Hoofdstuk 17

38 4 20
                                    

Maanregen zette langzaam een stap achteruit. Tranen prikte achter haar ogen en ze vocht om ze tegen te houden. "Rookster!" Gromde Havikswolf en Maanregen voelde zijn vacht tegen de hare aan strijken.

"Je verwacht mijn kittens?" Miauwde Rookster stom verbaasd, zijn blik op Kersenvacht gericht. Ook Webscheur gromde naar Rookster om zijn aandacht te trekken, maar de kater leek te vergeten dat Maanregen er was.
Kersenvacht knikte snorrend. "Ik heb het nog niet aan Amberster verteld omdat ik het jou eerst wou laten weten!" Ze wikkelde haar staart om de zijne heen en Rookster trok zijn staart zachtjes terug.  "Dat is.." de kater leek naar zijn woorden te zoeken. "Goed nieuws..?"

Maanregen kon niet meer toe kijken en wurmde zich tussen de katten door. Een grijze poes die haar eerder vijandig aan gestaard had hield haar kort tegen. "Om het kort te houden, wen er maar aan." Miauwde ze bitter. "Rookster is en blijft een grote player."
Maanregen wierp haar een ongelovige blik toe. "Dank je." Miauwde ze met een droge keel. "Ik voelde me nog niet vrolijk genoeg." Ze duwde de poes aan de kant en stapte flink door.
"Maanregen!" Havikswolf kwam achter haar aan snellen. "Wat?" Grauwde Maanregen.
"Ik.." hij keek haar met verdriet in zijn ogen aan. "Het spijt me, Rookster kan een muizenbrein zijn."
Maanregens poten trilden. "Een muizenbrein?" Herhaalde ze. "Een muizenbrein?!"
Ik zei het je toch. Gromde Eekhoorngrauws stem in haar kop. Maar tuurlijk, je wou me weer ongelijk bewijzen.
"Hou je kop dicht." Grauwde Maanregen. "Heb je niet al genoeg gedaan?"
Eekhoorngrauw stopte resoluut.
Havikswolf keek haar niet begrijpend aan. "Maanregen, is alles oke?"

Maanregen draaide zich met een ruk om. "Wat denk je zelf?!" Snauwde ze terwijl ze wankelde toen haar kittens onrustig heen en weer bewogen. "Ik doe.. zo.. mijn best.." ze probeerde haar tranen tegen te houden. "Ik doe zo hard mijn best." Herhaalde ze brekend. "Maar iedereen doet niks anders dan me in de steek laten, eerst mijn moeder, toen mijn opa, en Haverstaart met haar vuile leugens.." tranen stroomden over haar wangen heen. "En nu zelfs Rookster? Iedereen is me in de steek aan het laten!"

Havikswolf gaf haar een geruststellend duwtje. "Ik ben hier nog altijd." Miauwde hij. Maanregen staarde hem even aan. "Wat?"
Havikswolfs ogen vulden zich met schok. "Zo bedoel ik het niet!" Stamelde de kater. Maanregen veegde haar tranen met een poot weg voor ze hem met een frons aan keek. "Er zijn nog steeds anderen die om je geven." Hield hij vol.
"Wat? Anderen zoals jij zeker?" Het kwam er harder uit dan Maanregen bedoelt had. "Zo iets." Gaf Havikswolf zachtjes toe. "Maar Rookster bedoeld het vast niet zo, misschien zijn het zijn kittens helemaal niet."
Maanregen wou een antwoord terug grauwen toen ze haar naam hoorde roepen en verstarde. "Maanregen! Maanregen wacht!" Klonk het wanhopig.
Maanregen begon meteen weg te lopen. "Maanregen!"
Ze liep nog sneller door. "Maanregen stop!" Snauwde Rookster achter haar. "Ik beveel je te~"
"Laat me met rust!" Gilde Maanregen. "Laat me gewoon met rust!"
Brede schok golfde over Rookster's gezicht heen. "W-wat?"
"Je bent vast gekomen omdat Paarslicht en Webscheur het je verteld hebben heh?" Miauwde Maanregen scherp. Haar kittens bewogen opnieuw onrustig en Maanregen zag Rooksters blik er naar toe schieten en toen weer terug naar Maanregen. Hij zei even niks. Onuitgesproken visjes leken door zijn ogen heen te schieten. "Juist ja." Snoof Maanregen voor ze zich om draaide en verder liep.
"Maanregen! Asjeblieft laat me het uitleggen!" Smeekte Rookster haar en Havikswolf keek ongemakkelijk toe.
Maanregen stopte even haar pas. "Zeg nog een woord tegen me en ik ruk al het strot uit je keel." Grauwde ze, ze wist zelf eigenlijk niet waar het vandaan kwam. Rookster keek haar met spijt op zijn gezicht aan. "Dat is een risico dat ik dan zal nemen." Miauwde hij zachtjes. "Ik hou van je, Maanregen, dat weet je."
Maanregen keek strak voor zich uit en Havikswolf keek moeizaam weg. "Ik hou niet van Kersenvacht, niet in de verste verste. Zij is van de Zonneclan en ik ben Nachtclan-" hij hield op en leek zich wat te realiseren.
Maanregen keek zwijgend voor zich uit terwijl ze wenste dat ze ver weg van al deze chaos was. "Ik zou je nooit zo'n pijn aan doen Maanregen." Rookster zweeg even. "Kun je asjeblieft iets zeggen?"

Maanregen stopte het beven van haar poten. "Nee, laat me met rust en zoek me nooit meer op." Fluisterde ze, ieder woord moest ze er uit trekken. "Maanregen dat kun je niet menen." Rookster's stem leek te breken. "Ik heb nooit met Kersenvacht op getrokken! Het zijn mijn kittens niet!"

"Is dat niet iets wat je mij ooit ook zei?" Klonk het uit de hoogte en dezelfde grijze poes sprong een berk uit. Rookster wierp de poes een ongelovige blik toe. "Regenhart alsjeblieft, maak dit niet nog moeilijker dan het nu al is." Zijn stem zat vol wanhoop.
Maanregen dacht even na. "Nee hoor." Miauwde ze en draaide zich om. "Ik zou er graag alles over weten."
Rooksters ogen keken smekend naar de donker grijze poes die een grijns op haar gezicht had
"Ik neem aan dat Rookster je nooit over 'ons' verteld heeft?" Begon ze. "Hoe ook hij beweerde ooit verliefd op mij te zijn geweest?"
Rookster keek even weg en toen terug. "Dat was anders.." miauwde hij zachtjes.
"Maar toen hij van jou hoorde, heb ik hem nooit meer terug gezien! Hoe komisch." Gromde Regenhart. Rookster verstarde en Maanregen keek op. "Hoe bedoel je 'hoorde'?" Vroeg ze. Regenhart kreeg een triomfantelijke grijns op haar gezicht. "Regenhart asjeblieft! Stop!" Rookster had grote ogen gekregen en hij klonk ongelovig wanhopig.
"Heeft hij je dat ook niet verteld?" Lachte Regenhart. "Over de profetie?"
Maanregen sprong als door een wesp gestoken achteruit. "W-wat?" Stamelde ze en Rookster keek haar angstig aan. Maanregen voelde haar hart nog erger breken dan eerst. "Jij wist er van?" Fluisterde ze gebroken. Rookster zocht naar zijn woorden maar Regenhart was hem voor. "Al voor je geboorte! Waarom denk je dat hij je zo graag als zijn partner wou hebben? De geboorte van die kits kan hem onsterfelijk maken." Regenhart spon er op los, alsof ze hier van genoot.

"Maanregen ik~"

Maanregen liet een grom horen. "Je hebt me voorgelogen." Gromde ze. "Je hebt nooit van me gehouden, of wel?"
Rookster opende zijn mond.
"Ik wil het niet horen!" Kapte Maanregen hem af en zag Regenhart toe kijken alsof ze op het punt stond een sappig stukje prooi op te eten, er lag een enorme triomfantelijke grijns op haar gezicht terwijl ze strak naar Rookster keek. "Wij zijn niets meer! Helemaal niets! En die kittens.." tierde Maanregen voor de diep adem haalde. "Zullen nooit weten wie hun vader is!"
Ze draaide zich om en duwde zich snikkend door de doornstruiken heen. Achter haar hoorde ze Havikswolf haar na roepen maar ze bleef door rennen. Een zwarte nieuwkomer keek haar met een frons na voor hij zich tot Rookster richtte. "Kom ik onaangekondigd, broertje?"

-
Aan de rand van Vierboom zat een donker oranje gevlekte poes in de schaduwen te kijken. De schaduwen vielen zo over haar dat je enkel haar felle oranje ogen zag. Er lag een tevreden gemene grijns op haar lippen voor ze in de donkere nacht vervaagde.

Warrior Cats Gebroken SterrenWhere stories live. Discover now