-Proloog-

16 5 0
                                    

Het is een natte herfstdag. Met een glimlach op mijn gezicht dans ik door de straten. De druppels vallen op mijn gezicht. De regen is mijn favoriete tijd om buiten te zijn. Er is bijna niemand op straat dus alle ruimte om te genieten van de stad.

In de verte hoor ik de hoeven van paarden de keien raken. Dat is de enigste vorm van leven wat mij eraan herinnert dat ik toch niet alleen ben. Het geluid komt weg bij de kerk. Rondom de grote kerk is altijd meer leven te bekennen. De kerk is het belangrijkste gebouw in de stad. Daar op het plein wordt elke week ook de markt gehouden, net zoals vandaag. Vandaar dat ik ook buiten ben. Moeder had gevraagd of ik wat boodschappen voor haar kon halen. Dus daar loop ik dan met een grote tas in de hand naar de markt.

Na een goede tijd lopen kom ik dan eindelijk aan bij de kerk. Zoals altijd schreeuwen de marktlieden hun prijzen over de markt. Eén voor één loop ik de kraampjes af. De marktlieden kennen mij en mijn familie en weten al voor welke producten ik bij hun kraam kom. Na een poosje zit de tas al aardig vol en hoef ik alleen nog langs de kraam van de bakker. Mijn favoriete kraam. Ik tel de munten die ik heb gekregen en zie dat ik precies genoeg heb voor 3 broden. Een glimlach vormt op mijn gezicht. Moeder weet altijd exact hoeveel munten ze mee moet geven.

"Ach kind toch moet jij niet naar huis? Dit is toch geen weer om buiten te zijn?" vraagt de vrouw van de bakker.

"O maakt u geen zorgen om mij. Ik red mij wel en u bent toch ook buiten?"

"Daar heb je ook gelijk in kind. Hier zijn de broden en dan nu snel naar huis voordat je ziek wordt."

"Natuurlijk dat zal ik doen!"

Zoals ik aan de vrouw van de bakker had beloofd ga ik snel naar huis.
Thuis wordt ik met liefde ontvangen door mijn moeder en mijn broertjes en zusjes. We leven met z'n tienen in een klein knus huisje aan de rand van de stad. Met 21 ben ik de oudste in het huis en neem daardoor ook een hoop huishoudelijke taken over van mijn moeder. Zodat die voor de kleinste kan zorgen.

"Moeder ik ben thuis!" roep ik door het huis heen. De tas met boodschappen zet in de keuken neer en samen met een zusje ruimen we de spullen op. Ik kijk op de klok en zie dat het ook al tijd is om eten te gaan koken. Vader zal ook over een paar minuten terug komen van de fabriek. Samen met mijn twee oudere broers zorgen zij ervoor dat er genoeg geld is om elke dag eten op tafel te krijgen. Voordat zijn broertjes oud genoeg waren om te werken had ik een baantje als naaister in de stad. Daar heb ik een paar handige vaardigheden op gepikt.

Ik pak een grote pan uit de onderste kast en vul heb met water. Ik plaats hem op het fornuis die in de woonkamer staat en begin met de groenten te snijden. Na een paar minuten hoor ik het water koken en gooi de groenten in de pan. Nog een paar minuten en dan is het eten klaar.

Na het eten is het tijd voor mijn favoriete deel van de dag. Met zoveel mensen in één huishouden gaan er regelmatig kledingstukken kapot. Elke dag komt er weer iets nieuws op het stapeltje. Ik pak mijn naald en draad en begin de schade van het eerste kledingstuk te bekijken. Een simpele scheur die met een paar steken zo weer gemaakt is. Het volgende kledingstuk vergt daarentegen wat meer tijd. Het is een grotere scheur waarbij een extra lapje stof nodig is om het weer te herstellen. In het mandje wat naast mijn werktafel staat zoek ik een lapje van de juiste grootte en kleur. Meestal lukt het om de scheur zo goed te maken dat de plek haast onzichtbaar wordt. Tenzij ik daar totaal geen zin heb. Mijn eigen jurken bijvoorbeeld krijgen altijd een andere kleur om ze wat vrolijker te maken. Een glimlach vormt op mijn gezicht denkend aan alle domme dingen die ik heb gedaan om daarna mijn jurken weer te maken.

De volgende ochtend lukt het niet om goed wakker te worden. Iedereen in huis is bezorgt om mij. Mijn zusjes blijven vragen of het goed met mij gaat en ik kan alleen maar kreunen als antwoord. Het is mijn moeder die later die dag constateert dat ziek ben. We hopen op een lichte verkoudheid door de regen van gisteren, maar alles in mijn lichaam schreeuwt dat het wat anders is. De regen maakt mij nooit ziek. Zodra mijn vader die avond hoort dat ik ziek ben trekt zijn gezicht wit weg. Het schijnt dat er een ziekte rond gaat waarvan je zo ziek kan worden dat je eraan kan overlijden. Veel meer kon ik niet van het gesprek mee krijgen, mijn oogleden te zwaar om ze die dag nog open te houden.

In de dagen die volgen word ik niet beter. Het lijkt wel of ik steeds zwakker begin te worden. Nog maar enkele minuten lukt het me nog om mijn ogen open te houden. Mijn moeder doet alles om mij maar beter te krijgen. Maar alleen een medicijn zou nog kunnen helpen en daar is geen geld voor. Tranen rollen over mijn moeders wangen als ze langzaam over mijn hoofd strijkt. Alsof ze weet dat ik de volgende ochtend niet zal halen.

Die avond blaas ik mijn laatste avond uit. Ik word begraven op de begraafplaats net buiten de stad. Dat zal mijn eeuwige rustplaats worden of dat dacht ik tenminste. 

Dansen in de RegenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu