3.

121 9 0
                                    

We zijn een week verder en elke dag lijkt het alsof Robbie zich slechter begint te voelen. Hij is moe, krijgt steeds vaker een bloedneus en heeft steeds vaker last van duizelingen. Op deze dag, maandag, is er gelukkig nog niks aan de lijst toegevoegd. We zijn beiden vrij vandaag dus Robbie ligt nog op bed terwijl ik in de keuken bezig ben met het ontbijt. Ik vul twee glazen met vers sinaasappelsap en zet deze op het dienblad. Deze is al gevuld met broodjes en koffie. Normaal zou Robbie me waarschijnlijk uitlachen als ik hem ontbijt op bed breng, maar ik hoop dat hij het waardeert. Nog altijd is Robbie afstandelijker dan voorheen. Hij telefoneert enkel nog als ik niet in de buurt ben, heeft nog altijd geheime afspraken en intimiteit hoef ik vanuit hem niet te verwachten. Af en toe een kus of een knuffel is veel deze dagen. Met het gevulde dienblad loop ik de slaapkamer is. Robbie ligt op zijn zij, de deken strak om zijn lichaam geklemd. Als de deur achter mij harder dichtvalt dan de bedoeling, schrikt hij wakker. "Oh, oeps. Sorry. ik wilde je niet laten schrikken." Verontschuldig ik me. Robbie wrijft even in zijn ogen en gaat dan wat rechterop zitten. "Waar heb ik dit aan te danken?" Vraagt hij, knikkend naar het dienblad in mijn handen. "Gewoon. Ik heb je lief en dat wil ik je graag laten merken." Een blosje verschijnt op zijn wangen. "Dat had toch helemaal niet gehoeven, gekkie." Giechelt Robbie. Ik zet het dienblad op zijn schoot en kruip naast hem in bed. Ik bijt twijfelend op mijn lip. Moet ik mijn gedachten uitspreken of juist afwachten?  "De laatste tijd voel ik een afstand tussen ons. Ik dacht, misschien laat ik je niet genoeg zien hoeveel ik om je geef." Beken ik dan toch. Ik zie Robbie schrikken. Met grote ogen kijkt hij me aan. Hij lijkt op zoek te zijn naar woorden maar kan ze niet vinden. Ook ik lijk op dit moment mijn volledige beheersing van de Nederlandse taal te zijn verloren. "Ik, het ligt niet aan jou." Stamelt hij. Ik knipper een paar keer met mijn ogen. Het ligt niet aan mij? "Bedoel je dat-?" Begin ik maar ik durf de woorden niet over mijn tong te laten glijden. Robbie schudt wild zijn hoofd maar grijpt niet lang daarna met zijn handen zijn haar vast. "Kut." Hoor ik hem zacht sissen. "Robbie, wat is er?" Vraag ik hem. "Duizelig." Mompelt hij en langzaam kijkt hij terug omhoog. "Ik bedoelde dat wat er nu gaande is, niet aan jou ligt en niks met jou te maken heeft." Zucht hij. Ik snap niet wat hij bedoelt. "Als het iets ergs is, vertel je het dan aan me?" Vraag ik. Robbie zucht wederom maar knikt. Ik zie een twijfel in zijn blik maar besluit het voor nu te negeren. "Eet, alsjeblieft." Ik wijs naar het dienblad en Robbie pakt een van de broodjes. Hij zet zijn tanden in de hoek van de boterham en bijt er een klein stukje af. Wat speelt er toch met hem?

Ik klik het bureaublad weg en sluit mijn computer af. De hele middag ben ik bezig geweest met de boekhouding omdat Robbie zich nog niet goed genoeg voelde. Met dat ik me uitrek, hoor ik uit de woonkamer een luid gebonk komen. Zonder twijfel spring ik op uit mijn stoel en ren ik naar de plek waar het geluid vandaan kwam. Ik zie Robbie voor de bank op de grond liggen. Gelukkig is er een kleine glimlach zichtbaar op zijn gezicht. Opgelucht haal ik adem. "Alles oke?" Vraag ik en ik help hem terug op de bank. "Ja, ik werd alleen ineens heel duizelig en toen zag ik een paar zwarte vlekken." Zegt hij, alsof het niets is. "Morgen ga je naar de dokter." Zeg ik tegen hem. Ik kan de blik in zijn ogen niet plaatsen terwijl ik hem normaal kan lezen als een boek. De kleinste veranderingen in zijn blik kan ik plaatsen maar dit keer niet. Het is alsof ik een boek voor me heb in een taal die ik niet begrijp. Uiteindelijk zie ik hem knikken. "Oke dan." Zegt hij zachtjes. "Ik maak me gewoon zorgen om je. Je bent bleek, moe, duizelig. Dat is niet normaal." Ik trek hem in mijn armen en hij laat zijn hoofd op mijn borst vallen. "Ik weet het." Fluistert hij. "Zullen we zo anders een ijsje gaan halen?" Stel ik voor. Meteen haalt hij zijn hoofd weer van mijn borst en knikt hij enthousiast. "Nou, kom." Ik sta op van de bank en trek hem voorzichtig mee. Robbie volgt me naar de gang. "Wedstrijdje wie als eerste beneden is?" Daag ik hem uit. Enthousiast knikt hij  en begint met het aantrekken van zijn schoenen. Ik volg hem en zodra mijn schoenen aan zijn, grijp ik mijn jas van de kapstok. Robbie heeft zijn jas al aan en verdwijnt door de voordeur. "Hey, dit is niet eerlijk!" Roep ik achter hem aan. Ik voel nog snel of ik de huissleutel in mijn jaszak heb zitten en ren dan achter hem aan. De deur valt met een luide klap in het slot. Als ik onderaan de trap kom, zie ik Robbie triomfantelijk naar me lachen. "Gewonnen." Grijnst hij. Ik schud lachend mijn hoofd en geef hem een vlugge kus. "Dan trakteer ik op ijs." Zeg ik als ik zijn hand vastpak. Onze vingers verstrengelen en mijn duim wrijft zachtjes over zijn hand.

De ijswinkel is niet ver van ons appartement, één van de voordelen van in het centrum wonen. De man achter de balie begroet ons met een glimlach. "Goedenavond mannen. Wat mag het zijn?" vraagt hij. Ik tik Robbie zachtjes met mijn arm, als teken dat hij eerst mag bestellen. "Eh, voor mij graag een bolletje stracciatella en een bolletje vanille." De man achter de balie pakt een hoorntje en schept de bolletjes er op. "En voor u?" Vraagt de man aan mij nadat hij het hoorntje aan Robbie heeft overhandigd. "Voor mij graag stracciatella en chocolade." Zeg ik tegen de man. Hij knikt en niet veel later krijg ik ook een hoorntje toegereikt. "Dat wordt dan zeven euro alstublieft." Zegt de man. Ik hou mijn pinpas omhoog en de man wijst naar het apparaat. "Bedankt, en een hele fijne avond, heren!" Zegt de man vriendelijk als ik heb betaald. "Hetzelfde." Glimlach ik naar de man. Robbie is al aan zijn ijsje begonnen en ook ik neem een hap als we naar buiten lopen. "Dit is echt het lekkerste ijs." Zucht Robbie en met een glimlach kijkt hij me aan. Er zit wat ijs aan zijn neus en in zijn mondhoek. Een zachte grinnik verlaat mijn mond. "Wat?" Vraagt Robbie. Ik zeg niks en til mijn hand naar zijn gezicht. Met mijn duim wrijf ik over zijn neus. "Je kunt het ijs beter opeten." Grap ik. Robbie rolt zijn ogen en neemt vervolgens een gigantische hap van zijn ijsje. Zijn lippen zijn volledig bedekt door het ijs. Uitdagend kijkt hij me aan. "Je bent echt ongelofelijk." Zucht ik voor ik zachtjes mijn lippen op de zijne druk. "Ongelofelijk lekker?" Vraagt Robbie na de kus. Ik lik even over mijn lippen en knik. Robbie lacht zachtjes en wrijft daarna met zijn hand over zijn mond. "Is jouw ijsje ook lekker?" Vraagt hij. Ik breng het ijsje naar mijn mond en voor ik het weet, drukt Robbie deze tegen mijn neus. "Robbie van de Graaf, nu ga je te ver!" Gier ik. Voor ik hem te pakken kan krijgen, rent hij weg. Hij rent in de richting waar we net vandaan komen. Ik ren achter hem aan maar stop als hij ook abrupt stil staat. Hij veegt even onder zijn neus door en ik zie een rode streep op zijn hand. "Robbie, hier." Zeg ik en ik geef hem mijn servet. Hij was te eigenwijs om het servetje mee te nemen bij de ijsboer. "Dankje." Zegt hij zacht als hij het servetje tegen zijn neus houdt. "Het is niet goed dat je zo vaak een bloedneus krijgt, lief." Zucht ik. Robbie kijkt me kort aan en glimlacht verontschuldigend. Alsof hij zijn excuses wil aanbieden voor het feit dat hij een bloedneus krijgt. "Kom, we gaan naar huis en douchen." Stel ik voor en ik zie Robbie knikken. Tijdens onze wandeling terug, heeft hij zijn neus bedekt met de servet.

