24.

2.2K 103 13
                                    

'Papa?' Stotter ik. De man die vastgebonden zit weet niet wat uit te brengen. 'Evelien?' Vraagt hij met een opgeluchte glimlach op zijn gezicht. Ik ren naar hem toe met tranen in mijn ogen en maak de touwen los. Ik omhels hem en wil hem niet meer loslaten. 'Papa, ik was bang!' Roep ik huilend. 'Ik ook mijn klein meisje,ik ook...' Bekent hij stil. 'Wat willen ze van je?' Vraag ik snikkend. 'Ze willen me maken tot één van hen, een kidnapper.' Antwoordt hij. 'Wil je dat? Wil je dat worden?' Vraag ik bang. 'Natuurlijk niet! Maar ik heb geen keuze, het is dit of sterven.' Legt hij uit. 'En Katie? En mama? Waar zijn zij?' Hij haalt zijn schouders op. 'Ik weet het niet, ze waren steeds bij mij maar ze hebben ons gescheiden.'

Jonas komt naast me staan. 'Kom Bossie, we gaan weer naar mijn kamer.' Hij legt zijn hand op mijn rug en wilt met me naar buiten gaan maar ik blijf staan. 'Bossie? Je gaat nu toch niet moeilijk doen?!' Ik heb zo'n zin om hem nu uit te schelden of wat dan ook, ik ben zijn hond niet die hem volgt! 'Ik blijf hier, bij papa.' Zeg ik koppig. 'Evelientje, het is hier niet veilig, ik wil niet dat er jou wat overkomt. Ga maar mee met die jongen, ik red mezelf wel.' Sust mijn vader. 'Maar papa-' '-toe nou schat, er zal me niets overkomen.' Tranen rollen van mijn wangen naar beneden. Hij  slaat zijn armen om me heen en geeft me een kus op mijn hoofd. 'Het komt goed... Dat komt het altijd...' Sust hij.

Jonas en ik verlaten het gebouwtje. Ik volg hem wel naar buiten toe, maar ik loop niet naast hem, ik loop een eindje achter hem. Hij kijkt steeds achterom of ik wel nog volg en dat doe ik ook. Mijn blik is naar de grond gericht. Hij stopt en ik stop daardoor ook. 'Bossie toch, niet zo droevig, kijk eens op, dan zie ik je prachtige ogen.' Zegt hij zacht. Ik kijk op en staar in zijn ogen. 'Wil je gaan slapen of wil je liever nog een wandeling maken?' Vraagt hij. 'Slapen, ik ben doodop.' Snik ik en droog mijn tranen. Hij knikt.

Even later lig ik alweer in het bed. Ik kan maar niet inslaap vallen. Onder het hoofdkussen vind je ondertussen al meer dan vijf rode pilletjes die ik nooit innam, doordat ik ze gewoon niet vertrouw.

Ik kijk naast me. Jonas slaapt. Zijn rug is naar me toegekeerd. Ik weet niet wat ik allemaal voel nu. Ik ben verdrietig, op een of andere vreemde manier verliefd maar ook zo boos! Ik haat hem, ik haat hem, ik haat hem! Ik plaats mijn voeten op zijn onderdrug en probeer hem zo uit het bed te duwen. 'Bossie... Ga slapen...' Mompelt hij slaapdronken. Ik geef niet op en duw nog harder. Maar krijg hem maar niet uit bed. Ik hoor hem grinniken. 'Het zal je niet lukken schoonheid...' Misschien heeft gelijk... Met mijn voeten alleen zal het niet lukken... Ik duw met mijn handen op zijn schouders en duw ondertussen nog steeds met mijn voeten in zijn onderrug. Het lukt me zo wel om hem uit het bed te krijgen. Hij valt op de harde grond. 'Aw...' Kreunt hij stil. Ik ga expres schuin liggen in het bed, zodat hij het niet zou riskeren om nog maar een poging te doen om er weer ik te komen liggen. Maar hij geeft niet op. Hij zet zich recht en grijpt mijn beide benen vast. 'Laat los!' Lach ik. Hij schuift me naar de andere kant van het bed toe, zodat hij weer op zijn plaats kan liggen. Hij ploft zich neer in het bed. Ik ga koppig recht zitten. Ik bedenk een nieuw plan...

Ik begin hem te porren. 'Bossie!' Roept hij lachend. Ik blijf hem porren en uiteindelijk valt hij weer uit bed. Ik kom nauwelijks bij van het lachen. 'Dat vind je grappig, hé?!' Zucht hij. Ik knik. Hij komt weer op het bed zitten, tegenover mij. Hij haakt zijn vingers in de mijne. Ik probeer hem uit het bed te duwen, maar hij probeert net hetzelfde te doen. Uiteindeljk verliest hij zijn evenwicht en gaat neerliggen op het bed. Mijn kans! Ik ga op hem zitten. Nog steeds vechten we speels en lachen we ons kapot. Ik ga met mijn hoofd over hem hangen als ik merk dat hij opgeeft. 'Wie zegt er dat meisjes niet sterk zijn?' Lach ik. 'Zoiets heb ik nooit gezegd!' Reageert hij snel. 'Dan dacht je het waarschijnlijk ooit wel eens!' Hij schud zijn hoofd. 'Ik heb je steeds een sterk meisje gevonden...' Hij drukt een kus tegen mijn lippen aan.

De deur van de kamer zwaait plots open. Jonas verlost zijn lippen van de mijne en kijkt naar de personen in de deuropening. 'Nooit gehoord van kloppen?!' Gromt Jonas. 'Sorry, ik moet even met je praten.' Zegt Samir snel. Achter Samir zie ik Daphne staan. Ze kijkt me verward aan, waarschijnlijk zag ze ons kussen. 'Kom binnen Samir...' Zegt Jonas en biedt Samir aan om te gaan zitten aan de tafel. 'Daphie, gedraag je, ik vertrouw je.' Zegt hij stil tegen Daphne. Daphne knikt en gaat naast me zitten op het bed terwijl Samir tegenover Jonas aan de tafel gaat zitten.

'Ben ik nu blind aan het worden, of zag ik jullie echt kussen?' Vraagt Daphne stil aan me. 'Dat was niet de bedoeling, het was een ongeluk!' Sis ik snel. 'Ik vraag me af hoe zoiets als een ongeluk kan gebeuren...' Grinnikt ze. Ik por haar in haar zij en ze begint te lachen.

'Wat?! Hoe is zoiets kunnen gebeuren?!' Roept Jonas plots. Mijn hoofd wend ik af naar de situatie tussen Samir en Jonas. 'We weten het niet!' Roept Samir. Jonas springt recht en wrijft onrustig door zijn haren. 'Dit is niet goed... Dit is helemaal niet goed...' Mompelt hij luidop. 'Wat is niet goed?' Vraag ik nieuwsgierig. 'Hou je er buiten Bossie!' Schreeuwt hij kwaad. Ik schrik van zijn woede. Wat is er toch aan de hand?!

Hey mensen! Ik dank jullie voor het lezen van dit hoofdstuk en vergeet zeker niet te stemmen of te reageren! Ik ben zeer benieuwd naar wat jullie er tot nu toe al van vonden, volgende hoofdstuk komt zo snel mogelijk online!

Locked by you #ThrillerAwardsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu