Vierentwintig

1.7K 112 1
                                    

Als Thor heeft betaald, gaan we aan een tafeltje aan de rechterkant zitten.
Het is niet mijn vaste tafel, maar dat maakt niet uit.
We eten allebei van ons ijsje.
Ik moet opletten dat ik niet te snel eet, want dat doe ik best vaak.
En daarna heb ik last van een brain freeze natuurlijk.
Ik ben niet de slimste.
Ik lach zachtjes.
Thor lacht mee.
'Wat is er zo grappig?' vraag ik.
'Jij begint ineens te lachen,' zegt hij.
'Gewoon, uit het niets.'
Beschaamd kijk ik naar mijn ijsje.
'Je mag me niet uitlachen,' zeg ik lachend.
'Ik lach je niet uit,' antwoordt hij. 'Ik lach met je mee.'

Maar je bent een jongen?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu