Tris

271 10 4
                                    


Ik doe mijn ogen open en ik kijk om me heen. Ik ben omringt door witte muren. Ik lig in een groot ziekenhuis bed, niemand is in de kamer. In een flits herinner ik me wat er is gebeurd. Maar wat is er gebeurd nadat David me neer schoot? Ik kijk naar buiten. De witte sneeuw geeft mooi af op de hemels blauwe lucht. Ik vraag me af, of Tobias nu ook naar de sneeuw kijkt. Ik mis hem, ik heb hem nodig. Mijn hoofd bonkt, en mijn buik doet pijn. Ik voel aan de plek waar David heeft geschoten, en er schieten pijnscheuten door mijn hele lichaam. De deur gaat open, ik draai mijn hoofd. Cara komt op me af gesprint. 'Tris! Gaat het? Ze zeggen dat je heel veel geluk hebt gehad, je hebt het nog net overleefd! Hoe voel je je?' ik kreun 'het gaat wel, overal pijn. Waar is Tobias, is hij al terug?' Cara kijkt bezorgt naar mijn buik 'Nee hij is nog niet terug, hij is onderweg hoorde ik net.' 'Cara,' zeg ik, 'ik wil dat je hem voor me opwacht en meteen naar me toe laat komen.' Cara knikt. 'Weet je zeker dat ik niet bij jou moet blijven?' ik ga wat rechter op zitten 'Het gaat wel, ga nou maar!' ik zie aan Cara dat ze er duidelijk niet mee eens is, maar uiteindelijk staat ze op en loopt ze weg. Ik laat me met een zucht weer zakken.

Allegiant Part 2Donde viven las historias. Descúbrelo ahora