2

43 2 2
                                    

"Liv, wakker worden. Liv! Stop ermee." Haar stem maakte me wakker. Ik keek slaapdronken naar haar gezicht. Ze had het lampje op het nachtkastje aangeknipt. "Ik zal mama halen." Wat was er gaande? De pijn dreunde na twee seconde in mijn hoofd toen Karo uit mijn kamer was. Mijn voeten doen pijn. Alsof ik honderden kilometers had gelopen. Mijn vuisten tintelden. Alsof ik door een muur heen had gebokst. Ik voelde iets vochtig uit mijn neus druppen. Ik bracht mijn vinger aan mijn neus en keek gebiologeerd naar het rode vocht dat aan mijn vingers kleefde, bloed. Meteen zat ik rechtop. Hoe kon dit? Het was al meer dan een jaar geleden dat ik nog wakker werd met verwondingen, maar het is de allereerste keer dat er bloed aan te pas komt. Veel bloed. Mijn moeder stormde mijn kamer binnen en bleef luttele seconden staan. Haar grote ogen verrieden dat dit ernstiger was dan alle andere keren. Mijn vader kon het niet meer aan en verhuisde. Op één of andere manier was mijn moeder wel blij want hij dronk het geld op. Er was al zo weinig voor mijn afspraken met mijn psychiater en dokter, en daar kwam het huishouden en de studies nog bij.

Na een tijdje moesten we het huis uit. We verhuisden naar een klein appartementje. Groot genoeg voor ons drieën.  Ik en Karo veranderden dan ook van school.

"Heb je alles?" Mijn moeder was druk in de weer. Ze liep als een kip zonder kop door de kleine keuken. "Ja, mam. Ik heb alles. Maak je geen zorgen." Het was al half december. De examens moest ik niet meedoen, maar ik zou wel alles moeten inhalen. Het meeste van de tijd was ik té ziek (té gewond) om naar school te gaan. Dus kon ik vorige week nog niet startten. Karo had  haar draai op haar nieuwe school al gevonden. Nu was het mijn beurt. "Doe voorzichtig. En als je weer pijn lijdt, bel je meteen. Begrepen?" Ze gaf me een vluchtige zoen op mijn kaak. Ik knikte en omhelsde haar. " Ik zal voorzichtig zijn." Ze zwierde me uit en ik trapte zo hard ik kon op de pedalen van mijn fiets om door de tegenwind te geraken.

Aangekomen op mijn nieuwe school werd ik door iemand van het secretariaat naar mijn klas begeleid. "Je zal je hier vast snel op je gemak voelen. Je aanvallen respecteren we hier. Als er iets is mag je meteen komen en bellen naar het thuis front." Ik keek de vrouw glimlachend aan. Ik had nu al een hekel aan haar. Ze was té nep, té meelevend. Ze praatte tegen me als tegen een klein kind met een beperking. "Dank u." zei ik even enthousiast als zij.

Ze opende de deur en wenste me succes. De klas zat stampvol. De leerkracht stopte midden in zijn uitleg en keek me aan. "Jij moet vast Olivia zijn. Welkom. Ga gerust ergens zitten. Ik ben meneer Ottawa, maar noem me maar Ot, en ik ben je nieuwe leerkracht godsdienst." Meneer Ot wees een plekje aan in het midden van alle banken en ik liep er naartoe. De klas observeerden al mijn bewegingen. In hun ogen was ik een tijdbom die elk moment kon ontploffen. Sowieso dat er iemand van de leerlingenbegeleiding over mijn komst had verteld. Ze zeiden dat ze alles geheim hielden maar dan zou deze klas niet angstig hun adem inhouden en afwachten totdat ik een spastische beweging maakte en me naar een instelling zouden sturen. De aandacht ging terug naar Meneer Ot en zijn les over de duivel en God, want zelfs de duivel was vroeger een engel geweest.


SoulmatesOnde histórias criam vida. Descubra agora