12

202 11 7
                                    

Ik was ontzettend moe en misselijk. Ik zat zonet aan mijn derde chemotherapie, nog steeds in afwachting van verdere resultaten. De eerste twee verliepen redelijk goed, maar nu...ik was doodmoe. Mijn lichaam deed overal pijn, zoals ik een beginnende griep zou krijgen, maar spijtig genoeg was het dat niet. Ik sloot mijn ogen, in de hoop op deze manier rust te krijgen, maar ook dat deed me niet goed door de misselijkheid. Ik zuchtte, ik hoopte me later op de dag beter te voelen, want dan zou ik naar huis mogen. 

De druk in mijn hoofd, die herhaaldelijk op hetzelfde ritme als mijn hart, aan te pas kwam, maakte me zot. Als dit zo altijd ging zijn, mocht het snel stoppen voor mij. Ook al heb ik mijn geluk teruggevonden in deze zwarte dagen, als de pijn ondraaglijk is dan stopt het voor mij. Al goed dat ik van mezelf wist dat ik een doorzetter was en het dus niet snel zou opgeven, ondanks de pijn. Geklop, waarvan ik niet kon uitmaken of het in mijn hoofd was of dat er effectief iemand op de deur klopte, zette me met beiden voeten terug op de grond. Verward keek ik in het rond als de chef plots aan mijn bed stond. "Klaar om naar huis te gaan?" Ik fronste mijn wenkbrauwen, maar kwam er al snel terug achter dat ik aan de chef had gevraagd of hij me wou komen halen. Ik stond recht van het bed en nam mijn tas. "Ik ben klaar." Hij glimlachte en nam me mee naar zijn auto waar we beiden, zwijgzaam, instapten. "Vind je het erg als ik nog even langs kantoor passeer? Ik ben nog iets vergeten en als ik jou heb afgezet ga ik ook ineens naar huis." Ik schudde mijn hoofd. "Doe maar, maar ik ga wel in de auto blijven zitten als je het niet erg vind." Hij glimlachte en knikte. Ik denk dat hij goed zag dat ik moe was, maar vooral onzeker. Ik wou nog steeds niet onder de mensen komen. Het was me veel te stresserend en te eng.

We reden de parking van het kantoor op. De chef stapte de auto uit. Ik legde mijn hoofd tegen de hoofdleuning van de zetel en ademde diep in en uit. Het was even nodig, dat was duidelijk. Ik lag te rusten als er plots op mijn raam werd geklopt. Ik draaide mijn hoofd en zag Eric staan. Ik glimlachte en stapte, zo snel als mogelijk, uit de auto. Snel werd duidelijk dat ik dat beter niet had gedaan. Ik liep naar de bosjes en liet daar alles wat in mijn maag zat, wat niet veel was, eruit komen. Eric liep me direct achterna om me te ondersteunen, omdat alles draaide was het heel moeilijk om stabiel te blijven . "Gaat het?" Ik zette me overeind en keek hem aan. "Ugh ja, het gaat wel. Heb ik wel vaker." Zei ik alsof het niets was, terwijl het echt wel iets storend was. "Kom, ga even mee naar binnen." Ik schudde mijn hoofd. "Ik wil niet. Laat me maar hier." Deze keer schudde hij zijn hoofd. "Je hoeft geen bang te hebben. Ze weten het. Ik snap echt dat je onzeker bent. Hetgene wat jou goed deed voelen, wat jou mooi maakte, volgens u, is weg. Maar zoals ik je al heb gezegd, het is niet omdat je haren weg zijn, dat jou schoonheid weg is. Integendeel." Ik glimlachte. Weer deden zijn woorden mij verliezen. En steeds weer vroeg ik mezelf af hoe hij dat deed. Hij nam mijn hand vast en nam me, na mijn toestemming, mee naar binnen. Bang had ik echt wel, daarom ook dat ik achter hem liep van zodra we binnen waren. "Zet je neer, ik haal wel een glaasje water voor je." Ik keek hem dankbaar aan. Terwijl ik me neerzette kwam iedereen, die op kantoor was, bij mij zitten. Ze stelden enkele vragen, waar ik maar één antwoord op had, 'het kan beter'. Ik voelde me wel beter nu ik mezelf bij hen had getoond. Goed voor mijn zelfvertrouwen.

"Hoe zit het nu met jullie dates? Heeft het al iets opgeleverd?" Vroeg Koen die over Eric en mij zat. Ik reageerde niet. Ik wachtte af op hoe Eric ging reageren. Ik keek hem dan ook direct aan. "Zijn dat jouw zaken, Koen?" Zijn stem klonk redelijk kalm, al goed. Ik denk wel dat hij zich serieus aan het inhouden was. "Mogen we het niet weten dan? Maar aangezien je zo geheimzinnig doet is er dus al meer." Vermoedde Koen. "Wat als het zo zou zijn?" Vroeg ik hem. Hij haalde zijn schouders op. Floor, Femke en Tineke keken me direct aan, alsof het een ramp zou zijn. "Is het dan zo?" Mengde Floor zich in het gesprek. "Jullie doen precies of dat is kei erg. Oké ja we hebben er al meerdere gehad, maar waarom interesseert jullie dat zo?" Vroeg Eric en keek iedereen aan. "We zijn toch collega's voor iets?" Vroeg Koen weer. "Ja, tis meer als dates. Nu blij dat jullie het weten?" Zei ik nogal kort en bot. Floor en Femke keken me met grote ogen aan. "Serieus? Jullie?" Ik zuchtte. "Wat is in godsnaam het probleem? Mag ne mens niet voor het geluk gaan?" Vroeg ik hen kwaad. "Jawel, tuurlijk wel. Maar het is gewoon raar." Met een zucht stond ik recht. Ik was dit zo beu. Nu ik geluk had gevonden in deze donkere dagen, moesten zij het weer afbreken. Ik liep naar het kantoor van de chef in de hoop dat hij klaar was. 

"Kijk mannen, ik ben dit meer als beu. Ze verdient dit echt niet. Ze moet al zoveel alleen doorstaan en nu gaan jullie haar geluk ook nog eens verstoren? Zijn jullie niet akkoord met het feit dat Brigitte en ik al iets verder zitten dan daten alleen? Oké, dat begrijp ik! Niet iedereen moet met alles akkoord gaan of niet iedereen moet alles normaal vinden. Maar alstublieft, zeg het tegen mij of bespreek dat onder elkaar, maar niet waar zij bij is. Ze probeert echt gelukkig te zijn, wat al zeer moeilijk is als je uitgeput bent, dus breek het niet af. En hoe goed jullie ook met haar bevriend zijn, ik meen het als ik zeg dat ik er alles aan ga doen om haar gelukkig te maken en te houden." Hoorde ik Eric zeggen terwijl ik in het kantoor van de chef aan het wachten was. Er kwam een brede glimlach op mijn gezicht. "Maar Eric, we gunnen jullie het geluk echt, maar wat als ze het gevecht verliest? Je geeft je liefde aan iemand die op elk moment kan stoppen met leven." Hoorde ik iemand zeggen en al even snel verdween mijn glimlach van mijn gezicht. "En dan? Wilt dat dan zeggen dat ik haar minder graag zou zien? Ik heb haar altijd graag gezien en dat zal altijd zo blijven. Ja, ik zit er ook met in mijn hoofd dat het elke dag gedaan kan zijn, maar we blijven positief. We vechten ons hier samen door. En ik snap dat jullie het raar vinden dat het nu ineens zij en ik zijn, maar als ik geen lafaard had geweest had dit ook al eerder gebeurd." Zei Eric weer. Hij was zo lief, zelfs als ik er niet bij was. "Wat ga je doen als het zover is? Kapotgaan van verdriet terwijl je het al wist voor dat jullie begonnen daten?" Vroeg Koen. "Waarschijnlijk wel ja, maar dat zou anders ook zo zijn." Ik zag de chef teken doen dat hij klaar was om te vertrekken dus volgde ik hem. Vanaf dat iedereen me zag werd het stil. Hoofdschuddend en met een zucht liep ik verder. Ik had echt geen zin om hier nog woorden aan vuil te maken. Ze gunden me duidelijk het geluk niet en hadden al helemaal geen vertrouwen in mijn proces. Dit was enorm demotiverend, dus hoe sneller ik daar weg was, hoe beter.

De laatste maandenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu