Hoofdstuk 1 x Liedje Coldplay - Clocks, Vond ik hier wel bij passen (I)
~Maaike
Als ik mijn ogen opendoe zie ik dat ik aan de keukentafel huiswerk zit te maken, opeens voel ik dat lopende gevoel in m'n neus weer.. Alsof er zomaar iets uit komt rollen. En ja hoor, ik heb weer is gelijk, één grote druppel bloed druipt op mijn schrift. De sommen waar ik mee bezig was voor wiskunde, zijn helemaal bedekt met bloed. Vlug ren ik met m'n hand op mijn neus gedrukt naar het aanrecht om een tisseu te pakken. Ik gris er eentje uit de doos, en knijp met het papiertje m'n neus dicht. Ik hoor dat mijn moeder de trap af komt lopen, als ze onhandig met een tisseu mijn neus dicht ziet knijpen komt ze meteen naar me toegerent. '' Liefje! heb je álweer een bloedneus..?'' Ik hoor aan haar stem dat ze bezorgd is, en knik langzaam. Ik zie dat mijn moeder naar de blauwe plekken op m'n arm kijkt en wegloopt. Ik haal m'n schouders op en mompel zacht: '' het zal wel''
De volgende ochtend, hoor ik het iritante geluid van m'n wekker, Biep, biep, biep. Vlug druk ik mijn wekker uit. Ik wrijf de slaap uit m'n ogen en stap mijn lekkere, warme bed uit. Ik kleed me vlug aan en kam mijn haren. Daarna ren ik vlug naar beneden om een croissantje te pakken. Ik schuif aan tafel en prop vlug m'n croissantje naar binnen terwijl ik naar de klok kijk, Ik zie dat het kwart over 7 is en dat ik nog een kwartiertje heb om m'n boeken te pakken en op te maken. Je zult nu vast denken; Moet je 45 min fietsen ;o! Ja dat moet ik, mijn school ligt 10 km van m'n huis af. Vlug ren ik naar boven, prop mijn boeken in m'n schooltas. Daarna doe ik in de badkamer een beetje mascara en lipgloss op en ren daarna vlug naar beneden, trek m'n jas aan en fiets dan vlug naar Mynke toe.
Samen fietsen we naar school. Op de fiets voel ik me in een keer super moe. Ik zeg tegen Mynke dat ze wel vast door mag fietsen naar school en dat ik er aan kom. '' Nee! ik blijf bij jou, straks gebeurt er wat!'' Opeens voel ik me heel duizelig en wankel ik op m'n voeten. Daarna voel ik Mynkes armen die me vastpakken en me overijnd trekken. '' Kom, je mag wel bij mij achterop.'' Ik klim vlug bij Mynke achterop en we fietsen lachend naar school.
