp verlaat' miauwde Naaldvacht. Reepels knikte en keek toe hoe Naaldvacht met de hele stam achter zich aan vertrok. Reepels zag zijn partner en dochter langs komen lopen. 'Luipaardpoot, Heidezang, draag deze' miauwde Reepels terwijl hij een kitten van Varenblad die voorbij kwam oppakte en aan Heidezang gaf. Madeliefkit gaf hij aan luipaardpoot. Varenblad zelf kwam met haar laatste kit naar buiten. Ondertussen kon Reepels het vuur al zien. In alle haast had hij niet gekeken wie er het kamp uit waren. Maar hij hoorde geen gegil van katten die nog in het kap waren, dus gokte hij erop. Snel rende hij het kamp uit, achter de Stam aan.

Toen Reepels de rest van de Stam bereikt had. Was Naaldpels al aan het kijken of iedereen er was. 'Volgens mij is iedereen het kamp uit' hijgde Reepels. 'Nee, we missen Beerpoot, Leeuwpoot en Vorstbont' miauwde Naaldvacht. Reepels had met een schok weer veel energie. 'Dennepels, kom mee, wij gaan ze redden' miauwde hij bij het zien van de donkerbruine kater. Die knikt en volt zijn vriend weer terug naar het kamp.

Daar aangekomen heeft het vuur het kamp al bereikt. Reepels gokt dat er van de kraamkamer en het medicijnhol niets meer over is. 'Gelukkig heeft het vuur het oudsten en potenhol nog niet bereikt' riep Reepels boven het vuur uit nog naar Dennestreep. Die knikte. 'Zal ik Vorstbont redden? Leeuwpoot en Beerpoot zullen vast bij elkaar zijn' opperde dennestreep. Reepels knikte kort en rende meteen het vuur in, onderweg naar het potenhol. Al snel was hij daar aangekomen. 'Beerpoot! Leeuwpoot!' riep hij zijn zoons. Een donkerbruine vacht verscheen tussen de zwarte rook. 'Beerpoot!' roept Reepels vrolijk. Beerpoot hoest. 'Leeuwpoot' piept hij onder het hoesten door. Beerpoot rent weg en Reepels gaat hem achterna. Dan ziet hij een zielig hoopje op de grond liggen. Reepels duwt met zijn poot tegen Leeuwpoot aan, maar zonder succes. Hij is dood. 'We halen hem straks wel op, jij moet nu direct uit het kamp' miauwt Reepels streng tegen zijn zoon. Met nog een snelle blik op Leeuwpoot geworpen te hebben, loodste hij Beerpoot het kamp uit.

Wanneer ze bij de kloof aankwamen wilde Reepels Beerpoot meteen naar de medijnkat brengen. Maar vergat dat toen een harde windvlaag Luipaardpoot van de grond optilde. Ze was vlak naast de kloof met de kittens aan het spelen. Reepels zag dat ze had gesprongen om een wegvliegende kitten te vangen, maar nu was ze zelf mee geblazen. Met een harde snelheid viel Luipaardpoot de kloof in. Reepels rende naar haar toe, maar Heidezang was sneller. De goudkleurige poes verdween na haar dochter in de kloof. Toen Reepels daar aangekomen was keek hij angstig over de rand. Daar zag hij drie lichamen dood op de bodem van het ravijn liggen. Naast hem verscheen Varenblad. Die keek met tranen in haar ogen naar de dode kit tussen de poten van luipaardpoot. 'Ondanks dat Liefkit nu dood is, ben ik Luipaardpoot veel dank verschuldigd. Het was heel dapper van haar om achter Liefkit aan te springen' fluisterde Varenblad tegen Reepels. Reepels knikte, met tranen in zijn ogen. Het was al vreselijk geweest om Leeuwpoot dood in het kamp te zien liggen, maar nu rezen er nog twee geliefden van hem naar de hemel. Stormecho komt naar Reepels toe. 'Dennestreep en Vorstbont zijn nog steeds niet terug' miauwt hij. 'Naaldvacht wil dat wij ze gaan zoeken' vervolgde Stormecho. Reepels knikte, hij zal er alles aan doen om Dennestreep en Vorstbont levend terug te krijgen. Hij kon het zichzelf niet veroorloven om nog meer geliefden kwijt te raken.

Eenmaal bij het kamp aangekomen leek het onmogelijk dat Dennestreep en Vorstbont nog leven waren. Het vuur had het hele kamp inmiddels op geslokt. Reepels keek zijn vriend even aan. 'We kijken of ze nog leven' miauwde Stormecho. Reepels knikte en zij aan zij doken de twee katten het kamp in. Daar hadden ze nog net een pad gevonden waardoor ze richting het oudstenhol konden komen. Stromecho slaakte een kreet en bij Reepels werd er plotseling zijn adem weggenomen. Op de grond voor hun lagen twee dode en verschroeide lichamen. Dennestreep en Vorstbont. Reepels' tranen begonnen te lopen. 'We moeten hier snel weg' miauwde Stormecho. Reepels knikte maar wierp nog een enkele blik achterom. Snel probeerde de twee vrienden via dezelfde weg terug te gaan, maar die was onbereikbaar omdat er een brandende boom om was gevallen. Met veel moeite vonden Reepels en Stormecho een uitweg. Reepels slaakte een zucht van verlichting toen ze bij de uitgang waren, maar hij had te vroeg gejuicht. Een boom naast de uitgang vloog in brand een begon te kraken. De boom ging vallen. Snel sprong Repels weg. 'Stormecho! Rennen!' riep Reepels zijn vriend. Stromecho keek op en sprong weg. Maar het was al te laat. De boom viel recht bovenop Stormecho. Reepels kreeg nog een paar brandende takjes in zijn gezicht. Tranen biggelden over zijn wangen. Genoeg tranen om het krijgershol te blussen spoten uit Reepels' ogen. Zijn hele wereld was in gestort. Hij dacht even om gewoon te gaan liggen. Zich laten insluiten door het vuur, om weer bij zijn vrienden en familie te zijn. Tot hij zich Beerpoot herinnerde. Zijn laatste zoon had hem nu harder dan ooit nodig. Snel herpakte Reepels zich weer. Hij snelde het kamp uit. Hij zag niets, maar dat hield hem niet tegen. Bij het kamp Rende de medicijnkat meteen op hem af en begon hem te verzorgen. Tijdens het verzorgen vertelde Naaldvacht dat Beerpoot was overleden.

Een paar manen later was Reepels nog steeds niet over zijn verdriet heen. Zijn wereld was in gestort. Zijn thuis, familie, vrienden en zicht op één dag verloren. Vadaag had Reepels te horen gekregen dat zijn ogen niet meer hersteld konden worden. Hij zou voor eeuwig blind blijven. Naaldvacht kwam het hol binnen. 'Reepels' begon de leider. Reepels hief zijn kop op. 'Het is waarschijnlijk een hele teleurstelling, maar helaas kan je geen commandant meer zijn. Je word al oud en nu je ook geen zicht meer hebt, weet ik niet of dat nog gaat lukken. Ik adviseer je om naar het hol van de oudsten te vertrekken' miauwde Naaldvacht. reepels schrok, maar wist dat hij er niets tegenin kon brengen. Hij was ook zijn plaats als commandant en leider verloren.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Ja, ja, het klopt dat jullie dit verhaal kennen. Reepels is een personage wat ik speel in mijn RPG. Ook kan je dit verhaal vinden in mijn cover portfolio, daar is het voor de wedstrijd van  

Warrior Cats, Vergeten KrijgersWhere stories live. Discover now