Hoofdstuk 26

81 14 12
                                    

De volgende morgen wordt ik gewekt door mijn moeder die de gordijnen met een wilde beweging opentrekt.
"Rise and shine, jongeman," zegt ze terwijl ze waggelend naar me toe komt lopen.
"Hmm?" mompel ik vragend. Mijn oogleden lijken onafscheidelijk van elkaar en ik krijg ze dan ook nauwelijks geopend.
"Doe je ogen eens open, ik heb een verrassing," zegt mijn moeder. De toon van haar stem herken ik uit duizenden. Ze heeft iets groots, maar probeert het te verdoezelen. Gelukkig ken ik mijn moeder langer dan vandaag.
Na een paar pogingen lukt het eindelijk mijn ogen te openen. Als ik met mijn handen in mijn ogen wrijf voel ik kleine korreltjes opgedroogd traanvocht schuren in mijn ooghoeken. Voorzichtig probeer ik deze te verwijderen met mijn vinger. Het korreltje laat los en ik veeg het af aan mijn dekbed. Als ik mijn blik richt op het gezicht van mijn moeder moet ik bijna lachen. Ze heeft een grijns op haar gezicht, die ze probeert te onderdrukken. Hierdoor steken haar jukbeenderen meer naar voren als anders. De roze blosjes op haar wangen versterken dit effect en doet haar lijken op een boskabouter.
"Wat is de verrassing?" vraag ik oprecht geïnteresseerd wanneer ik mijn benen over de rand van het zwarte bed leg.
"Tja," zegt ze en ze haalt haar schouders op. "Ik zou het ook niet weten." Het gezicht van mijn moeder lijkt nu nog boller dan daarnet. Haar ogen glimmen van pret.

"Ik heb geen tijd voor spelletjes," zeg ik grappend als ik opsta. Ik trek mijn grijze bokser recht en wil de kamer uitlopen als mijn moeder me tot halt roept.
"Je hebt gewonnen." Ze zwaait met een strook papier voor mijn neus. Ik pak het gretig aan en lees wat er op het papier staat. 
"Vlucht traject Nederland - Engeland en traject Engeland - Nederland." Mijn ogen worden groot en ik lees niet meer wat er verder op de tickets staat.
"Je had gelijk. Het wordt een meisje. Nu kun je lekker naar Austin gaan." Mijn moeder kijkt trots naar me. Ze heeft haar handen op haar onderrug gelegd en buigt lichtelijk naar achteren.
"Heb je weer rugpijn?" vraag ik bezorgd. Ze glimlacht en wuift het weg. 
"Maak je maar geen zorgen. Wat vind je ervan?"

Ik kijk mijn moeder aan. "Moet je dat nog vragen? Super!"
Ik loop naar haar toe en sluit mijn armen om haar heen. 
"Bedankt, mama. Ik ben je zo dankbaar. Ik weet niet hoe ik je moet bedanken."
"Je hoeft me niet te bedanken, je bent al een geschenk uit de hemel. Jouw naam betekent erfgenaam van Bran. Bran was de beschermheer van de Kelten, hij werd ook wel de gezegende genoemd."
Mijn moeder zet een stap naar achteren en kijkt me trots aan. Ze legt haar rechterhand op mijn linker schouder en zegt: "jij bent onze beschermheer, Brannon. De beschermheer van het gezin."
Mijn moeder werd emotioneel, haar stem brak en ze slikte een aantal keer snel achter elkaar. Ze wilde het niet laten merken.
"Het is een mooie naam, een naam die ik met eer zal dragen." Ik glimlach naar mijn moeder en druk een kus op haar wang.

"Ik ga trouwens zo meteen op de koffie bij Hanne. Ik ben straks weer terug. Heb jij nog iets gepland?" Mijn moeder maakt aanstalten om weg te lopen, maar blijft me aankijken in afwachting op mijn antwoord.
"Ik heb niks concreet gepland, maar ik kan wel kijken of ik iets kan gaan doen."
"Dat is prima, ik zie je vanmiddag wel. Als je weg bent, wil je me dan wel even een berichtje sturen? Zo weet ik dat je niet thuis bent en dan kan ik eventueel ook rekening houden met het avond eten."
Ik steek een duim op en loop richting mijn kledingkast om me aan te kleden. Ik pak een flanellen overhemd en een zwarte skinny broek met gaten op de knieën. Tegenwoordig is het mode, maar deze scheuren heb ik zelf veroorzaakt door te vallen met het freerunnen. Ik glimlach, meerdere mensen hebben aan mij gevraagd waar ze deze broek konden kopen. Ik had altijd gegrapt dat het een limited-edition was. Een échte Foster. 

Als ik me volledig heb aangekleed en ontbeten stuur ik een berichtje naar Austin. Hij vindt het vast enorm leuk om te horen dat ik binnenkort naar hem toe kan komen. Ik strijk met mijn hand over mijn hoofd. Mijn haar groeit snel, de kleine zachte donsharen hebben plaatsgemaakt voor al wat stuggere haren. Ze zijn nog niet erg lang, meer gemillimeterd, maar ik ben blij dat mijn haar redelijk snel terug groeit. Vroeger vond ik het irritant. Als 7-jarig jongetje moest ik praktisch iedere week naar de kapper. Mijn haar was toen gemillimeterd en om het zo te houden moest ik elke week terug, anders was het binnen no-time half-lang.

Misschien moet ik nog even naar de winkel, mijn moeder is nu toch niet thuis en ik wil haar die kuuroord cadeaubon nog geven. Ik trek mijn dunne donkergroene jas aan en zet mijn donkerblauwe beanie op mijn hoofd. Ik weet dat ik me niet hoef te schamen voor mijn gemillimeterde haar, maar het voelt zo kaal.
Met een grote glimlach stap ik op de fiets, het weer is heerlijk. Ondanks dat mijn zwarte fiets aan alle kanten kraakt, fietst het nog uitstekend. Ik trap stevig door en voel een warme lentebries over mijn wangen strelen. Ik had eigenlijk geen jas aan hoeven doen. Het weer is heerlijk. Misschien moet ik vragen of Lars en Nicole zin hebben om vanavond te chillen in het park, als het weer zo blijft tenminste.

Het stoplicht schiet vlak voor me op rood. Zal ik het erop wagen? Misschien moet ik het maar doen, juist op het moment dat ik door wil rijden stop ik toch maar. Wanneer ik stilsta schiet er een jongen vlak voor me langs. De auto's beginnen te rijden, maar kunnen de jongen gelukkig nog net ontwijken. Het omgevingsgeluid wordt verstoord door auto's die luid toeterend doorrijden. Ben ik blij dat ik gestopt ben. Dit ging maar net goed. Die jongen weet kennelijk niet hoe kostbaar het leven is. Het stoplicht springt weer op groen en ik stap op mijn fiets.

Na een tijdje kom ik bij de zaak. Het heeft een simplistisch uiterlijk. De muren zijn grijs en de ramen die worden omringd door raamkozijnen zijn symmetrisch in het pand geplaatst. Ik loop naar binnen. Het interieur ziet er precies hetzelfde uit als het exterieur. De balie is grijs met een wit granieten blad. De muren zijn lichtgrijs geverfd en de winkel is overzichtelijk ingedeeld. Er staan witte rekken met tijdschriften, boeken, kaarten en kantoorspullen.
"Goedemiddag," begroet de vrouw achter de balie me vriendelijk. "Kan ik u ergens mee van dienst zijn?" Haar zwarte haar heeft ze in een Grace-Kelly rolletje gestopt en haar olijfgroene ogen staren vriendelijk naar me. 
"Graag," zeg ik terwijl ik naar haar toe kom lopen. "Ik vroeg me af of u een bon heeft voor een dag-arrangement in een kuuroord."
"Natuurlijk, die hebben wij. Zoekt u die van NatureSpa?" Ze draait zich om en rommelt wat in één van de witte lades.
ik weet niet wat ik moet zeggen. Zijn er verschillende soorten dan? 
"Ja, dat is prima," zeg ik tenslotte.
"Is het een cadeautje?" vraagt de vrouw als ze een kaartje op de tafel legt.
Ik knik. 
"Zal ik het inpakken?"
"Graag."
Ze draait zich om en pakt wat zilverpapier van een grote rol.
"Voor wie is het?"
De vrouw pakt het kaartje behendig in en pakt een roze strik.
"Voor mijn moeder."
"Oh, wat lief van je," glimlacht ze.
"Alsjeblieft," zegt de verkoopster als ze het kaartje heeft ingepakt en er een strik op heeft geplakt. Dat wordt dan tweeëntachtig euro."
Ik overhandig haar het briefje van honderd en krijg mijn wisselgeld terug. 
"Nog een fijne dag," begroet ik haar als ik mijn hand op de deurklink leg en aanstalten maak om naar buiten te lopen.

Ik pak mijn fiets en ik fiets zo snel mogelijk naar huis. Hopelijk is mijn moeder thuis, dan kan ik haar meteen het cadeau geven.
Met het cadeau in mijn rugzak voel ik me warm. Het idee dat ik mijn moeder iets kan teruggeven waar ze echt blij mee zal zijn is fijn. Ze heeft het sinds de dood van mijn vader niet makkelijk gehad, maar ze houdt zich zo sterk. Ik stap van mijn fiets af en leg mijn fiets tegen de gevel van ons huis.
Ik steek de zilverkleurige sleutel in het slot en draai totdat ik een klik hoor. Zachtjes duw iktegen de deur die krakend opengaat. Wanneer ik naar binnen loop, realiseer ik dat mijn moeder thuis moet zijn. Haar jas hangt aan de kapstok, of had ze geen jas meegenomen. Mijn zwart-wit geblokte vans maken een piepend geluid op de tegels van de gang. Wanneer ik de woonkamer binnen wil lopen om mijn moeder de verrassing te geven, zie ik echter een totaal andere verrassing. Een verrassing die ik nooit had verwacht.

Een wereld zonder pijnWhere stories live. Discover now