Robbie is niet lang nadat we thuis kwamen, in bed gaan liggen. De duizeligheid was langzaam teruggekomen en hij voelde zich moe. Ik maak me ernstig zorgen om hem. Het feit dat hij zo veel duizelig is, bloedneuzen krijgt en zwarte vlekken begint te zien, kan geen goed teken zijn. Nu zou ik op internet alle mogelijke oorzaken kunnen opzoeken maar ik weet dat ik mezelf dan alleen maar nog gekker ga maken. In plaats daarvan besluit ik een douche te gaan nemen. Dat is vaak het moment waarop ik het rustigste kan nadenken. Zachtjes loop ik de slaapkamer in. Robbie is nog wakker en kijkt me glimlachend aan. "Wat?" Giechel ik. Robbie staat op uit bed en loopt met kleine passen naar me toe. Zijn handen legt hij op mijn heupen. "Niks. Ik ben gewoon enorm blij met jou." Ik leg mijn armen rond zijn nek, waarna ik mijn hoofd tegen zijn schouder leg. Zijn duim wrijft zachtjes over mijn linkerheup. "Gelukkig maar, want ik ben niet van plan weg te gaan." Zeg ik tegen hem. Ik hoor hem zachtjes grinniken. "Ik wilde eigenlijk even gaan douchen. Ga je mee?" Vraag ik hem. Hij zucht zachtjes. "Ik eh," Begint hij stamelend. Ik haal mijn hoofd weer van zijn schouder om hem aan te kijken. Zijn tanden heeft hij in zijn onderlip gezet, wat mij aangeeft dat hij zenuwachtig is. "Het hoeft niet, als je niet wilt." Zeg ik. Ik zie dat hij twijfelt. "Weet je, ga jij anders alvast in bed." Mijn armen laat ik wegglijden rond zijn nek en ik loop naar de kast om een schone onderbroek te pakken. "Mat, wacht nou even." Zegt Robbie als ik de kamer uit wil lopen. "Ik wil graag even douchen, Robbie." Hij probeert mijn hand te pakken maar ik trek mijn arm weg en loop naar de badkamer. Ditmaal ben ik degene die de deur op slot draait. Ik moet even alleen zijn, zonder de kans dat er iemand binnengelopen komt.

Eeuwig en AltijdWhere stories live. Discover now