I

3 1 1
                                    





Het is donker in het kleine, met bloemetjesbehang beplakte kamertje. Buiten schijnt de zilveren maan en maanlicht werpt zachtjes naar binnen. Buiten hoor je zachtjes de takken kraken. Tos graait naar de zaklamp op haar nachtkastje en klikt hem aan. Wat was dat voor een stem? Voorzichtig kruipt ze uit haar bed en sluipt ze richting haar raam. Buiten ziet ze niets bijzonders: het tuinhuisje, het natte grindpad, de appelboom met haar nieuwe blaadjes en haar oma's groentetuintje, met de grote stad op de achtergrond. Een zilveren kat sluipt door het gras. Tos sluit het raam en loopt weer langzaam naar haar bed. Ze zal het geluid zich vast verbeeld hebben. Algauw slaapt Tos weer in een droomloze slaap.

De volgende ochtend zit ze met haar oma aan de keukentafel. Oma smeert rustig een beschuitje met jam. Tos, daarentegen, schrokt haar boterham met ei naar binnen. Haar melk giet ze snel in, waarbij ze zo ongeveer de helft knoeit. Snel giet ze de melk achterover, veegt een restje ei weg met haar mouw en staat op. Net wanneer ze uit de keuken wil lopen, spreekt haar oma haar aan. 'Vanwaar die haast ineens?'Oma kijkt Tos vragend aan, terwijl ze de eerste hap neemt van haar beschuitje. 'Uhm, nou, ik wilde...'stamelt Tos. 'Gedag zeggen tegen Felix en Prekkus? Ja hoor, dat mag.' vulde oma haar aan. Felix was een soort vreemde, mislukte rode papegaai en Prekkus was een soort vogel dat nog met meeste weg had van een oude, grijze, dweil. Tos vond het maar rare, domme beesten, maar haar oma hechtte behoorlijk wat waarde aan die mormels. Eigenlijk was dat niet het gene wat ze was gaan willen doen: ze had het liefst gekeken of ze al post had van de middelbare school waar ze zich voor had ingeschreven, het Willem-Alexandercollege. Een toelatingsbrief het liefst. Haar oma werd moe van het feit dat ze constant de brievenbus in de gaten hield. Dat was de reden waarom ze het liefst het een beetje stiekem had gedaan. Nu had haar oma haar toch al door,  dus daarom liep Tos naar de vogels. Felix lag als een raar hoopje op de grond, Prekkus keek haar net zijn priemende oogjes aan. Tos kroelde hem op zijn kopje en haalde daarna haar vingers door het plukje veren onder zijn kin.
'JA! Zo!'

Tos keek geschrokken op. Wie was dat? Ze was alleen thuis met haar oma, maar de stem die ze had gehoord was niet die van haar oma. Dit was een mannenstem, met een soort schelle bijklank. Als van een...van een...vogel...Tos blik beweegt zich terug naar Prekkus, die haar met  haast menselijke ogen aankeek. Was het nou die rare vogel geweest? Prekkus was een vrij grote vogel, dus het zou natuurlijk goed kunnen dat het een papegaai was, maar zeker wist je het nooit: er viel niet echt een duidelijke vorm te ontdekken onder de warrige bos haren en veren.

Tos liep langs de koffers richting haar oma. Ze hadden hun koffers gepakt, want volgens oma gingen ze op reis, 'om wat familie te bezoeken'. Tos vond het een beetje vreemd: normaal praatte oma nooit over familie, en nu moesten ze er ineens op bezoek?!
Toen ze de keuken binnenkwam, zag Tos nog net dat haar oma snel de telefoon terug legde.
'Is Prekkus een papegaai?'
Oma keek verbaasd op. 'Nee, hoezo?'
'Nee, niets hoor. Maar wat is het dan wel?' Oma keek haar met een soort wantrouwende blik aan, die Tos niet van haar kende. Toen opende ze haar rimpelige mond. 'Prekkus is een uil. Tenminste, dat was het eerst wel. Ik zou hem nu liever willen omschrijven ala dweil.', zei ze met een knipoog. Tos giechelde. Soms was haar oma een beetje vreemd in vergelijking tot de oma's van de andere kinderen uit haar klas,maar grappig was ze in ieder geval wel. Oma liep richting de twee koffertjes. 'Kom, we gaan.' Tos liep achter haar oma aan, totdat ze bij de voordeur kwamen. Ze stopte even en ze gaf een kus op de deur. 'Dag huis.' Toen Tos opkeek, zag ze tot haar verbazing dat haar oma tranen in haar ogen had.

Tos en de toverwereld ⚡️(Harry Potter fanfictie)Where stories live. Discover now