6.

2 0 0
                                    

Ik kijk hem aan, hoe hij zijn gitaar bespeelt en hoe hij met zijn stem mijn gedachten streelt. Ik buig me een beetje naar voren en gooi een muntstuk van twee euro in het bekertje voor zijn neus. Hij glimlacht vriendelijk. Zijn lied is gedaan en hij legt zijn gitaar aan de kant. Hij kijkt me aan terwijl hij over zijn kin wrijft. 'Kan het dat ik je al eerder zag?' Vraagt hij plots. Ik knik. 'Ik ben dat meisje dat je tegen kwam toen je op je paard door de lavendel streek galoppeerde.' Hij denkt even na en knikt dan. 'Nu herken ik je!' Lacht hij. 'Ik ben Manou.' Zeg ik en strek mijn hand uit. Hij schud me de hand en nog steeds zie ik zijn glimlach. 'Ik ben Louca.' Ik knik. 'Dat weet ik, dat vertelde je me al.' Hij fronst zijn wenkbrauwen. 'Dus je hebt mijn naam onthouden?' Ik knik en strijk verlegen de plooien van mijn kleed glad. 'Vreemd... Ik ben zo'n typische jongen van het platteland, niemand belangrijk, en jij, zo'n bijzonder meisje als jij onthoud mijn simpele naam?' Ik begin spontaan te blozen en staar weer naar de grond.

Plots voel ik een arm om me heen. Ik kijk snel naar de persoon naast me. Het is Disha en ze lacht. 'Dit is mijn beste vriendin.' Zegt ze trots. De jongen kijkt niet naar Disha, zijn ogen blijven op mij gericht en zijn glimlach... Die is nog steeds niet verdwenen. Ik kijk in zijn ogen en breng niets uit. Stilte.

'C'est toi mon horizon, mon phare, toi mon oasis...' Ik word wakker van zijn stem die zingt. Ik open mijn ogen en merk dat ik nog steeds in zijn armen lig. Het is nog steeds nacht, dat merk ik aan onze schaduwen die te zien zijn op de houten wand van de stal waarin we ons bevinden. Ik zie een groot paard een paar meter van me af staan. Zijn paard Diablo. Nu weet ik ook meteen waar ik ben: in de stal van Diablo, in Louca's armen. We liggen in het warme stro. Hij streelt me door mijn haren terwijl hij me lief aankijkt. 'Lekker geslapen?' Vraagt hij zacht. 'Ach, het was maar voor even, ik ben echt moe.' Mompel ik. 'Ga dan maar nog even slapen, ik blijf bij je.' Ik denk even terug aan net. 'Welk liedje zong je zonet?' Vraag ik nieuwsgierig. 'Oasis, van Amir Haddad. Ken je het?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee, maar ik wil het wél leren kennen.' Hij glimlacht. 'Oké, sluit je ogen...' Ik doe wat hij zegt en sluit mijn ogen. 'Adem een paar keer diep in en uit en kom zo tot rust.' Ik adem diep in en blaas alles daarna weer uit. Hij haalt ook even adem en dan hoor ik zijn zachte, stille stem die de ruimte vult met warme klanken.

Lentement, lentement
Comme poussé par un vent brulant
Jusqu'à toi j'ai navigué
Trop longtemps, trop longtemps j'ai attendu cet instant
Ça y est je t'ai trouvé

Comme un oasis
Dans le désert de mes désirs
Comme un oasis
La plus belle source de plaisir

Ik val meteen inslaap. Hij brengt zijn hand naar mijn wang en gaat er langzaam over. Zijn warme hand glijdt over mijn wang. Heerlijk dit. Hij buigt zich voorover en geeft een klein kusje op mijn voorhoofd. 'Welterusten, mijn meisje. Ik zal ervoor zorgen dat we voor altijd samen kunnen blijven. Voor altijd. Ik zal ervoor zorgen dat we niet opgesloten zitten in onze eigen dromen.'

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Oct 18, 2016 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Onze dromenWhere stories live. Discover now