Vermist (1)

196 11 0
                                    

Trillend zit hij op de achterbank van de politieauto. De tranen stromen al minstens een kwartier over zijn wangen. Het maakt zijn zicht wazig. 

Buiten is het al lang donker. Lichtjes van voorbijrijdende auto's schijnen fel in zijn ogen. Het maakt hem bang.

~

Hij was op de fiets onderweg naar huis. Het begon al vroeg donker te worden. Vanwege de regen, maar ook omdat het al bijna winter was. Vandaag was een lange dag op school. Hij was vermoeid en wilde het liefst zo snel mogelijk thuis zijn. 

Met zijn capuchon op zijn hoofd fietste hij door de stromende regen. Zijn regenpak was hij thuis vergeten en dus was hij zeiknat. Alles was doorweekt. Gelukkig hoefde hij niet meer zo lang te fietsen voor hij thuis was.

Het makkelijkste was natuurlijk om door het park te fietsen, maar ondanks dat hij volgens de meeste mensen op school de populaire en stoere jongen was, vond hij het donkere park toch te eng. Dus dan maar de iets langere route door de stad.

Het was druk met auto's in de stad. De felle koplampen schenen in zijn ogen, waardoor hij bijna verblind werd. Een vrachtwagen reed door een plas water, precies naast hem. Het water verspreidde zich over zijn lichaam. Scheldend fietste hij verder.

Hij moest remmen bij het stoplicht. Met zijn ogen half dichtgeknepen vanwege de regen, wachtte hij tot het licht op groen sprong. Het duurde een eeuwigheid. Uiteindelijk werd het dan toch groen en mocht hij weer fietsen.

Hij was nog maar halverwege de weg, toen er een busje aan kwam gereden. Het ging snel, maar tegelijkertijd zo langzaam. De bus reed recht op hem af. Langzamer dan de toegestane snelheid, maar hard genoeg om hem van zijn fiets af te rijden.

~

Toen hij wakker werd, wist hij niet waar hij was. Het was donker en koud in de ruimte. Geen enkel beetje licht kwam de ruimte in. Hoe laat was het eigenlijk? Hij had geen tijdsbesef. Was het een uur later? Een paar uur? Misschien wel een dag? En waar was hij überhaupt?

Hij probeerde op te staan, maar voelde meteen een helse steek in zijn linkerbeen. Hij verging van de pijn. Toch moest hij van zichzelf opstaan. Hij moest weten waar hij was. En dus deed hij nog een poging. Strompelend liep hij rond. Zijn linkerbeen sleepte gek met zijn lichaam mee.

In het donker probeerde hij zich te oriënteren. Met zijn handen voor zich uit, liep hij rondjes. Hij liep tot hij een koude muur voelde. Het voelde als beton. Ook de vloer was koud en voelde als beton. Hij besloot de muur te volgen om een beetje een idee te krijgen van hoe groot de ruimte was. Klein, de ruimte was erg klein.

Zat hij midden in een droom? Nee, zoveel pijn hoorde niet in dromen. Zuchtend zakte hij neer. Deze pijn kon hij niet verdragen.

Tranen drupten op de grond. Het was alsof hij voor het eerst besefte dat hij ontvoerd was, opgesloten zonder eten, drinken en met vooral ontzettend veel pijn.

Waren mensen al op de hoogte van zijn verdwijning? Hoe lang zat hij hier al? Het kon niet super lang zijn, want hij had nog geen honger.

Uren later, tenminste hij dacht dat het minstens een paar uur later was, werd hij opnieuw wakker. Ondanks alles was hij toch in slaap gevallen. Dit keer werd hij met nog meer pijn wakker. Zodra hij wilde bewegen, werd hij duizelig. Niet veel later kwam zijn gehele maaginhoud naar buiten. En weer stroomden de tranen over zijn wangen.

~

Weer werd hij wakker. Dit keer had hij meer energie. Zijn ogen begonnen te wennen aan het donker en dus begon hij contouren te zien van dingen. Bijvoorbeeld van een deur. Hij sleepte zichzelf ernaartoe, trok met alle macht aan de deur, maar maakte geen kans. Misschien moest hij duwen. Maar nee, de deur zat potdicht. Voor het eerste voelde hij de kracht om te schreeuwen, te roepen om hulp. Ook al wist hij diep van binnen dat hij kansloos was.

"HELP! Iemand help me! Ik zit hier vast! Help!" Klonk het door de kleine ruimte. Maar het werkte niet. Niemand kwam hem helpen. Hij zat echt vast.

Doelloos lag hij op de grond. Zijn gedachten gingen alle kanten op. Zou dit zijn dood zijn? Toch viel hij in slaap, ondanks al deze gedachten.

~

Een broodje en een blikje cola. Dat was alles dat hij had gekregen. Inmiddels zat hij hier al zeker langer dan een dag. Hij was dom geweest en had in één keer alles opgegeten en gedronken. Dat was uren geleden.

Een fel licht ontstond in de ruimte een tv-scherm dook op uit het donker. Er begon iets af te spelen.

"De 17-jarige Koen van Heest is al sinds gistermiddag vermist. Nu meer dan 24 uur later heeft de politie een oproep geplaatst. De roodharige jongen zou gister niet thuis zijn gekomen nadat hij uit school was. Zijn ouders maken zich ernstige zorgen. De politie doet een oproep aan degenen die iets hebben gezien. De politie is dringend naar de jongen op zoek, maar heeft tot nu toe nog geen enkel spoor gevonden. Mocht u iets gezien hebben, bel dan direct naar de politie."

Het scherm werd weer zwart. Het was alsof toen pas alles officieel was. Hij werd vermist.

.......

One shots // BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu