31

1.2K 80 8
                                    

Perspectief Brahim:

Boos liep ik maar weg. Hoe kon ik dat tegen haar zeggen?

Ik liep naar Khadija toe en gaf haar de autosleutels van Yassin's auto.

'Het is goed zo.' Zei ik en liep weg.

Ik liet haar achter met een mond vol tanden.

Na alles wat ik voor haar heb gedaan, wil ze me niet. Dan ben ik haar niet waard.

Ik pakte mijn telefoon erbij en verwijderde haar nummer uit mijn telefoon. Als zij mij niet nodig heeft, heb ik haar niet nodig.

Met pijn in mijn hart liep ik door naar huis.

Één ding is zeker, ik zal haar nooit vergeten. Ik wens Yassin veel geluk met haar. Ik hoop dat ze zich later realiseert dat ik helemaal niet meende wat ik zei.

Thuis aangekomen gooide ik de deur open.

Mijn zusje schrok op en kwam naar me toe.

'Wanneer komt Asyah weer?' Vroeg ze meteen.

Mijn antwoord was kort maar krachtig.

'Nooit.' Zei ik boos.

Ze deinsde terug aangezien ze zag dat ik boos was en keerde terug naar de woonkamer.

Ik ging rechtstreeks naar mijn kamer en zette mijn PlayStation aan.

Vanaf morgen ga ik gewoon mijn leven weer leiden en haar uit mijn gedachten zetten, zei ik tegen mezelf. Ik ga me focussen op school, dat is wat ik ga doen.

Ze gaat uit mijn hoofd.

***

Het is alweer een week later sinds, sinds Asyah en Yassin. Om eerlijk te zijn voel ik me prima. Zonder haar heb ik geen gezeik aan mijn hoofd en op school gaat het heel goed. Ik besteed meer tijd met mijn broertjes en zusjes dan ik vroeger deed, en om eerlijk te zijn, vind ik het helemaal goed zo.

Perspectief Asyah:

Ik ben gelukkig met Yassin, hij is veranderd, in de goede zin!

Ik heb hem aan mijn ouders voorgesteld en hij leek hen een lieve jongen.

Ik was onderweg naar zijn huis en pakte de bus. Om me heen zag ik 3 mannen naar me staren. Die mannen kwamen me vaag bekend voor.

Ze bleven me indringend aanstaren. Snel pakte ik een klein spiegeltje erbij en keek of ik er normaal uit zag, of ik niet een of andere make-up vlek op mijn gezicht had. Maar nee, alles zag er normaal uit.

Ik trok me er niets van aan en vervolgde mijn busreis, op naar Yassin.

Ik moest nog ongeveer 5 minuutjes lopen, dan was ik bij zijn huis. Ik stopte mijn oortjes in mijn oren en zette een muziekje op.

Cazz Major - ik weet hoe het voelt

Waar herkende ik die mannen nou van? Als ik iets moet weten, dan moet ik het ook echt weten.

Ik keek om me heen en besefte dat ik verkeerd was gelopen, zo vaak was ik nou ook nog niet bij Yassin geweest. Das mijn excuus.

Ik keerde om en zag de mannen achter me staan. Ik schrok me dood.

'Hallo.' Zei ik vriendelijk en liep door.

Ze gingen aan de kant en lieten een weg voor me. Weer keek ik achterom en zag dat ze me volgden.

Ik pakte mijn telefoon erbij en zocht het nummer van Yassin, ik zette het op een pas.

Ook de mannen achter me begonnen te rennen.

'WAT WILLEN JULLIE VAN ME?!' Riep ik, niet wetend dat Yassin al had opgenomen.

'Asyah waar ben je?' Hoorde ik aan de andere kant van de lijn.

'Doe de achterdeur open, nu.' Zei ik.

Ik zag dat de mannen op een afstandje waren en ik sprintte richting de andere deur die open stond.

'DOE DICHT.' Riep ik en probeerde uit te hijgen.

Ik keek vanuit het raam of ik ze nog zag, maar ze leken de weg kwijt te zijn.

'Ga je me nog vertellen wat er is gebeurd?' Vroeg Yassin bezorgd.

'Is je moeder thuis?' Vroeg ik en keek om me heen.

Hij schudde van niet.

Ik ging naar de woonkamer en zat op de bank en ging liggen. Ik sloot mijn ogen en dacht, dacht aan wie die mannen konden zijn.

'Wat is er gebeurd Asyah, laatste keer dat ik het vraag.'

Ik zuchtte een keer diep en het schoot me eindelijk te binnen.

'Die mannen die jou in het park hebben geslagen.' Zei ik met grote ogen.

'Zaten net achter mij aan.' Voegde ik toe en keek versteend voor me uit.

'Je maakt een grapje toch.' Vroeg hij lachend.

Ik keek hem met een neutraal gezicht aan en schudde mijn hoofd.

'Zie ik eruit alsof ik hierover een grapje zou maken?' Zei ik boos en sloeg hem tegen zijn buik aan.

'Auw.' Zei hij en kromp in elkaar.

Ik schrok. Hij had nog steeds last van zijn buik.

'Sorry sorry sorry!' Riep ik en knielde naast hem neer.

Hij kwam lachend overeind.

'YASSIN!' Riep ik boos. 'Geen tijd om grapjes te maken!'

Ik keek hem boos aan.

'Sorry schatje, ga zitten.' Hij kalmeerde me.

'Weet je zeker dat zij dat waren?' Vroeg hij daarna serieus.

Ik knikte.

'Nadat ze je toegetakeld hadden, keek er een me indringend aan. Dat vergeet ik niet zomaar.' Zei ik.

'Shit...' Zei hij toen.

Alsjeblieft Niet!Where stories live. Discover now