Chapter 6

237 8 3
                                    




Na een lang gesprek begint het laat te worden. De klok slaat langzamerhand zijn tweede slag en geeft aan dat het twee uur is. Ik moet dan ook toegeven dat ik behoorlijk moe begin te worden.

In de dienst hebben we sessies lang getraind op zelfs in de late uren nog op onze hoede te zijn. Semesters lang hebben we ons gefocust op de energie die je nog wel hebt, effectief te gebruiken. Alleen nu lijken al die trainingen voor niks te zijn geweest. Ik voel mijn oogleden zwaar worden en zelfs al na een paar keer flink met mijn ogen te hebben geknipperd, lijkt de vermoeidheid maar niet te verdwijnen.

"Ik denk dat het zo langzamerhand wel tijd word om te gaan slapen." Zegt Sawyer als hij een blik op zijn horloge werpt en zich langzaam overeind trekt uit zijn stoel. "Ik zal de logeerkamer gereed maken voor je."

Ik glimlach dankbaar en knik. "Is goed." Ik ben blij dat ik kan blijven. Zo kan ik in de nacht als hij slaapt, proberen informatie over de organisatie waar hij werkt binnen te sprokkelen.

Hij loopt de kamer uit. Mij achterlatend in het veel te luxe appartement. Ik laat mijn ogen door de kamer schieten, op zoek naar iets wat zijn identiteit weergeeft. Langzaam sta ik op, ik voel de alcohol van de glazen wijn naar mijn hoofd stijgen. Zolang ik niet mijn verstand verlies kan een beetje drank geen kwaad.

Mobiel. Waar is zijn telefoon. Een spierwitte boekenkast staat naast de glanzende piano. Ik trek mijn linker wenkbrauw op en loop naar de boekenkast. Spullen worden aan de kant geschoven. Horloges, doosjes met weet ik veel wat, armbanden, kettingen en nog veel meer. Alleen geen telefoon, geen document.

Zuchtend zak ik op mijn knieën en open het onderste laatje. Je zou denken dat hier ergens iets nuttigs te vinden zou moeten zijn. Boekenkasten waren goede verstopplekken, en onverwachte. Zo'n slimme man als hij zou dat moeten weten.

Tenzij hij wist dat je gelijk hier zou zoeken...

Ik kijk nu op plekken waar je niet zou verwachten iets zinvols te vinden. Alleen wat nou als hij daarom juist zijn spullen had verstopt op een plek waar het juist te voorspelbaar zou zijn?

"Uhm... wat ben je aan het doen?"

Geschrokken sta ik op en de kluns die ik ben, stoot ik mijn hoofd tegen de nog open staande la boven mijn hoofd. "Auw" De pijn flitst door mijn hoofd en peinzend wrijf ik over de bult.

Ik hoor zijn voetstappen naderen. "Ho shit. Gaat het?"

Onstabiel ga ik staan en probeer de snijdende pijn weg te knipperen. Op de dienst is ons geleerd te wennen aan pijn alleen ik kon de gevoelens niet uit mijn lichaam verbannen.

Door zijn vragende blik besef ik me dat ik nog geen antwoord heb gegeven. "Het gaat." Mompel ik een beetje van de wereld, hopend dat hij vergeten is dat ik in zijn kasten zat te rommelen.

Hij grijnst. Geen gemene grijns, maar een grijns die iemand laat zien als diegene zijn emoties wil verbergen. En ik weet dat dat is wat hij doet. Hij is bijna onmogelijk te lezen.

"De logeerkamer is gereed, ma'am." Zegt hij terwijl hij voor de grap een buiging maakt.

Ik kan een giechel niet onderdrukken.

What. The. Hell. Was. Dat.

Stop met giechelen idioot. Zo zet je jezelf al helemaal voor schut als dat op één of andere magische reden nog niet is gebeurd. Wat ik hoogstens betwijfel.

Snel schraap ik mijn keel en hoop met al mijn hart dat hij het niet heeft opgemerkt. Alleen ik zie zijn linker wenkbrauw zich optrekken. De kleine grijns breekt weer uit op zijn gezicht.

The mafia bossTempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang