1. Zondag naderde

126 10 11
                                    

"Niets is ooit zo mooi als de eerste geïsoleerde momenten met iemand die misschien van je zou kunnen houden 一 met iemand van wie je zelf zou kunnen houden

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

"Niets is ooit zo mooi als de eerste geïsoleerde momenten met iemand die misschien van je zou kunnen houden 一 met iemand van wie je zelf zou kunnen houden. Er is niets zo stil als deze minuten, niets zo verzadigd met zoete anticipatie. Het is voor deze paar minuten waar we van houden, niet voor de vele die volgen.

Nooit meer, realiseren ze, zou er zoiets moois met hen gebeuren. Ze zouden gelukkiger kunnen zijn, ook meer gepassioneerd, en oneindig verzadigd met hun eigen lichaam en met dat van elkaar. Maar nooit meer zou het zo mooi zijn."
一 Stig Dagerman, A Moth to a Flame (Burnt Child)

Voor ons was dat een novembernacht. De wind raasde, de verwoeste stad onder de schijnende halve maan en wij daartussen. Het was prachtig romantisch. Nog steeds wordt mijn hart warm als ik
aan die ene novembernacht denk. Alleen voelt het onbereikbaar en ver. Ik kan het nauwelijks voor me zien. Toch liet ik hem dit citaat een paar weken geleden zien over deze stille momenten. Het deed me denken aan ons begin en aan november: hoe het winter was en onze lichamen warm.

Zijn reactie was waar ik op gehoopt had, hij vond het mooi en stuurde het naar zichzelf door. Mijn hart werd zonnig. Hij dacht er dus hetzelfde zo over.
Later kwam ik er pas achter dat hij niet aan ons dacht, maar aan zichzelf met iemand anders. Hij had namelijk iemand achter mijn rug om ontmoet.

Ik blijf er maar aan denken.

Wanneer ik daaraan denk is het enige wat ik wil worden, iets wat hij zou missen. Terwijl ik van mezelf weet dat als hij me zou opbellen ik tegen hem zou zeggen dat hij mij me met rust moet laten. Terwijl ik van mezelf weet dat er zoveel dingen zijn die ik tegen hem zou willen zeggen, omdat ik weet dat hij dat leuk of interessant zou vinden. Terwijl ik een paar dagen geleden mezelf erop betrapte dat ik niet meer wist wanneer hij jarig was. Terwijl ik mezelf tijdens onze eerste novembernacht op het hart drukte om het niet te vergeten.

Dus ja. Daar lag ik dan. Half tussen de dekens. Mijn lichaam in de vorm van een gesmolten stoel en mijn haar nat van mijn eigen tranen. Niemand bereid je op zoiets voor. Niemand kan je op zoiets voorbereiden. Hoewel ik nog niet verliefd was. Hoewel onze gevoelens voor elkaar als mist voor de zon verdween, deed het nog steeds pijn. Een tijdlang had ik niet gehuild. Ik had geeneens de behoefte om hierover te janken. Het voelde onbenullig. Stom, idioot en onnodig. Ik kon mezelf er nog niet aan toegeven.

Tot zondag naderde, de zonnestralen mijn blote benen vonden en mijn armen net als de lakens over bed lagen. Het voelde ongelooflijk menselijk. Het deed me voelen dat ik levend was. Dít is wat men voelt wanneer een relatie eindigt. Oh god, dacht ik toen, het is nu echt voorbij. We zijn nu echt voorbij. Alleen... hoe kan zoiets nou over zijn? We waren vreselijk geweldig. Noch gezond noch functionerend, maar we kwamen altijd bij elkaar terug en dit keer... niet.

Hiervoor, gedurende en misschien zelfs nu, ben ik geobsedeerd door dit neerbuigende idee dat ik te ziek ben dat iemand van mij kan houden. Het is de ziekte dat praat, het is niet de waarheid, maar we weten allemaal hoe moeilijk het is om dat stemmetje in je hoofd te negeren. Dus voordat we begonnen vertelde ik hem: "Het enige waar ik naar verlang is naar een simpele liefde. Ik wil geen gedoe. Ik wil verliefd worden en dat is het enige probleem waar ik mee bezig wil zijn. Net zoals bij mijn vriendinnen." Zijn antwoord was daadwerkelijk: "Waarom zou je dat willen? Dat is saai. Wij zijn niet zoals zij zijn. Gewoon hoort niet bij ons."

Het doet er niet toe of het de waarheid was of niet, het was niet wat ik wilde horen. Het bevestigde alleen maar dat hij me de rust niet kon geven waar ik naar verlangde en dat ik te ziek was om een huisje, boompje en beestje te krijgen. Soms zijn mensen niet bestemd voor hun dromen en de acceptatie daarvan leidt tot hun werkelijke droom. Máár toch, voor slechts één keer, wilde ik iets alledaags.

Van jongs af aan wilde ik namelijk twee dingen. Een fatale, alles verterende liefde zoals Ovidius het beschreef of ik droomde over een keurig huis met een witte hek en roze rozen voor de deur. Echter was dit te ver weg van een simpele liefde en fataal had het kunnen worden.

Nu ben ik erachter gekomen dat er wel een kern van waarheid in zijn woorden zat. Uiteraard gun ik mezelf iets simpels, iets zonder te veel gedoe, maar laten we eerlijk zijn. Dat is niet voor mij bestemd. Hoe erg ik het mezelf ook gun. Alleen ben ik niet té ziek om lief te hebben. Ik weet nu dat hij niet genoeg moeite in mij en mijn ziekte wilde steken en te snel opgaf wanneer het hem te moeilijk werd.

Genoeg over hem, het komt altijd van twee kanten. Ik was degene die niet wilde toegeven dat ik van verre niet gezond ben noch durfde ik me kwetsbaar op te stellen (iets wat dus zeer belangrijk is). Want wat ik nooit heb gewild is een persoon zijn die geliefd moet worden, voordat ze van zichzelf gaat houden. Noch wil ik zo'n persoon worden die zich mooi moet voelen, maar zo'n persoon ben ik wel. Ik wil doodgaan voor de liefde, dat heb ik altijd al gewild. Ik wilde zo graag verliefd en geliefd zijn dat mijn vingers begonnen te trillen door het idee alleen al. Iemand hoefde het alleen maar te zeggen en ik zou op mijn knieën zitten. Ik ben voorspelbaar in mijn verlangen.

Met zo'n instelling kom je nergens. Of ja, je komt ergens maar is die ergens de plek waar je wilt zijn? Hoewel ik super jong ben, ben ik me er bewust van wanneer ik iets doms doe. Sterker nog, ik denk er over na en besluit dan om het als nog te doen. Gewoon, om me levend te voelen, gewoon om iets te voelen... om over iets te schrijven? Of nou ja, omdat ik mega zelf destructief ben en het me niet uitmaakt wat er met me gebeurd. Dus wat kan iemand zoals ik doen wanneer je een persoon zo graag wilt, dat je zijn handen niet vast kan pakken? Het is niet dat ik je niet wil, het is omdat ik het niet kan.

Dus ik kan al horen wat men over mij zegt: "Jullie hadden zo leuk bij elkaar kunnen zijn. Wat jammer dat ze niet goed bij haar hoofd is." En de woorden van mijn vrienden: "Hij was zo leuk, tot je erachter kwam dat hij onstabiel was."

En door hierover te schrijven heb ik wel soort van bewezen dat ik niet goed in mijn hoofd ben of niet hè? Mijn woorden zijn zo tegenstrijdig, aanwijzend en bitter dat ik me bijna voor ze schaam. Ik had niet gedacht dat ik zulke gevoelens in me kon hebben.
Ik zou willen dat het zo makkelijk was om dit zomaar te laten gaan, maar helaas kan ik dat niet. Het gaat tijd nodig hebben om dit te verwerken. Dus misschien ben ik te vroeg met het schrijven van deze reflectieve essay, want ik kan jullie niks vertellen over wat ik heb geleerd of waar ik achter ben gekomen. Het is chaos en ik probeer maar het beste ervan te maken.

Toch weet ik dit. Ik weet wat ik wil. Na alles zal ik proberen te streven naar dit motto: Zo gekwetst als ik ben, ik wil geloven dat geen enkele liefde van mij verspild is. Omdat er wel stille momenten waren, maar de luide wogen zwaarder. Dus ik probeer te denken aan de eerste tedere momenten en van de krijsende te leren.

En dit weet ik nu ook. Liefde bestaat niet alleen uit aantrekkingskracht of iemand die jouw hart doet fladderen. Het moet ook een bewuste keuze zijn. Iemand moet expres voor jou kiezen en toegewijd zijn om zelfs op de lelijkste dagen iets moois in jou te vinden. Ook al is niets mooier dan de eerste stille momenten met een persoon waarvan je kan houden. Probeer door de anticipatie, stilte en de trillende handen heen te kijken. Dat is wat ik had moeten doen.

Dus ik haal diep adem en wrijf mijn tranen weg. Ik wil geen gesmolten stoel zijn en dwing mezelf om rechtop te zettten. Nu is het moeilijk om te geloven, maar ik blijf ze herhalen tot mijn stem stopt met trillen. Zo gekwetst als ik ben, ik geloof dat het geen enkel liefde van mij verspild is. Hoe moeilijk het ook was om de ruderale ruigten te doorstaan. De nacht is voorbij en mijn dagen zullen suikerzoet zijn. Het zal goedkomen.

Het is augustus. Het regent. Ik ben vergeten wanneer je verjaardag is. Ik hoop dat het goed met je gaat, maar ik hoef je nooit meer te zien. Ik moet nog veel leren en dat is oké. Het is jammer dat jij niet degene was die genoeg geduld had om het me te leren.

Het is augustus. De zon zal schijnen. Het wordt bijna herfst. Ik zal nooit meer zoals Echo langzaam wegkwijnen voor een man als Narcissus.
Dus oh geweldige man, ik kon tevergeefs van je houden, vaarwel.

Laat mijn woorden luid zijn en spreek ze hardop met me mee. Kies bewust voor jezelf. Kies bewust voor iemand anders. Geen enkele liefde van jou zal verspild zijn als je op dat moment gelukkig was. Haal diep adem. Wrijf je tranen weg. Wacht eens even... Zie je het? Daar! Daar in de verte.

De zomer gaat voorbij en ik ben bewust alleen.

(E) I N D E

Over de NachtWhere stories live. Discover now