1.1 ontmoet

318 11 4
                                    

"We hebben elkaar ontmoet op 26 september, een maandag. Regenachtig en al best koud voor september, maar later werd het door ons mooi herinnerd, als 'de dag van onze ontmoeting'. Het begon in de Toki, een koffiezaak bij mijn, ons toekomstige, huis in de buurt. Er kwamen wel elke vijf minuten nieuwe slachtoffers van het weer naar binnen gevlucht, en er stond een grote plas water bij de kapstok. Ik zat aan een kleine tafel, en omdat het zo vol was en er dus geen plekken meer waren ergens anders, kwam hij erbij zitten."

"Hee Jenn, is het goed als er iemand bij je komt zitten?" Ik kijk op. "Natuurlijk, Dave, altijd." Met een bedankend knikje wend hij zich naar de deur en wenkt een jongeman naar ons toe. Bruine ogen en blond haar met een vlaag licht-oranje er door heen. Ik slik en knik hem verwelkomend toe. Ik besteed niet veel tijd aan hem terwijl hij gaat zitten en zijn spullen pakt, waarom zou ik?

"In het begin was het, hoe zal ik het zeggen... awkward. Ik wist niet of ik iets moest zeggen, of of ik gewoon genoegen moest nemen met het kleine knikje aan het begin en de warme glimlach die haar gezicht vervrolijkte. Misschien had het lot besloten dat we niet met elkaar zouden praten, misschien juist wel. Ik heb denk ik een half uur in stilte daar gezeten, mijn boek opengeslagen maar niet lezend, terwijl ik nadacht over de situatie. Ik was, nou... Radeloos, zou ik zeggen. De vrouw tegenover me was prachtig, maar wat was mijn rol in haar leven? De jongeman die, overvallen door het weer, bij haar vaste koffiezaak naar binnen was gestrompeld en haar rustige ochtendje werken had verstoord? Gelukkig hoefde ik geen keuze te maken en brak zij de stilte rondom onze tafel als eerste."

Ik zucht en wrijf in mijn ogen. De letters dansen voor mijn ogen, spottend dat ik, Koen van Heest, de trotse en arrogante kwal, niet eens een vrouw durft aan te spreken. Ze wankelen, wiebelen en wisselen soms zelfs van plaats. Misschien is het mijn verbeelding, misschien niet, maar hoe dan ook doemen de hoofdletters, vooral de K en de R, me angst in. Ik sla het boek dicht. Zo, de letters zijn weer gevangen in de kaft en ik ben veilig voor enige kritiek, al is het van mezelf. "Sorry," ik kijk verschrikt op naar de vrouw, wiens stem zo engelachtig als maar kan, en knik. "Ja?" Ze glimlacht en ik glimlach meteen ook weer. "Ik bestel nog een koffie, kan ik iets voor u bestellen?" Ik knipper, haar woorden komen niet binnen. Koffie... Bestellen... "Oh, ja, eh, een cappucino als het kan? Ik kan ook zelf wel gaan, anders." Stamel ik en ze glimlacht. "Doe ik wel, geen probleem."

𝘃𝗲𝗿𝗹𝗶𝗲𝗳𝗱, 𝘃𝗲𝗿𝗹𝗼𝗼𝗳𝗱, 𝗴𝗲𝘁𝗿𝗼𝘂𝘄𝗱.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu