BONUS 3.

1.2K 45 15
                                    


Vraagje van dit hoofdstuk: Champignons, ja of nee? 

***

Bonus hoofdstuk 3: Geschreven op 15-01-2021/24-01-2021

Ik word wakker van de geur van versgebakken appeltaart en het geluid van een harde nies. Ik ben even in de war als ik mijn ogen open, want waar ik verwacht de muren van onze slaapkamer in de roedel te zien, word ik in plaats omringd door een blauwe gloed. De opgekomen zon schijnt op het donkerblauwe tentdoek, wat ervoor zorgt dat alles dezelfde kleur lijkt te zijn.

Caiden ligt niet meer naast me in de slaapzak. Hoe hij het voor elkaar heeft gekregen om zich van me los te pulken (ik klem me altijd om hem heen in mijn slaap) zonder mij te wekken, is me een raadsel. Ik moet vast heel diep geslapen hebben.

Het duurt even voordat mijn hoofd helder genoeg is om op te staan. Zodra ik de warmte van de slaapzak verlaat, kust de ijzig koude lucht van een vroege ochtend mijn naakte huid. Ik ril kortstondig, en kleed me snel aan in een makkelijke spijkerbroek, een strakzittend T-shirt en een heerlijk warme – en veel te grote - trui van Caiden.

Ik achtervolg mijn neus – toegegeven, lang niet zo goed als dat een weerwolf zou kunnen, maar de geur van appel en kaneel is zo sterk dat het zelfs mij lukt. Zodra ik het donkerblauwe tentdoek opensla, draait mijn mate zich om. "Goedemorgen zonneschijn," glimlacht hij, zijn gezichtsuitdrukking haast spottend. Ik geef hem een kus op zijn wang en leg mijn arm op zijn schouders. Zonder enige vorm van aankondiging trekt hij me bij hem op schoot. Direct voel ik de hitte van zijn warme huid door mijn trui heentrekken.

Nu pas kan ik zien waar de heerlijke geur vandaan kwam. Op een ijzeren rooster boven een klein kampvuurtje heeft hij appelpartjes neergelegd, die nu langzaam gaar bakken. Om de zoveel tijd strooit hij er een beetje suiker en een beetje kaneel overheen, waarna hij met een vork de appelpartjes stuk voor stuk omdraait.

Het water loopt bij me in de mond bij de aanblik.

"Dit is zo ongeveer ons laatste voedzame eten," zegt Caiden dan van achter me. "Ik zal vandaag Axel laten jagen, dan hebben we vanavond misschien hertenbiefstuk of konijnenpoten ofzo."

Ik draai me om in zijn omhelzing en geef hem een paar kusjes in zijn hals, mijn lippen voelen koud aan als ze zijn slagaders aanraken. "Klinkt als een goed idee," mompel ik. "Ik ga wel op zoek naar eetbare bessen, paddenstoelen, wortels en kruiden, dan maken we er iets moois van."

"Ik heb liever dat je bij het kamp blijft lieverd, als ik niet in de buurt ben. Je hebt de neiging om verdwaald te raken als je de omgeving niet kent." Hij refereert naar de dag dat ik Kelano voor het eerst ontmoette in het woud. Ik was weggerend voor Caiden omdat hij Finn wilde wurgen uit jaloezie.

Ik weet het, eigenlijk heb ik best wel een gewelddadige mate...

Maar ook de allerliefste.

"Ik raak heus niet altijd verdwaald," probeer ik in te brengen.

Hij geeft me een sarcastische blik. "Nee tuurlijk niet."

Damn. Caiden overtuigen is misschien wat moeilijker dan ik dacht. Ik geef nog een paar kusjes in zijn hals, af en toe een likje, af een toe bijt ik zachtjes in zijn huid. Hij geeft een gefrustreerde kreun en duwt me zwakjes weg. "Beloof het me Willow," zegt hij, zijn ogen donker, zijn stem laag en grommend.

"Ja meneer de Alfa," mompel ik, lichtelijk teleurgesteld. "Ik zal niet verder dan vijftig meter van het kamp af gaan."

Caiden zucht alleen maar bij wijze van een antwoord, zijn hoofd schuddend.

MatedWhere stories live. Discover now