19

74 3 0
                                    

Het zou een understatement zijn moest ik zeggen dat ik niet was verschoten, want daar stond hij. Aan de deur van mijn slaapkamer. Met een boeket bloemen in zijn hand en zijn arm in een mitella. Een stuk van zijn witte pleister kwam ter hoogte van zijn nek tevoorschijn, waardoor het mij vrijwel snel duidelijk werd dat hij in zijn schouder was geraakt.

De vroegere vrouw in mij had hem meteen willen betuttelen, hem willen helpen en verzorgen, maar de vrouw die ik nu was wist niet of er teleurgesteld of kwaad gereageerd moest worden. Ik had mijn broer vertrouwd, hem gevraagd mij niet harder te laten doen twijfelen door mij in contact te brengen met hem, en dat had hij nu geschonden. Al had ik ook blij kunnen zijn. Want Eric deed niet alleen moeite om mij niet te vergeten, maar hij deed ook moeite om mij te zien. Ookal had dat enkele weken geduurd.

"Ik laat jullie even alleen." Ik zuchtte en nam zijn hand vast. "Broer, alstublieft." Smeekte ik hem. Hij bracht zijn hoofd naast de mijne nadat hij was rechtgestaan. "Praat gewoon met hem, maakt niet uit over wat." Fluisterde hij, waarna hij zich omdraaide en de kamer verliet. "Ik ben niet eens opgemaakt." Riep ik hem na, maar daar kreeg ik geen antwoord meer op.

Eric keek me met een glimlach aan en stapte mijn kamer binnen, zonder toestemming. "Brigitteke, je hebt niets nodig om er goed uit te zien." Ik draaide mijn hoofd van hem weg en staarde voor me uit. Ik probeerde zijn woorden af te blokken, want ik wist dat als ik zou luisteren, ik weer zou verliezen. "Ik heb lang geprobeerd om afstand te houden, om naar u te luisteren, maar dat kan ik niet meer." Hoorde ik hem alsnog zeggen. Ik kon mezelf tegen het hoofd slaan, omdat ik het toch nog toeliet. "Ik ben niet zwaargewond, Brigitte, maar het heeft mij wel laten inzien dat het elk moment kan stoppen, bij iedereen." Ik keek hem strak aan. "Het had even goed voor mij kunnen stoppen vandaag en dan had jij geen afscheid kunnen nemen, dan had jij er misschien niet klaar voor geweest." Ik slikte. Het kwam hard binnen. Ik had niet verwacht dat hij zulke dingen zou bovenhalen, zulke zware dingen, waarmee hij ook nog eens gelijk had.

"Misschien zijn we niet allemaal klaar om afscheid te nemen," hij legde het boeket naast zich op de kast en kwam naast mij op mijn bed zitten, net zoals mijn broer had gedaan, "misschien gaan wij daar nooit klaar voor zijn." Zei hij met een zucht. Hij stak zijn hand naar mij uit, die ik na lang twijfelen toch vastnam. En ondanks dat zijn lichaamstemperatuur nooit extreem warm was geweest, was het contact van onze handen dat wel. Het leek alsof er altijd een vonkje ontstond bij elke aanraking die onze lichamen deden. Ik genoot ervan, dat had ik altijd gedaan. 

"Ik ga nooit klaar zijn om afscheid te nemen van u, Brigitte. Maar ik ben ook niet klaar om nu al te stoppen met herinneringen te maken." Ik keek hem verslagen aan. Het brak mij dat ik hem dit allemaal had aangedaan. Ik had hem al enkele weken afgepakt en het leek mij ook niets uit te maken als dat nog langer zou duren. "Ik verdien het niet om gelukkig te zijn, als dat gaat keren in uw verdriet." Het was de eerste keer dat ik hem dit toegaf. Dat ik hem zelfs überhaupt toesprak. Zijn duim wreef over de rug van mijn hand. Het kalmeerde op één of andere manier mijn binnenste, mijn innerlijke strijd. "Brigitte, gij zijt alles waard. En wat is het verschil?" Klonk hij charmant. "Het verdriet zou er altijd zijn en zou altijd even groot zijn, of je mij nu toelaat of niet." Zijn ogen keken mij doordringend aan. 

Ik wendde mijn blik van hem af en staarde voor mij uit. Dit kon niet. Als ik hem weer zou toelaten, zoals ik eerder had gedaan, zou de innerlijke strijd alleen maar groter worden. Op die manier kon ik niet genieten van mijn laatste maanden. Ik trok mijn hand uit de zijne en slikte. "Ik kan het niet." Zei ik terneergeslagen. Zijn hoopvolle blik veranderde in een gedesillusioneerde blik. Ik trok mijn benen onder het deken uit, zodat ik kon rechtstaan, wat ervoor zorgde dat ik even mijn evenwicht verloor. Eric ontfermde zich meteen om mij, door mij te willen tegenhouden, maar ik draaide me brut om. "Zie je nu," zei ik hem,

"je bent vijf minuten bij mij en moet al moeite doen om mij recht te houden. Dat is geen leven, Eric, voor niemand. Het doet meer slecht dan goed." 

Zijn ogen vielen neer. Ik had hem gekwetst, zoals wel vaker de voorbije weken, maar hij moest het begrijpen, hij moest het aanvaarden. "Brigitte, ik-" ik stak mijn hand afwijzend de lucht in. "Alstublieft, Eric. Maak het mij niet moeilijker dan het al is." Smeekte ik hem met een krop in de keel. Een teleurgestelde zucht verliet zijn mond, hij bleef me enkele seconden aanstaren alvorens recht te staan en mijn kamer te verlaten. "Vergeet niet dat ik altijd voor u zou gekozen hebben, moest ik die kans hebben." Hoorde ik hem nog zeggen. Ik hief mijn hoofd op en keek naar de muur die ooit had volgehangen met foto's van mijn schoolvrienden en mij. Ik luisterde aandachtig naar zijn voetstappen die de woning uiteindelijk verliet, waarna ik in tranen uitbarstte.

Mijn broer had mij willen komen troosten, maar ik had hem hardhandig buitengeduwd. Ik zou dit zo niet langer kunnen volhouden. Het moest stoppen, op eender welke manier dan ook. Als ik dan toch nog enkele maanden moest leven had ik het op een goede manier willen doen, niet zoals de voorbije weken al waren verlopen

De laatste maandenDonde viven las historias. Descúbrelo ahora