Maanwolf

600 34 18
                                    



De wind huilde. De bladeren van de bomen zwiepten mee op het ritme van de wind, terwijl Maanwolf haar ogen sloot. Het ruisende geluid was zo rustgevend dat tijd leek te stoppen. Toen ze haar ogen weer openden, bleef het kalme gevoel haar bijstaan.

'Het is allemaal jouw schuld!' Tierde Dryaden, terwijl ze naar Maanwolf wees. 'Het komt door jouw vervloekte hekserij.'

De diadeem op haar hoofd blonk in het zonlicht. Het was gezet met echte parels en gemaakt van goud, zodat het haar bruine huid en pikzwarte haren volledig tot hun recht kwamen. Koninklijk bloed moet er ook koninklijk uitzien, vond Dryaden. Alleen had dat geloof haar niets bijgedragen, toen ze werd afgewezen door Kaiden de tweede prins van Zoya.

Nu was haar gezicht rood aangelopen van woede. Maanwolf reageerde niet, waardoor Dryaden alleen maar kwader werd. 'Ik walg ervan,' siste ze. 'Het bloed dat jij en ik delen. Je had nooit geboren moeten zijn, bastaard.'

Haar dienstbode probeerde haar tot bedare te brengen, maar het was een tevergeefste poging. Iedereen vond al dat ze de schuldige was. Ondanks dat staken Dryaden's woorden niet. Ze had het al vaak gezegd en elke keer meende ze het, maar dat deed Maanwolf geen pijn. Ze waren weliswaar halfzussen, maar ze waren even hecht als vreemdelingen. En wie zou het woord van een vreemdeling nou geloven?

Hun broertje Pan leek er anders over te denken: 'Dryaden-' maar hij werd afgekapt door Maven. 'Heb ik je niet beter geleerd? Beschuldig niet iemand zonder bewijs. Bovendien, geloof je echt dat ze haar krachten zou verspillen aan zo'n snotaap?' Zijn stem klonk monotoon, maar zijn vuisten waren gebald en zijn was kaak aangespannen, wat duidelijk maakte dat hij woedend was.

Maven had eerder naar buiten gekeken, maar nu richtte hij zijn gifgroene ogen op Dryaden. De blik van de kroonprins, deed iedereen die erin aanraking mee kwam verstenen. Dryaden was geen uitzondering. Het was alsof alle woede uit haar lichaam wegebde en plaatsmaakte voor een kille leegte. Sommige zouden het zelfs vrees noemen.

Maanwolf voelde een steek in haar hart. Zelfs in een in ingezakte houding op zijn troon, spreiden hij nog steeds angst door de zaal. Hij begon steeds meer op vader te lijken.

'Je kan weggaan,' beval hij Dryaden, die zich maar al te graag uit de voeten maakten. Daarna richtte hij zich tot zijn gasten. De meeste waren de zonen van belangrijke mensen waarvan sommige, haast onzichtbaar tussen de menigte, vrienden waren. Als hij weer sprak, klonk er ontspanning in zijn stem. 'Laten we feesten!' Hierop hief iedereen zijn wijnglas in de lucht en begon onderling weer te praten.

Maanwolf zuchtte. Alleen was het niet van opluchting, maar van spijt. Maven had haar uitgenodigd voor deze bijeenkomst. Hij wilde er graag dat ze kwam, terwijl zij er gemixte gevoelens over had gehad. Het was weliswaar geen feest of belangrijke vergadering, maar er hing een gespannen sfeer in de lucht. Alles was gebaseerd op macht en status. En dat was niet iets waar Maanwolf zich in thuis voelde.

Plots voelde ze iemand aan haar mauw trekken. Het was Pan. De jongste van het koninklijk gezin. 'Gaat het?' Vroeg hij, terwijl hij probeerde zijn bezorgde uitdrukking in de plooi te krijgen. Zijn rossige ravenzwarte haren plakten aan zijn voorhoofd en zijn wangen waren rood.

'Ja hoor,' antwoordde ze met een glimlachje. Zijn blik bleef even aarzelend op haar hangen, waarna hij zenuwachtig om zich heen. Mensen staarden hen aan, waardoor hij vluchtig een afstand tussen hen in maakten. Haar glimlach vervaagde. 'Ik ga wat te drinken halen,' opperde ze, voordat ze de menigte in verdween.

Ze had de enige roodharige bediende gespot die er was en liep naar hem toe. Hij zag haar al zag aankomen en pakte onmiddellijk de rode wijn. Dankbaar nam ze de drank van hem aan. 'Je kent me te goed, Taran.'

Hij glimlachte oprecht, zich niet derend aan het gestaar. 'Dat zal ook wel moeten, Maantje. Zonder jou was deze plek niets aan geweest.'

Ze rolden met haar ogen. Als het niet voor haar was geweest, was hij abrupt niet naar haar land Dalin gekomen en had hij nooit het kasteel betreed.

De fluisteringen van het universum Opowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz