De Kaart

1K 23 2
                                    

"Best! Wat jij wil! Ik hou van je, Peter! Nou goed!?" Roept Mara kwaad. Peter kijkt naar beneden en begint dan te grijnzen. Mara volgt zijn blik. "Nee! Ik meende dat niet!" Roept ze uit, als ze ziet dat er een kaart verschenen is op het stuk papier. "Blijkbaar wel." Grijnst Pan. Mara schudt haar hoofd. "Nee, jij hebt die kaart gewoon zo betovert! Wat probeer je hiermee te bereiken, hé? Mijn relatie te verpesten!?" Roept Mara kwaad uit. Pan komt, zoals hij altijd doet, dichter bij Mara staan. "Oh, veel meer dan dat." Fluistert hij, dan is hij weg. Mara staart naar de grond, dan pakt ze het papiertje op. Ze blijft er maar naar staren.. met tranen in haar ogen.

---------------------------------

"Mara, ben je hier?" Hoort ze dan iemand zeggen. Het is Henry. Snel veegt Mara haar tranen weg en stopt het papier in haar zak. Even neemt ze diep adem. "Ja, ik ben hier!" Roept ze dan terug. Henry volgt de stem en niet veel later komt hij al aanlopen. "We willen weer gaan lopen." Zegt Henry dan. Mara knikt. "Zeg, denk jij dat we Tom zullen vinden?" Vraagt Henry dan. "We hebben jou toch ook gevonden." Antwoord Mara. "Ja, maar wel met hulp." Zegt Henry plots. Mara kijkt hem vragend aan. "Hoe bedoel je?" Vraagt ze. "Nou, jullie hadden die kaart. Later kwam Tinkerbell erbij." Legt Henry uit. Mara neemt even diep adem. Daar heeft hij een punt.

"Henry." Zegt Mara, terwijl ze plots stil staat. Henry stopt met lopen en kijkt Mara vragend aan. "Wat is er?" Vraagt hij bezorgd. In plaats van iets te zeggen, haalt Mara het stuk papier uit haar zak en geeft het aan Henry. Als Henry het stuk papier open vouwt, worden zijn ogen groot. "Je hebt de kaart gevonden!" Roept hij blij. "Hoe?" Wilt hij dan weten. Mara haalt haar schouders op. "Dat is toch niet belangrijk." Antwoord ze. "We hebben hem, in ieder geval." Vindt ze. Henry knikt. Normaal gesproken had hij verder gevraagd, aangezien Mara zo geheimzinnig doet, maar hij is nu veel te blij en enthousiast. Ze kunnen eindelijk verder!

"Mam, Hook, Max!" Roept Henry blij. Alle drie staan ze al te wachten en alle drie draaien ze zich om richting de stem van Henry. Henry komt blij aanrennen met het papier in zijn hand. "Het is gelukt!" Roept hij dan. "We hebben de kaart!" Roept hij blij. "Maar hoe..?" Vraagt Hook verbaasd. "Dat is niet belangrijk." Antwoord Mara, die met Henry mee rende. "We hebben de kaart. We kunnen nu eindelijk verder." Zegt Max dan. Henry geeft de kaart aan zijn moeder. "Oké, laten we gaan." Zegt Emma. "Wacht!" Roept Mara als iedereen begint te lopen. "Wat is er?" Vraagt Emma.

"Wacht!" Emma staat plots stil, starend naar de kaart. "Wat is er?" Vragen Mary Margaret en David tegelijk. "Hoe kan dat? Net was hij nog hier en nu.. achter ons?" Vraagt Emma, terwijl ze naar de kaart blijft staren. "Pan. Hij heeft zijn kamp verplaatst." Antwoord Hook. "Hebben we eindelijk die stomme kaart ontcijferd, laat hij ons gewoon rondjes lopen!" Roept Regina kwaad. Emma zucht. "We hebben geen andere keus. Kom op." Zegt ze, terwijl ze de weg terug wilt gaan volgen.

"Weet je nog vorige keer? Hij liet ons zo ver weg lopen en verplaatste vervolgens zijn kamp." Zegt Mara. "Wat moeten we anders?" Vraagt Hook. "De andere kant op lopen." Zegt Emma dan. Mara knikt. "Precies. Waar hij zijn kamp precies zal zetten, weet ik niet." Zegt ze. "Maar we zullen in ieder geval dichter in de buurt zijn." Hoopt Mara. De anderen knikken en zijn het blijkbaar met haar eens. "Het is het proberen waard. Kom op." Zegt Emma en ze begint te lopen, met de anderen achter zich aan.

Mara loopt achter de anderen aan, maar op het moment dat even niemand kijkt springt ze de bosjes in. "Waar zit je?" Roept ze. "Pan!?" Roept ze, nu nog luider. Met een diepe zucht, laat ze zichzelf zakken op de grond. Waarom zou ze ook denken dat hij zichzelf zou laten zien? Dat doet hij alleen maar als hij dat zelf wilt. "Pan? Zeg maar, Peter." Zegt Pan, als hij aan komt lopen. "Waarom draag jij altijd dezelfde grijns op je smoel?" Vraagt Mara, terwijl ze opstaat. Pan blijft haar enkel aan staren, met een grotere grijns op z'n gezicht. Mara rolt met haar ogen. "Luister, Pan. Ik ben jou spelletjes zat! Zeg me waar Henry is!" Roept Mara dan kwaad uit.

"Is dat waarom je me geroepen hebt? Is dat de enige reden waarom je me wilde zien?" Vraagt hij dan. Mara is stil. Eerlijk gezegd, was dat niet de enige reden. Ze had nog een vraag. "Ik wil eerst antwoord op m'n vraag!" Roept Mara dan. "De kaart." Antwoord Pan droog. Mara rolt met haar ogen. "De kaart is de enige manier." Zegt hij er nog bij. "Best!" Roept Mara uit. "En je tweede vraag?" Wilt Pan weten. Mara denkt na.

Zou ze het wel vragen? Ja, ze wilt het gewoon weten. "Waarom stopte je met vechten?" Vraagt ze dan. Pan kijkt Mara vragend aan. "Jullie waren aan het winnen!" Roept Mara. "Precies op het moment dat ik mee ging vechten en dat ik bijna tegen de grond werd geslagen, riep je iedereen terug! Waarom?" Wilt ze weten. "Puur toeval." Antwoord Pan. "Toeval m'n reet." Vindt Mara. "Waarom liet je mij niet gewoon mee vechten?" Vraagt ze dan. Pan zet weer een stap dichterbij. "Dat zou zonde zijn van je mooie gezichtje." Antwoord hij. Met een grijns op zijn gezicht, verdwijnt hij weer. "Waarom gaat hij altijd midden in een gesprek weg!?" Roept Mara kwaad. "Mara?" Geschrokken draait Mara zich om. "Waar was je nou?" Vraagt haar vader bezorgd. "Sorry, ik raakte jullie kwijt." Liegt Mara. "Kom gauw, dan gaan we naar de anderen." Mara knikt en gaat weer met haar vader mee.

I Am Peter, Peter Pan -- Peter Pan (Completed)Where stories live. Discover now