Hoofdstuk 14

957 63 3
                                    

Die avond liep Farrah naar de leerlingenkamer zoals afgesproken met Fred en George. In de voorbije uren was haar nieuwsgierigheid alleen maar groter geworden. Ze ging in een grote leunstoel voor de open haard zitten en keek op de klok. Het was middernacht, maar er was nog geen spoor van de tweeling te bekennen. Ze hadden geen precies uur afgesproken en dus bleef Farrah wachten. Ze bladerde nog snel wat aantekeningen door van Toverdranken. Toen ze voetstappen hoorde, keek ze op. George stond onderaan de trap naar de jongensslaapzaal maar ze zag Fred nergens. Het maakte ook niet uit, een van de twee was komen opdagen.

Ze stond op uit de leunstoel en liep naar hem toe. 'Normaal gezien laten we dit niet aan eender wie zien, maar jou vertrouwen we.' Hij nam het stuk perkament uit zijn zak en legde het in haar hand. Hij keek haar even doordringend aan en Farrah knikte. 'Ik zweer plechtig..' Hij moest even kuchen. 'Ik zweer plechtig dat ik snode plannen heb.' Zodra hij het had gezegd verschenen er bovenaan 4 namen, die niet direct een belletje deden rinkelen. In het midden verscheen het woord sluipwegwijzer. Farrah vermoedde dat de namen Gaffel, Sluipvoet, Maanling en Wormstaart de schuilnamen van de makers van de sluipwegwijzer waren. Ze opende de kaart en zag een soort plattegrond waarop verschillende voetjes van professors aan het lopen waren. Zo zag ze dat Krinkels voetstappen zich voortbewogen in de richting van de Grote Zaal.

Ze keek terug naar George en keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. 'Dus letterlijk een sluipwegwijzer.' Ze keek weer even terug naar de kaart maar deze keer lette ze op de details. Ze zag dat er een aantal gangen waren die ze niet kende en verborgen werden achter standbeelden. Zo leek het tenminste. Ze keek George terug aan en die knikte. Farrah wees naar de gangen die haar waren opgevallen. 'Ze zijn niet erg toegankelijk lijkt me.' Hij keek naar de plek waar ze wees en grijnsde.

'Er zijn er al verschillende versperd en ontdekt door Vilder. Maar ik ben hier niet om alles tot in de details uit te leggen. Je gaat niemand over deze map vertellen. Zelfs niet Harry of Ron.' Farrah keek hem vragend aan maar hij keek haar zo streng mogelijk aan. Eigenlijk was het haar niet opgevallen dat hij een kop groter was dan haar, tot nu. Ze begon al een beetje kramp te krijgen in haar nek.

De weken daarna zei ze geen woord meer tegen George. Af en toe wisselden ze eens een blik tijdens het eten. Het leek er wel op dat Fred niets wist over dat hij Farrah had verteld over de kaart. Jammer genoeg had ze niet veel tijd meer om gefascineerd te zijn over de map. Hermelien had gelijk, de tentamens waren al over tien weken en Farrah wist dat ze het schoolwerk niet mocht laten liggen tot op het laatste moment. Ze had namelijk niet bepaald een fotografisch geheugen.

Toen ze na de paasvakantie, die behoorlijk wat sneller en saaier voorbij ging dan de kerstvakantie, in de bibliotheek aan het studeren waren, kwam Hagrid een beetje zenuwachtig langs. Farrah lette niet erg op want ze had al twee nachten niet meer geslapen. En als ze dan in slaap viel, dan kreeg ze steeds een nachtmerrie over een of andere kamer vol met glazen bollen. Ondertussen wist ze die dromen al van buiten, ze liep altijd dezelfde richting uit en wilde altijd net een bol pakken waar haar naam, of tenminste Farrah Zwarts op stond. En dan werd ze plots wakker, badend in het zweet. Ze kon de droom nooit beheersen, ze wist elke keer dat het een droom was maar haar lichaam negeerde haar gedachten en liep altijd dezelfde kant op.

Ze luisterde dan ook pas toen Ron iets zei over draken. Farrah keek hem aan en zag dat ze alle drie nadachten. 'We moeten straks maar eens bij hem langs.' Nadat Hermelien klaar was met haar werk liepen ze terug naar de leerlingenkamer om zich klaar te maken voor het avondeten. Farrah had niet veel honger maar werd alleen maar slaperiger van het eten. Na een paar happen gaf ze het op en liep ze terug naar de leerlingenkamer in haar eentje. Ze wist niet hoelang het duurde, maar na een tijdje bereikte ze het schilderij van de Dikke Dame. Die keek haar bezorgd aan maar zei niets. Farrah liep regelrecht naar de slaapzaal en plofte neer op haar bed.

En voor ze het wist zwierf ze weer door de grote ruimte met niets dan glazen bollen om haar heen. Alleen deze keer voelde het anders. Ze had het gevoel dat ze niet alleen was. Toen ze bij de gang waar ze normaal in zou slaan was, liep ze gewoon verder en hoorde ze achter haar een maniakaal gelach. Ze liep nog een paar rijen verder en sloeg dan af naar rechts. Haar gevoel zei haar dat er iets niet klopte, maar ze liep door tot ze een vreemde bol zag die groen oplichtte. Ze draaide zich naar de bol en stak haar hand ernaar uit. Het naamplaatje dat erbij stond was behoorlijk stoffig, maar ze kon Farrah Zwarts ontcijferen. Ze wist niet wat het betekende, maar ze nam deze bol vast en werd niet wakker. Farrah was zich nog steeds bewust van het feit dat ze aan het dromen was, maar ze kreeg het gevoel dat het echt was.

Na de bol een paar keer in haar handen te draaien keek ze in de mistslierten. De groene kleur gaf een kwaadaardige gloed aan de bol, maar hij toonde niets anders dan oneindige mist. Plotseling veranderde het tafereel en ze had het gevoel dat dit niet bij het plan hoorde. Plan? Farrah dacht even na. Hoe kwam ze daar nou weer bij? Het was toch gewoon een droom? Ze stond plots in de woonkamer van haar oude huis en ze kon de geur van amortesia onderscheiden. Haar ouders zaten ingedoken aan tafel terwijl Lucius Malfidus voor hen iets tegen hen zei. Ze kon niet horen wat, maar het maakte niet meer uit. Ze voelde hoe ze werd losgerukt uit de droom en terug in de werkelijkheid kwam.

Haar tijdelijke verlossing van zorgen was voorbij.

Confessions of being a Gryffindor: year 1 ~ Dutch Harry Potter fanficWhere stories live. Discover now