H8: Rowan: Oproep

538 54 2
                                    

H8: Rowan: Oproep

Ik kijk over het strand op zoek naar Tristan. Als ik hem vind, zie ik dat hij voor zich uit staat te staren naar de zee. Geen idee wat hij daar doet. Ik loop voorzichtig naar hem toe, wil hem niet laten schrikken. Eenmaal achter hem, sla ik mijn armen om zijn middel. Ik voel de schok alsnog door zijn lijf gaan.
‘Alles goed?’ vraag ik aan hem. Hij knikt voorzichtig, draait zijn armen en slaat ze achteruit om mijn middel.
‘Ik dacht gewoon even aan mijn ouders. Wat zij zouden hebben gezegd van het afgelopen jaar.’ Ik kijk verrast naar hem op. Nog nooit heeft hij zo over zijn ouders tegen mij gesproken.
‘Wat?’ Hij heeft zijn blik schuin op mijn gezicht gericht.
‘Je hebt nog nooit zo over je ouders tegen mij gesproken.’ Hij richt zijn blik weer op de lucht.
‘Misschien begint het makkelijker te worden om erover te praten.’ Ik zie hoe hij op zijn lip bijt. Ik druk een kus op zijn kaak, terwijl ik op het puntje van mijn tenen sta.

Ik laat hem los en loop van hem weg. Laat hem even alleen met zijn gedachten. Senne slaat een arm om mijn nek als ik naast hem kom lopen.
‘Rootje,’ zegt hij liefkozend en trekt me tegen zich aan. ‘Heb je het een beetje naar je zin.’ Ik lach naar hem, knijp zachtjes in zijn zij. Hij klapt dubbel richting mij en laat me los.
‘Ja hoor. Prima naar mijn zin.’ Hij lacht gemeen en opeens tilt hij me op en gooit me over zijn schouder.
‘Je kunt mij niet zomaar knijpen,’ zegt hij lachend. Ik begin te gillen.
‘Senne laat los!’ Ik zie Tristan in de verte omdraaien, zijn gezicht geschrokken en al richting mij aan het rennen. Als hij ziet dat Senne mij vast heeft, stopt hij met rennen. Opluchting trekt over zijn gezicht. Zelfs over de afstand zie ik het gebeuren.
‘Senne,’ grom ik, ‘zet me neer.’ Hij schudt zijn hoofd, lacht nog harder als hij begint te huppelen. Ik hang nog steeds over zijn schouder, begin harder te gillen. De gilletjes komen er in horten en stoten uit, aangezien ik op en neer hobbel, op het gehuppel van Senne. Die overigens nog steeds luid buldert van het lachen.
‘Noëlle help!’ gil ik als we haar voorbij huppelen. Ze kan alleen maar lachen en klapt dubbel, terwijl ze haar buik vasthoudt. De eerste die helpt is Sylvan. Hij steekt zijn handen uit en ik grijp ze met twee handen. Niet heel slim want door de abrupte ruk, glijdt ik een stuk verder omhoog. Nu liggen mijn bovenbenen op de schouder van Senne en hang ik gedeeltelijk in de lucht. Ik knijp in Sylvans handen van schrik en slaak een harde gil.

Inmiddels is Tristan naast mij en lacht. Hij pakt mijn middel vast.
‘Je weet wat je moet doen, maar doe het zachtjes.’ Hij knikt naar mij en Sylvan, die mijn handen loslaat. Ik draai mijn bovenlichaam. Senne heeft niets in de gaten, huppelt nog steeds verder. Ik voel de wind en laat hem op mijn handen draaien, dan stoot ik het zacht naar voren, waardoor Senne een duwtje in zijn rug krijgt. Hij slaakt een gil van schrik, struikelt naar voren waardoor hij mij loslaat. Ik gil met hem mee, maar Tristan heeft me vast en zet me op mijn benen. Senne weet zichzelf net recht te houden. Tristan staat te bulderen van het lachen, kijkt geamuseerd naar Senne, die zich inmiddels heeft omgedraaid. Zijn blik gemaakt boos. Ik lach ook naar hem en al snel verdwijnt de uitdrukking en begint Senne ook te lachen.

Ik schuif naast Nova aan de tafel.
‘Leuke dag gehad Noof?’ Ze knikt tevreden naar me. Ik kijk naar Tygo, die er beter uitziet dan een aantal dagen geleden. Waarschijnlijk heeft hij wat beter kunnen slapen, net zoals Sylvan, die ook wat is bijgetrokken van kleur. Tristan vertelde dat Sylvan nachtmerries heeft over Mila, wat niet zo heel raar is. Ik wilde nog met hem gaan praten, maar heb er geen tijd voor gehad. Tussen de lessen door ben ik eigenlijk alleen maar aan het leren voor de tentamens. Ik heb wel wat gemist in de week dat ik ontvoerd was en probeer het in te halen. Ik hoop zo dat het Nova ook gaat lukken.

Tristan zit tegenover me, tussen Senne en Tygo in. Onder de tafel sla ik mijn benen om die van hem. Hij is vandaag vrolijk en rustig, wat mij meteen ook veel meer van de dag laat genieten. Het is af en toe best vervelend dat we elkaars gevoelens kunnen voelen, maar op een dag als vandaag, kan ik er alleen maar van genieten. Noëlle leunt naar me toe.
‘Echt een geweldige dag vandaag denk je niet?’ Ik knik terwijl mijn blik nog steeds op Tristan rust. Ik trek mijn ogen van hem af en kijk Noëlle aan.
‘Een super leuke dag,’ zeg ik tevreden. Ze knijpt in mijn hand.

Zielkrachten 3: VerstrengeldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu