Hoofdstuk 5

509 32 4
                                    

Hij is wel kort, maar ik ben bijna bij het einde.... :)

5.

In mijn cel was het koud en nat. Het had geen ramen of tralies, alsof de muren om mij heen waren gebouwd. Toch was er genoeg licht om om me heen te kijken, als onzichtbare kaarsen. Ik had sinds ik hier was geweigerd om rond te kijken. Ik kon alleen nog maar denken aan hoe ik voor altijd in de onderwereld zou blijven. Gekweld door eeuwenlange verveeling. Ik had geen idee hoelang ik daar zat, een uur? een dag? een week? Voor mij part zou het zo goed een jaar kunnen zijn.

Ineens begon iemand achter me op een fluit te spelen. Ik voelde me er beter door, maar ik had nog steeds geen zin om op te kijken. Ik hoorde de fluitmuziek en dacht aan de eerste klas. Toen onze geschiedenis leraar, die dol was op zang en muziek, ons een stukje Orpheus horen. Dit klonk precies zo maar dat kon niet, omdat… Natuurlijk kon het wel. Ik had net Hades ontmoet, waarschijnlijk zou het verhaal van Orpheus en Eurydice ook waar zijn.

“Hou eens op met die herrie.” Klonk een vrouwenstem. Ik keek op en zag Orpheus en Eurydice, ik kon mijn ogen niet geloven maar dat was de afgelopen week wel vaker gebeurd. Ze besteedde beide geen aandacht aan mij terwijl ze ruziede. Ze waren toch geliefden?

Ik bemoeide me er veder niet mee, want als ik met iemand 2000 jaar in een cel in de onderwereld zou zitten zou ik ook wel een beetje pist worden. Ik schuurde twee stukjes stof van mijn rokje en propte die in mijn oren. Wat zouden Percy, Annabeth en Grover nu doen? Ik bedacht me dat ik de Hermes jongen die met hen was vertrokken niet had gezien. ik besteedde er veder geen aandacht aan en huilde mezelf in slaap.

Na een tijd werd ik wakker van het geluid dat door mijn geïmproviseerde oordopjes heen ging. Orpheus en Eurydice die nog steeds aan het ruzie maken waren hielden hun mond. Het geluid van nagels op een schoolbord deden mijn armen en benen kippenvel krijgen. Een van de vier muren schoof open.

Het gebit van een skelet dat een Amerikaanse legerjas uit de eerste wereld oorlog droeg ging druk op en neer. Ik begreep hem niet en Orpheus en Eurydice ook niet. Toen we dat lieten blijken wees hij met zij huidloze vinger naar mij.

Ik liep door de gangen achtervolgd door de skeletten. Toen we bij de troonzaal kwamen maakte Amerikaanse legerjas me duidelijk dat ik moest wachten tot Hades zou zeggen dat ik naar binnen mocht. Ik wilde net aan kloppen toen een man met een Hawaï hemd en een bermudashort boos langs me heen liep. Hij gooide gewoon de deur open zonder te kloppen. Hij was niet dood, want ik kon niet door hem heen kijken. Het laatste wat ik hoorde voor de deur dicht viel was Hades: “Poseidon, welkom broer.”

Demi JacksonWhere stories live. Discover now