V I E R E N T W I N T I G

125 4 0
                                    

Rio

Mijn kamer is met opzet naast die van haar gebouwd. Ik kan horen wat ze doet en zegt. ik grinnik. Nou, ze is in ieder geval vrolijk. Dat maakt het vast een stuk makkelijker om deze opdracht door te komen. Mijn kamer is -ten opzichte van die van haar - sober ingericht. Zwarte spreien, eenvoudige meubels en nergens staat eigenlijk iets persoonlijks. Ik heb niet meer nodig, dit is prima voor mijn doen.

Ik laat me op het bed vallen, waarom moest ik die prins nou vermoorden? Ik had honger, maar toch. Ik schud het van me af, geen tijd nu om te gaan mokken. Ik scherp de wapens in mijn wapenkast en let op of er niemand binnen komt, dat zou rampzalig zijn! Een prins met wapens? Toe nou zeg, dat kan toch niet?'

De vreemde kroonprins van Nicalea {short chapters}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu