9. Vertrouw me

226 37 1
                                    

Onia sloeg haar armen sussend om me heen, fluisterde dat alles goed zou komen. Fluisterde dat ik niet bang moest wezen, fluisterde dat ik me niet moest laten verjagen.

Onia hield haar handen onder mijn kin, en keek me recht in mijn ogen. 'Samen kunnen we ze aan, samen kunnen we ze overtuigen dat je de liefste bent, mijn kleine draak, vertrouw me!'

De wanhoop was van haar gezicht gedropen en had plaats gemaakt voor moed en vertrouwen in mij en in haar volk.

Onia draaide zich dapper om, spreide haar handen voor de menigte, riep hen tot halt. De geordende rij rommelde even, en vervormde zich. Alle wouden ze op de eerste rij staan om Onia te aanschouwen.

'Doe hem geen kwaad! Hij heeft jullie niets gedaan!' Haar woorden overmeesterde het kabaal van het onweer, alle hoorde ze haar smeekbede, verbijsterd en verward keken ze toe.

Tranen rolde over Onia's wangen, tranen vol trots, tranen vol liefde, maar ook tranen vol angst.

'Geef hem een kans, slechts een klein beetje vertrouwen. Geef mijn kleine draak een kans, te bewijzen dat hij te vertrouwen is, dat hij net zo veel voor jullie kan betekenen als voor mij.

De menigte begon zacht te fluisteren, de menigte begon te kakelen. Een oude man stapte de menigte uit, en ze zwegen direct.

De oude man met het gezicht van vertrouwen, dat al decennia door de straten zwierf, dat al decennia zijn volk toe sprak. De man die Onia niet zal laten bepalen wie te vetrouwen is en wie niet.

De man die aan zou tonen dat haat diep in hen zat, de man die Onia terug in mijn armen zou jagen.






De Kleine DraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu