6

141 10 2
                                    

'Viki! Tijd om op te staan!'
Ik knipper sloom met mijn ogen en rek me uit.
'Ik kom zo!' roep ik terug.
Enkele seconden later hoor ik de hakken van Effie wegwandelen, waardoor ik er redelijk zeker van ben dat Effie zelf ook wegwandelt.
Met een luide zucht zet ik me rechtop en wrijf in mijn ogen. Straks moeten we de arena al in.
Ik schud met mijn hoofd, hopende dat die gedachte verdwijnt en dat ik nog eventjes kan doen alsof alles heel normaal is, in de plaats van wat hoogstwaarschijnlijk de laatste dag van mijn leven zal zijn.

Ik neem een korte douche, al geniet ik er wel van. Ik heb gekozen voor shampoo en zeep die naar rozen ruikt. Het doet me denken aan thuis, waar we er enkele in ons voortuintje hadden. Ze waren niet zo mooi, en hingen er wat slapjes bij, maar toch was het een deel van ons huis.

Wanneer ik uit de douche kom, droog en kam ik mijn haar, en besluit ik om een blouse en een rokje aan te doen. Ik zal het waarschijnlijk niet voor lang aan hebben, maar ik doe het toch maar om mijn gedachten wat te kalmeren en mezelf te overtuigen dat er niets aan de hand is. Dat ik zo dadelijk niet de dood in zal worden gestuurd.
Alsjeblieft, Viki, waarom probeer je het nog? Je trapt er niet in, en dat weet je.

Ik loop mijn kamer uit, en bots tegen Mats aan.
'Hé, goedemorgen ukkie' zegt hij met een glimlach waardoor hij een kuiltje in zijn linker kaak krijgt.
Ik geef hem een knuffel en leg mijn hoofd tegen zijn schouder. Hij aait zachtjes door mijn haar.
'Gaat het wel?' vraagt hij.
'Ja hoor' zeg ik, terwijl ik mijn rug weer recht en een glimlach op mijn gezicht tevoorschijn tover.
'Kom, dan gaan we eten' zegt hij zacht.

'Ha, daar zijn onze tieners eindelijk' zegt Haymitch.
'Dat heeft ook wel lang genoeg geduurd' moppert Effie. Ze haalt haar linker wenkbrauw op, en snuffelt lichtjes met haar neus. 'Zijn dat rozen?'
Ik grinnik en knik terwijl ik een broodje neem.
'Goed eten, dan zitten jullie magen al goed vol in de arena' zegt Haymitch.
'Maar eet jullie niet ziek, hoor. Daar maken jullie het alleen maar erger mee' vult Effie aan.
Mats grinnikt. 'Zou je denken?'
Ik doe mijn best om zo goed mogelijk te eten, maar ik krijg bijna niets binnen. Ik voel me misselijk en ben draaierig van de stress.
Mats merkt het op en legt zijn hand op mijn rug, terwijl hij me een glas water aanbiedt. 'Drink wat. Je zal je snel beter voelen en zo droog je niet al te snel uit.'
Ik volg zijn advies en drink erg veel water. Ik voel me er beter door, al ben ik uiteraard een keer of twee naar het toilet moeten gaan. Ik eet niets buiten een toastje, maar ik voel me wel wakker en energiek.

We hebben ons moeten omkleden. Ik draag nu een dikke broek, een t-shirt en een dikke vest. Ik heb wollen sokken en wandelschoenen aan en heb mijn haar in een staart. We zeggen Effie en het penthouse vaarwel en stappen samen met Haymitch de lift in.
'Weten jullie al hoe jullie elkaar zullen vinden? Als jullie besluiten om als een team te spelen natuurlijk' vraagt Haymitch.
Mijn ogen worden groot. Natuurlijk, daar hadden we helemaal nog niet aan gedacht!
'Nee, dat hebben we nog niet afgesproken. Ik heb misschien wel een idee. In het midden van de arena staat er toch altijd een soort van...gebouw?' vraagt Mats.
'De Hoorn' vult Haymitch aan.
'Ja, dat. Het heeft een soort van... je zou het een staart kunnen noemen. De scherpste punt, zeg maar. We weten nog niet hoe de arena er uit zal zien, maar misschien kunnen we afspreken in het deel waar de staart naar wijst?'
Ik knik. 'Het deel waar de staart naar wijst. Ja, oké!'
Ik voel me bang. Deze kleren, het feit dat we dit soort dingen moeten afspreken... ik besef steeds meer dat we dadelijk in de arena zullen staan, en moeten vechten om ons leven. Ik voel me bang, maar tegelijkertijd krijg ik ook veel energie, en voelt het alsof ik niet kan stil staan. Ik weet dat ik zal sterven, dat kan niet anders. Ik ben nog steeds maar twaalf. Ik hoop gewoon dat het snel gebeurt, en dat het Mats lukt om te winnen.

We stappen uit de lift en wandelen naar buiten.
'Vanaf hier moeten jullie alleen verder. Bijna alle tributen zitten al in de hovercaft. Ga er heen en ga op de voor jullie toegewezen plaatsen zitten. Doe wat ze vragen, oké? En vergeet niet te blijven leven' zegt Haymitch.
Ik slik en geef hem snel nog even een knuffel, voor hij achteruit stapt en achter gesloten deuren verdwijnt.
Angstig neem ik Mats zijn hand vast, en samen stappen we de hovercraft in. We moeten gaan zitten op stoeltjes die zijwaarts tegen de wanden van de hovercraft staan, naast de andere tributen.
Terwijl iemand onze gordels vastmaakt kijk ik toe hoe er een vrouw rondgaat bij de andere tributen. Ze heeft iets in haar hand, maar ik kan niet zo goed zien wat het is omdat ze met haar rug naar me toe staat. Als ze bij de laatste van de rij aan de overkant is geweest, draait ze zicht om en stapt ze op ons af.
Nu kan ik zien dat ze een spuit vast heeft, met een of ander zilver-blauw-achtige vloeistof er in.
'Geef me je arm' zegt ze met een monotone stem.
Ik slik. Wat gaat ze met me doen?
'Wat is dat?' vraagt Mats.
'Je volgchip. Geef me je arm.'
Ik doe wat ze vraagt en stroop mijn mouw op.
Wanneer de naald in mijn vel dringt, knijp ik mijn ogen dicht en piep zacht. Een seconde later is het alweer voorbij. Ik open mijn ogen en bekijk mijn arm. Op het eerste zicht is er niets speciaals te zien, maar als ik mijn arm wat draai zie ik dat er zich iets onder mijn huid bevindt. Snel doe ik mijn mouw weer naar beneden, terwijl ik Mats een zucht hoor slaken wanneer ook hij een volgchip krijgt.
Niet veel later, als alle tributen aanwezig zijn en hun volgchip hebben gekregen, verlaat de vrouw de hovercraft en sluit de poort. Enkele seconden later begint de grond onder onze voeten te trillen, waarna we de lucht in schieten. Ik neem Mats zijn hand vast. Het is nu niet lang meer.
We kunnen niet naar buiten kijken, waardoor ik me compleet gedesoriënteerd voel. Ontsnappen was sowieso geen optie, maar het maakt me nerveus dat ik niet weet waar we heen gaan.

My hungergamesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu