Haar voeten deden pijn.
Honderd naalden prikten.
Ze voelde dat ze viel.
Dat ze weggleed.
Naar de duisternis.
De ondoordringbare duisternis.
Niemand die haar opving.
Ze was alleen.
JE LEEST
Dans
Short StoryTranen drupten op de grond. Vormden kleine riviertjes. Riviertjes die naar elkaar toe stroomden. Tot een grote plas voor haar ontstond. Haar lange haren die er vlak boven zweefden. Haar handen voor haar gezicht. Haar schokkende schouders...