•3.0•

388 35 4
                                    

"They never realise what they saw, until it's invisible."

Point of view Niall

Nog nooit heb ik zo veel draadjes aan iemands lichaam zien zitten. Zelfs toen Greg er slecht aan toe was, had hij niet zo veel draadjes aan zich hangen als Emma nu heeft.

Kijken naar Emma is het enige wat ik kan en het liefst had ik gewild dat ik niet als eerst bij haar mocht kijken, want ik weet niet wat ik moet doen. Moet ik tegen haar praten, schreeuwen, of moet ik alleen haar hand vast houden en niks zeggen zoals ik de afgelopen tien minuten heb gedaan? Ik buig voorover en laat mijn hoofd op het randje van het matras van het ziekenhuisbed liggen terwijl ik mijn vrije arm over Emma heen leg. Mijn duim draait rondjes over Emma's huid.
De tranen die uit mijn ooghoeken rolden blijken zich terug getrokken te hebben en ik ben blij dat ik nu niet huil, want ik wil niet huilen. Emma en Greg hebben beide over hetzelfde gelogen en ik ben er klaar mee, ik ben er klaar mee dat iedereen liegt terwijl ik er altijd voor ze ben geweest. Liegen over doodgaan maakt me... dood.
Ik zucht diep en verstrengel mijn vingers met die van Emma en houd haar hand stevig vast. Ik wacht op het moment dat Emma ook mijn hand stevig vast pakt, maar zodra ik me besef dat ik niet weet of ze ooit weer wakker word voel ik de brok die ik had weggeslikt weer terug komen in mijn keel.
Nog steeds weet ik niet wat er precies is gebeurt - aangezien niemand mij iets vertelt - maar wat ik wel weet is dat ze een lichte psychose heeft gehad waarbij ze hallucinaties had waardoor ze mij zag staan. 
Alles in mij begint te beven als ik eraan denk dat ze voor lange tijd in paniek is geweest terwijl ik er niet was, ik ben bang dat ze pijn heeft gehad, al weet ik dat ze bijna elke minuut of misschien wel elke seconde van de dag pijn heeft. Ik ben bang dat ze me haat en dat ze niet wil dat ik hier nu bij haar ben. Aan de andere kant wil ik dat ik doe wat ik denk dat goed is voor zowel Emma als mij, en ik denk dat ik hier moet blijven. Ik wil haar niet loslaten nu ik haar weer terug heb.

De hartmonitor blijft piepende geluidjes maken en eigenlijk zou het me moeten irriteren zoals bij iedereen, maar deze piepende geluidjes zijn mijn houvast. Elke piep die de monitor maakt, laat me geloven dat ze het haalt. De piepende geluiden en lijnen die vormen worden gemaakt door Emma's lichaam, de monitor laat het leven wat zich nu in Emma afspeelt zien. De monitor geeft elke slag die haar hart maakt weer. Elke keer dat haar hart klopt wordt er weer een nieuwe boost met bloed in haar lichaam gepompt en in dat bloed zit zuurstof en zolang ze zuurstof heeft leeft ze nog, zolang haar organen nog werken leeft ze nog. Ze is niet dood, haar longen, hart, nieren, darmen en haar lever werken nog. Ze ademt, net als mij.
Ik wacht op het moment dat ik word geroepen door een verpleger of de vader of moeder van Emma, maar zelfs na een uur lig ik nog steeds in dezelfde houding bij Emma. Mijn nek doet pijn en het voelt alsof mijn wangen zijn samengetrokken door de natte, zoute tranen die als een kleine rivier over mijn wangen naar beneden stroomde. Voorzichtig ga ik overeind zitten zonder Emma's hand los te laten en kijk ik naar haar gesloten ogen.

"Het spij--" mijn stem slaat over bij de eerste woorden die ik probeer uit te spreken terwijl mijn stembanden smeken om geluid te maken.
"'Het spijt me, maar zaken doen gaat niet als de dochter van je advocaat een relatie heeft me de zoon van zijn cliënt.'" Ik citeer de woorden van mijn vader en ik besef me weer hoe boos ik op hem ben dat hij weer iets in mijn leven heeft verpest. Mijn vader was altijd mijn voorbeeld geweest, maar het lijkt alsof er in het afgelopen jaar zoveel is gebeurd wat ons uit elkaar heeft gedreven dat we niet meer door één deur kunnen.
"Emma, ik heb je niet in één keer opgegeven, geloof me." Het licht van de maan schijnt in de kamer en de maan laat Emma stralen.
Emma is een ster, ze is het universum dat wordt verlicht door de samenwerking van de zon en de maan.
"Heb je pijn? Als je pijn hebt, mag je gaan. Je mag gaan, maar voordat je weg bent wil ik wel dat je weet dat jij het licht bent wat mij laat schijnen, dat jij het vuur bent wat binnen in mij woed." ik kan mijn hart niet meer horen kloppen en de hartmonitor niet meer horen piepen als ik ongemakkelijk vooroverbuig om Emma te kussen met het idee dat ze me terug kust, maar zodra mijn lippen de hare raken komt de kus alleen van mijn kant en is het licht wat zij in mij liet schijnen gedoofd. Een zucht verlaat Emma's mond als ik mijn lippen van de hare haal en voor even denk ik dat ze haar ogen zal openen, maar die gedachten wordt weggezogen door het geluid van een overheersende, eentonige piep.
Nog nooit is angst zo snel in mijn lichaam aangewakkerd, maar nu ik mijn hart harder voel bonzen dan ooit, mijn ademhaling onregelmatig is en mijn handen beginnen te zweten weet ik zeker dat dit het ergste gevoel van angst is dat ik ooit heb gehad.

"Nee, nee, nee," ik sta op en maak mijn hand los uit die van Emma en pak met beide handen haar gezicht vast. "Emma, ik meende het niet! Je mag niet gaan!" Niks wat ik doe laat de piep stoppen. Ik kus elk deel van haar gezicht in de hoop dat ze terug komt en ik bid dat ik nu wakker word in mijn eigen bed. Ik bid dat dit niet het laatste moment is wat ik deel met Emma. Haar gezicht is nat door mijn tranen en na een paar secondes word ik weggetrokken en val ik huilend in iemands armen. Zonder tegen te stribbelen neemt degene me mee Emma's ziekenhuiskamer uit en word ik naar een aparte kamer gebracht.

"Het spijt ons Niall." mijn schouders schokken en ik voel me gebroken. Ik kijk op en ik zie dat de moeder van Emma voor me staat. Of ze tranen in haar ogen heeft weet ik niet, want op het moment is alles als een waas voor mijn ogen. Ik wrijf ruw in mijn ogen en als ik alles weer helder zie ren ik langs Emma's moeder heen de kamer uit. Ik ren de lange gang door richting de trap, al struikelend over mijn eigen voeten kom ik aan op de begane grond en ren ik door de lege, grote hal naar buiten. Het lijkt alsof ik achter Emma aan ren, het lijkt alsof ik haar achtervolg terwijl ik niet weet waar ze nu is. Ze is onzichtbaar.
Na een paar minuten kunnen mijn benen niet meer verder rennen en sta ik stil. De sterren schijnen fel waardoor ik me nog schuldiger voel. Ik dacht dat Emma mijn ster was, maar nu realiseer ik me pas dat alle sterren dood zijn. Ze zei dat ze een ster zou zijn als ze zou overlijden.
De gure wind snijdt dwars door mijn sweater heen en een harde schreeuw verlaat mijn mond zodra mijn benen het begeven en ik met mijn knieën op de harde stenen val. Niets in mij weet wat ik moet doen, ik voel me hopeloos, gebroken, maar vooral alleen.
Een uitstekende steen drukt in mijn hand als ik met ondersteuning van mijn handen opsta. In het donker van de nacht kan ik niet verder kijken dan twee meter terwijl er boven mij een zee van sterren zweeft en de maan een kristal lijkt in het zwarte gat.
Zonder na te denken loop ik al huilend, vloekend en schreeuwend de lange weg af die me terug naar huis zal leiden.
Thuis zijn alle lichten uit en hoe hard ik ook op het raam bonk er doet niemand open. De bel, die al jaren kapot is, sla ik stuk met een steen, maar niks helpt om mijn opgekropte verdriet en woede te verminderen. Er sijpelt een straaltje bloed uit mijn hand doordat er een stukje van de bel in mijn hand vloog, maar het maakt me niks uit. Nog één keer bonk ik hard op het grote raam van de woonkamer en roep ik om mijn vader. Uiteindelijk vliegt de deur open en stormt mijn vader naar buiten. Zijn haar zit door de war en hij knoopt snel zijn badjas dicht terwijl ik op hem afloop en niet weet of ik hem moet slaan of knuffelen. Ik kies voor het laatste en knuffel mijn vader terwijl de tranen over mijn wangen blijven stromen. Ik voel de armen van mijn vader om me heen en meteen heb ik er spijt van dat ik hier bij hem sta.

"Ik weet wat er is gebeurd." fluistert zijn stem wat er op de één of andere manier voor zorgt dat ik stop met huilen. Al kan het ook zijn dat mijn tranen op zijn.

"Ik kan dit niet weer alleen papa."

[A/N]

Halloi,

Sorry voor het zo lang niet updaten (bijna twee weken) en tja ik weet niet echt wat ik heb gedaan met dit hoofdstuk dus als het echt heel slecht is dan ga ik hem wel herschrijven. Maar het boek is bijna af bruhs ik heb al zo lang aan dit boek geschreven bijna zeven maanden en dat is best wel lang voor mijn doen.

FIJNE FEESTDAGEN ALVAST!

Jullie zijn de beste ♥

Adieu xox



Invisible// Niall HoranWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu