Relaties

280 25 1
                                    


Het lot bracht ze bij elkaar en de hemel glimlachte, want dit was niet de eerste keer dat hun samenwerking vruchten afwierp. In de ogen van de twee schepsels werd de liefde weerspiegeld. Ze glimlachte en stak haar hand uit. Onmiddellijk begroette de wind haar met een speelse bries. Het gras werd groener en de vogels begonnen met zingen.

De wolf stapte langzaam op haar af. Zelfverzekerd, maar behoedzaam. Het was waar dat hij het tweebenige wezen in stukken kon scheuren, maar hij had geen reden omdat te doen. Ze was zijn territorium niet binnengedrongen, noch gedroeg ze zich hachelijk tegen hem. Dus waarom liep hij op haar af? Hij wilde haar aanraking op zijn vacht voelen.

Gewoon omdat hij nieuwsgierig was.

Dit tweebenige schepsel werd omringd door de energie van liefde. Nadat hij haar lach had gehoord, was onmiddellijk door haar betoverd. Hetzelfde gold voor haar. De wolf kon weliswaar niet lachen, maar diens energie was net zo warm als een oprechte glimlach.

Misschien nog wel warmer.

Hij legde zijn snuit tegen haar handpalm die zacht aanvoelde. Een glimlach krulde over haar lippen, waarop de wolf vrolijk huilde. En zo ontstond er een band tussen hen.

De tweebenige nestelde zich tegen een Levenswortel aan, terwijl de wolf iets verder bij haar vandaan ging liggen. Zo bleven ze een poos zitten.

De open plek tussen de begroeide bomen werd zijn thuis. Het was een ruimte vol liefde. Dat besefte de wolf wel toen hij werd opgevangen als familie. De dieren die daar woonde deed hij geen kwaad. Zelfs de konijnen niet, die weliswaar zijn natuurlijke prooi was, want daar deelde hij nu een ruimte vol liefde mee.

Allemaal vanwege de tweebenige.

Hij leerde ook een wolvin kennen, waarmee hij manen later een roedel mee stichtte. Met trots kwam hij zijn vier jongen aan de tweebenige laten zien. Er brak een glimlach uit over haar lippen, maar deze was niet zo helder als eerst. Bezorgd duwde hij zijn neus tegen haar hand aan.

'Ik ben blij voor je. Het verwelkomen van zielen op aarde is een prachtige taak,' zei ze. 'Ik wens alleen dat ik ook mijn wederhelft vind.'

De wolf begreep haar woorden, ondanks dat hij zelf niet zo kon spreken. Toch was hij het niet geweld dat ze zo tegen hem sprak. Meestal communiceerde ze via lichaamstaal. Hij huilde, waarop ze begrijpend knikte.

'Dan zal ik het creëren.'

Ze ging tegen de Levenswortel aanzitten en sloot haar ogen. De tweebenige had haar ogen dicht als ze nadacht over het universum. De wolf zou haar niet verder storen.

De tweebenige begon te dromen. Haar gedachtes ontroerde de aarde en de hemel die haar onmiddellijk hielpen met haar creatie. 'Nimaya,' noemden de wezens haar. 'Neem onze onzichtbare handen aan en schep. Schep dochter van Zelf.' En dat was precies war de dochter van Zelf deed.

Ze droomde niet alleen over haar wederhelft, maar ook over andere zaken. Haar aardse familie verscheen voor haar gezicht en ze glimlachte. De gedachtes kwamen zo snel dat het onmogelijk was deze allemaal op te noemen, maar dat weerhield Zelf er niet van om ze te laten uitkomen. Hoe lang het ook zou duren, Nimaya zou precies krijgen waar ze om vroeg.

De fluisteringen van het universum Where stories live. Discover now