Hoofdstuk 4

33 7 0
                                    

Fin liep trots met zijn twee zelfgevangen muizen het kamp binnen. Hij liep naar het medicijnkat hol en liet de twee woelmuizen vallen voor Raafveder en Distel. "Hier, zelfgevangen." Miauwde hij trots aan de twee katten. Distel snorde blij en Raafveder keek hem dankbaar aan.
Fin trippelde naar buiten en keek om zich heen.
"Hey! Eenling!" Een rode kater liep dreigend op Fin af. Fin bleef moedig staan. "Wat moet je!" Gromde hij. De rode kater keek hem even verbaast aan, maar al snel herpakte hij zijn dreigende karakter en liet zijn tanden zien.
Fin versmalde zijn ogen. "De krijgerscode zegt dat je niet je eigen clanleden mag aanvallen." Grauwde hij.
De rode kater grinnikte. "Gelukkig maar dat je niet in mijn clan zit." En de rode kater sprong op Fin af. Fin ontweek hem nog maar net en de rode kater kwam met zijn hoofd op de grond. Verbaast stond hij op en keek nog bozer.
Er kwamen meerdere katten rond het gevecht staan. "Scheur hem aan stukken, Blauwvoet!" Riep de bruine kater die Fin al een keer uitschold.
Blauwvoet schoot weer op Fin af en dit keer raakte Blauwvoet Fin. Fin rolde op zijn buik, maar Blauwvoet sprong snel van hem af en bewerkte de onbeschermde buik van Fin.
"Nog laatste woorden?" Siste Blauwvoet. Fin piepte iets onverstaanbaars. Laat me los!

The Sixth ClanWhere stories live. Discover now