15 maart 2017

98 2 1
                                    

Het is weer zo ver. Het is 15 maart. Dit is alweer de veertiende keer dat ik hem meemaak. De drieëntwintigste om precies te zijn, maar de veertiende zonder vader. Het ene jaar valt deze sterfdag me zwaarder dan de andere. Vorige week stortte ik al in. Na een droevige liefdesscène in Fantastic Beasts And Where To Find Them bleef ik maar snotteren. De gedachte aan deze dag maakte me bang. Ik zie er altijd tegenop. De sterfdag van mijn vader is zo confronterend. Je gaat weer helemaal terug naar die ene dag. Op 14 maart 2003 was er nog 'niks aan de hand' en een dag later stierf mijn vader. Dat is toch bizar?

Vorige week had ik met mezelf afgesproken dat ik deze dag niet naar school zou gaan. Dat ik voor deze ene keer een dagje school mocht skippen en aan mezelf moest denken. Of dat een slimme keuze was, betwijfel ik nog. Ik heb veel te lang in bed gelegen en te lang liggen malen. Verdrietig en alleen, zo voelde ik me. De hele tijd voelde ik me schuldig dat ik niet iets nuttigs aan het doen was. Tegelijkertijd wilde ik me helemaal niet nuttig maken. Ik heb wel gestemd, dat dan weer wel. Daar is dan ook alles mee gezegd.

Vanochtend/vanmiddag voelde ik me ontzettend eenzaam. Via social media kreeg ik veel steun, maar dat leek niet te helpen. Het idee was lief, maar ik was nog steeds alleen. Het is soms weleens goed om alleen te zijn, maar vandaag wilde ik dat liever niet. Ik was boos op de wereld om me heen. Boos dat er niemand bij me kon zijn. Het voelt raar dat de wereld om je heen gewoon rond blijft draaien, terwijl het voor jou lijkt stil te staan. Er zijn momenten waarop het voelt alsof het verdriet nooit ophoudt. Tuurlijk gaat de pijn nooit weg, maar op de momenten dat ik huil, ben ik soms bang dat de huilbui maar door blijft gaan. Bang dat ik niet meer kan stoppen. Het zal ook nooit ophouden. Ik zal altijd blijven huilen. Af en toe zitten er een paar dagen tussen. Af en toe zitten er hele maanden tussen dat ik niet hoef te huilen. Er is geen pijl op te trekken.

Ik voel me weleens schuldig tegenover Stijn. Als hij de ware is (wat ik wel hoop), moet hij nog jaren mijn gejank aanhoren. Nu snapt hij niet hoe het voelt om je vader te verliezen. Dat leed blijft hem hopelijk nog lang bespaard. Hij hoeft het ook niet te snappen. Ik ben allang blij dat hij er voor me is als ik weer eens in huilen uitbarst. Dan is het fijn dat er iemand is die je in de armen neemt en je het gevoel geeft dat je veilig bent. Het is niet erg om te huilen, maar soms voelt het alsof ik hem er teveel mee opzadel. Dat zit tussen mijn oren, maar ik kan er niks aandoen.

In de afgelopen veertien jaar heb ik bijna nooit een dag genomen om te rouwen. Tuurlijk, er is weleens een avondje dat ik huil, maar vandaag had ik echt een dag zonder plannen. Een dag om alleen te zijn met mijn gedachtes. Dat is confronterend, maar het is wel goed voor me. Altijd maar afleiding zoeken in de hoop ergens niet aan te denken, werkt niet. Het is een tijdelijke oplossing. Die tranen halen me toch altijd weer in.

Iemand tweette vandaag naar me dat ik aan vrolijke dingen moest denken, omdat mijn vader dat gewild zou hebben. Waarschijnlijk had hij gelijk. Ik denk ook vaak aan de leuke momenten. Wanneer er verhalen worden verteld over mijn vader, zijn het vaak de leuke herinneringen. Helaas kan ik niet elke dag alleen maar aan de toffe dingen denken. Elke vijftiende van maart zal ik weer aan die verschrikkelijke dag in 2003 denken.

Het was op een zaterdag. 's Ochtends werd er gebeld. We moesten naar het ziekenhuis komen. Mijn zus was meteen in tranen. Ik had geen idee wat er aan de hand was. We deden wat ons verteld werd en vertrokken naar het ziekenhuis. Mijn moeder vertelde me daar dat ik wel mocht kijken bij papa, maar dat ik niet moest schrikken van hoe hij erbij lag. Ik ging kijken en liep meteen de kamer weer uit. Dit was niet hoe ik mijn vader kende. Op een ziekenhuisbed, omringd door slangetjes en apparaatjes. Zijn ogen waren helemaal wit, omdat zijn ogen naar achter lagen. Ik heb geen idee hoe ik het moet beschrijven, maar zijn pupillen waren niet te zien. Er werd me verteld dat hij sliep met zijn ogen open. Ik vond het zo'n akelig gezicht. Toen ik weer op de gang stond, barstte ik in tranen uit en werd ik getroost door mijn buurvrouw, die met ons mee was gegaan. Ze stelde me op een hele lieve manier gerust. Mijn buurman, die ook mee was, nam me mee naar het winkelcentrum om even wat afleiding te zoeken.

Eenmaal terug, weet ik nog dat ik mijn zus beneden zag zitten en dat ze huilde. Wat ze toen zei, geloofde ik niet. "Hij gaat dood" is wat ze me zei. Ik troostte haar met de woorden "Nee, dat gaat hij niet." Ik twijfelde er niet aan. Mijn vader ging niet dood, nog lange niet. Hoeveel tijd er tussen dit moment en het volgende zat, weet ik niet meer. Mijn moeder riep me een kamertje in. Ze zei dat ik even moest gaan zitten. Ik wist het meteen. "Hij gaat dood hè?" was wat ik vroeg. Hoe dat gesprek verder ging, kan ik me niet meer herinneren. Het enige wat ik nog weet, is dat ik zei "Je neemt toch geen andere vriend?" Hoe ik daarbij kwam, geen idee. Ik was nog maar negen jaar oud.

Na het nieuws gehoord te hebben, mocht ik nog iets tegen mijn vader zeggen. Er waren zoveel mensen. Vrienden, familie, de kamer en de gang stonden er vol mee. Mijn vader was geliefd en die gedachte doet me tot de dag van vandaag goed. Toen ik aan zijn bed stond, was het enige wat ik uit kon brengen "Ik hou van je, papa". Mama zei dat ik hem nog een kus mocht geven, maar dat durfde ik niet. Ik kan niet in woorden uitdrukken hoeveel spijt ik daar nu nog van heb. Ik was gewoon bang voor mijn bloedeigen vader. De manier waarop hij erbij lag, vond ik zo naar. Zo kende ik hem niet.

Ik hoop dat hij daarboven zijn rust heeft gevonden. Ik hoop dat hij het me niet kwalijk neemt dat ik hem geen laatste kus heb gegeven voor het slapengaan. Ik hoop dat hij me hoorde toen ik zei dat ik van hem hield en dat hij weet dat ik altijd van hem zal blijven houden. Dat ik op een dag hem weer zal ontmoeten, wanneer dat ook mag zijn. Dat hij trots is op mij, op mijn zus en op mijn moeder. Net zo trots als dat ik op hem ben. Mijn vader, de beste die ik me kon wensen.

Lieve PaWhere stories live. Discover now