Proloog

5 3 0
                                    

Die eerste nacht vergeet ik nooit meer. Die eerste, verschrikkelijke, allesbepalende nacht. De nacht waarin ik ontwaakte uit mijn sluimerige toestand en de wereld om me heen waar begon te nemen alsof ik iemand anders was. Of beter gezegd: iets anders was. Werkelijk alles aan mijn lichaam was veranderd. De puntige uiteinden die op mijn beide oren waren verschenen, de toegenomen spiermassa in mijn armen en benen, de scherpe hoektanden die ik met één simpele mondbeweging in en uit kon klappen als de nagels van een kat... En natuurlijk mijn verscherpte zintuigen, die onmiddellijk functioneerden zodra ik overeind kwam en de volle maan aan de hemel zag staan.

Hoe kwam ik hier terecht? Het laatste wat ik me herinnerde, was dat ik veilig thuis in mijn eigen bed lag. En nu bevond ik me ineens in een dichtbegroeid Amerikaans bos en had ik geen flauw idee waar ik precies was. Het enige wat ik wist, was dat ik verschrikkelijke honger had. Ik merkte het niet alleen aan mijn knorrende maag, maar vooral aan de felle steken in mijn hoektanden, die hunkerden naar een prooi om zichzelf in vast te bijten.

Gelukkig liet die prooi niet lang op zich wachten. Toen ik rond begon te dwalen, nog altijd verward door deze plotselinge verandering, kwam ik midden in het bos een tentenkamp tegen. Kennelijk waren een stel jongeren op het idee gekomen om te gaan kamperen. Verscholen achter een boom hield ik al hun bewegingen in de gaten. Ze zaten met een groepje van acht man rond een kampvuur en hadden geen idee van mijn aanwezigheid. Het enige waar ze op gefocust waren, was een fles drank die ze aan elkaar doorgaven. Aan hun rode ogen en wankelende lichamen kon ik zien dat ze al flink wat op hadden. En hun gretige blikken verraadden dat ze nog lang niet van plan waren te stoppen met drinken. Voor mij was dit een perfecte situatie, al besefte ik dat toen nog niet echt. Mijn instincten waren nog niet ver genoeg ontwikkeld om te kunnen inschatten hoe makkelijk een prooi was. Maar nu weet ik dat die jongeren perfecte prooien waren voor de beginneling die ik toen nog was. Dronken, zwak en bovenal onzeker over wat de nacht hen zou brengen.

Helaas heb ik nog zeker twee uur in de struiken moeten wachten tot ik toe kon slaan. Tegenwoordig ben ik blij als ik niet langer dan drie uur op een prooi hoef te wachten, maar die nacht had ik ongelofelijk veel zin om al die stomme tieners meteen te bespringen en ze één voor één te vermoorden. Ik weet niet meer hoe het me is gelukt om mezelf te bedwingen. Waarschijnlijk waren het mijn instincten die me waarschuwden. Het was maar goed dat ze dat deden, want om twee uur 's nachts had ik mijn eerste prooi in dit nieuwe eeuwige bestaan te pakken. Een opgeschoten jongen van een jaar of achttien die zijn tent uit kroop om nog even te plassen. Hij zag me niet aankomen. Terwijl hij met zijn rug naar me toe stond en alle alcohol, samen met een dosis urine, langzaam maar zeker uit zijn lichaam liet stromen, sloop ik op hem af en besprong ik hem. Tijd om te schreeuwen had hij niet meer. Ik had één seconde nodig om mijn tanden in zijn keel te zetten en na vijf seconden was het gebeurd. Bloed eruit, nek gebroken. Twee simpele activiteiten, maar o zo belangrijk in dit nieuwe leven. Als er één ding is dat ik geleerd heb als vampier, dan is het wel dat je je prooi beter kunt vermoorden als je die eenmaal hebt leeggezogen. Alleen op die manier voorkom je dat ze de kans krijgen om je te gaan haten en je eigenhandig te vermoorden. Bovendien is een vredige dood sterven beter dan een verschrikkelijk monster worden dat op elk mens ter wereld jaagt om te kunnen overleven. Daarom begrijp ik nog altijd niet waarom degene die mij tot vampier maakte besloot me te laten leven. Waarschijnlijk zal ik het wel nooit te weten komen.

BloeddorstWhere stories live. Discover now