We naderen het einde

255 13 4
                                    

'Hoe bedoel we blijven hier?' Vroeg ik aan mijn vader. Mijn moeder leek ook verward. 'Uh.. Ja? Hoezo? Wat is er aan de hand?' Voegde ze eraan toe. 'Dat is nogal ingewikkeld..' Zuchtte mijn vader. 'Boeien! Ik wil weten waarom ik hier ben!' Schoot er bij mij uit. 'Ik heb al een plek voor jullie gevonden.' Zei hij terug alsof hij doof was. 'Maakt me niet uit! Ik wil gewoon weer terug naar de echte wereld vader..' Zei ik en merkte dat er een traan over mijn wang rolde. 'Kindje toch..' Zei mijn moeder en sloeg een arm om me heen. 'KIJK WAT JE DOET. DIT IS NIET DE MAN DIE IK HEB ONTMOET EN WAARVAN IK HOU!' Zei mijn moeder luid. Pluto keek beschaamd. 'Weetje.. Je hebt gelijk. Ik ben niet een man. Ik ben een god. God van de Onderwereld om precies te zijn. Ik mag dan misschien niet altijd goeie keuzes maken, maar ik ben geen nietsnut. Ik doe dit niet zonder reden hè, vergeet dat niet. Ik MOET jullie beschermen. Hazel... Ik moet JOU beschermen...' 'Tegen WAT?! Ik kan heus wel zelf wat regelen.' Onderbrak ik hem. 'Tegen jezelf.. Kijk.. Je hebt bepaalde krachten. Logisch als ik je vader ben. MAAR je hebt niet alleen mijn krachten. Ook die van Hecate, godin van de magie. Ik had je een speciale vorm aan laten nemen, in de hoop dat Hecate je niet zou vinden. Hecate wil je dood hebben omdat je haar krachten ook bezit. Ze had je gevonden en je proberen te vermoorden. MET het monster van de Styx. Jij weet hier niks meer vanaf omdat je met het Heilige water van Ogygia niet alleen het monster hebt ontdaan, maar ook je geheime schuillook. Om te voorkomen dat Hecate je wil vermoorden, moet ik je hierheen brengen. Je moeder ook, want zij is ook in gevaar. Dus nu ben je 'dood' zeg maar.' Legde mijn vader uit. 'Dus Hominter is.. Mijn schuillichaam?' Vroeg ik me hardop af. 'Precies. Maar geen probleem over mensen die er rouwig om zijn. Ze zijn allemaal vergeten over dat jij ooit hebt bestaan. Sterker nog, je bent 69 jaar geleden gestorven.' Ik snapte er nog eventjes helemaal niks van. Ik moest het even laten bezinken. Ik ben dus... dood??? 'IK STUUR HIERBIJ HAZEL EN MARIE LEVESQUE NAAR DE ASPHODEL VELDEN!' Riep mijn vader plots uit. Er kwamen allemaal skeletten naar ons toe. Ze droegen allemaal bepaalde kleding uit een bepaalde tijd. De Amerikaanse Revolutie en de Prehistorie grepen mijn moeder en de Middeleeuwen en de 2e Wereldoorlog grepen mij. Ze namen ons mee. We kwamen bij een grasveld. Het was wel oké maar niet speciaal, wat je wet zou verwachten als je vader hier de baas over was. Dit waren dus de Asphodel velden. Interessant.. Not. Ik ging bij een boom zitten en viel in slaap. Ik had een droom over dat rare kamp. Het ging ongeveer zo:

Ik stond weer voor de poort. Iedereen leek normaal te gedragen. Behalve dat ene jongentje dat in mijn vorige droom moest huilen. Hij leek verward. De jongen die verdwenen was bij die missie kwam naar hem toe. 'Gaat het wel?' Vroeg hij. 'Nee.. Ik... Ik.. Ik ehhh...... Nou het is een lang verhaal.' Zuchtte hij. 'Brand los.' Zei de andere terug terwijl hij naast hem ging zitten. Het huil jongetje, om hem maar even zo te noemen, schoof iets verder van hem af en begon te praten. 'Ik wil vertrekken.' Zei hij uiteindelijk. De andere jongen met groene ogen keek verbaasd op. 'Waarom?! Waar wil je heen! Het is niet veilig daar..' 'Hier voor mij ook niet.. Ik wil naar de onderwereld gaan.. Een bezoekje aan jeweetwelwie...' 'Je bent gek.' 'Het is mijn vader!' En ze waren stil. Ze hoorden geronk van de verte aankomen. Ze keken naar de poort en ik zag een motor aankomen met een jongen en een meisje erop. Dat waren Clarisse en Gerald... Ik mis hem. Hij was mijn enige vriend geweest. Het duivelse jongentje keek hoopvol. Hij rende naar hun toe. 'Waar is Hominter?' Vroeg hij aan Gerald. 'Wie is dat nou weer?' Zei Clarisse lachend terug. Nico keek verdrietig en rende weg. Clarisse keek verward naar Gerald. 'Heb ik iets verkeerd gezegd?' Vroeg ze aan hem. Een centaur kwam op hun af. 'Het is jullie gelukt! De motor is weer terug.' Zei hij tegen hun. 'We brengen het zo gelijk naar Ares.' Zei Gerald. De centaur leek te schrikken. 'Ik denk dat we eerst wat anders aan ons hoofd hebben..' Zei de centaur. Gerald en Clarisse keken om en verstarden ook. Er kwam een jongen aan. Hij leek 17 jaar ongeveer en droeg een stok bij zich. Hij kwam met moeite de heuvel op. Hij had felrood haar, beetje dat oranje achtige rood. Hij droeg een effen grijs t-shirt met een zwart vestje erover. Hij droeg een gescheurde licht denim spijkerbroek. Het leek me niet dat die scheuren in de fabriek gemaakt waren. Er zaten bloedspetters op. Ook over z'n gezicht. Hij had gigantische wallen onder zijn ogen en zijn haar zat door de war. Er zaten zelfs grijze plukken in zijn haar. Hij was heel bleek en had sproetjes. Ik had geen idee waarom hij gevaarlijk zou kunnen zijn. Hij keek omhoog en voelde dat hij me recht aankeek. Zijn hand reikte naar zijn stok en ik wist dat hij me iets aan wou doen. Toen werd ik wakker. Wie was die jongen en wat kwam hij doen in dat kamp?

----------------------------------------------------------

Heeiiiiii, dit was het laatste hoofdstuk van mijn boek. Ik hoop echt dat je dit verhaal leuk vond. Wil je dat ik verder ga met schrijven en een boek 2 maak, laat het me dan even weten. Deel dit hoofdstuk alsjeblieft via socialmedia of weet ik wat als je het leuk vond, of geef simpel een vote OF laat een reactie achter. Vind ik ook altijd leuk om te lezen, ik reageer ook bijna altijd dus daar hoef je ook geen zorgen om te maken. Tot bij misschien boek 2. Kleine hint? Het gaat over het roodharige jongentje en vanaf zijn oogpunt. Ik vond het super om dit boek te schrijven en het te zien uitgroeien tot een echt boek. Dit boek is dus afgelopen. Maar nu echt TOEDEEELLLLLLLLLLLLSSSSSSSSS

De Olympiërs boek 1: De motor van Ares (Volledig)Where stories live. Discover now