Hoofdstuk 9

31 6 6
                                    

'Wacht!' Een mooie lapjes poes kwam recht voor de rots staan. 'Ik heb nog een krijgersnaam nodig!' Hijgde ze, boos staarde ze naar Fin.
Fin keek haar lang aan, iets in haar figuur maakte hem argwanend, maar hij schudde dat gevoel af. Hij knikte haar toe, en de poes ging arrogant naast Kwiteklauw zitten en ze legde haar staart op zijn rug, maar Kwiteklauw liep weg em nam plaats naast Distelblad. Boos staarde de poes hem na.
Fin nam een grote hap adem.

'Ik Fin, nieuwe leider van de Zonneclan. Vraag aan de voorouders van deze clan om te waken over mijn nieuwe krijgers. Ze hebben hun best gedaan om te leven zoals jullie dat ook deden. Daarom geef ik nu ook een krijgersnaam aan deze poes.' Fin keek even naar de poes. 'Wat is je naam?' Vroeg hij ongeduldig. De poes keek hem boos aan. 'Spikkel.' Spuugde ze.
'Spikkel, zweer jij om trouw te zijn aan de Zonneclan?' Fin keek Spikkel aan. De poes keek hem niet in zijn ogen. 'Natuurlijk.' Mompelde ze. Fin wist niet of ze het meende, maar hij negeerde het maar.
'Vanaf nu heet jij, Spikkel, Spikkelblad, de clan eert je om je kracht en trouw.' Fin legde de nadruk op het woord trouw.
Spikkelblad versmalde haar ogen.
Opeens liepen er zes kittens naar voren. Een bruine poes volgde al snel. 'Zoutkit, Maankit en Springkit! Waarom zijn jullie weg gelopen!' Een witte poes kwam naast de bruine poes staan. 'Goudkit, Botskit en Sterkit! Ga onmiddelijk naar de kraamkamer!' De zes kittens keken naar hun moeders. 'Maar Zoutkit, Maankit en Springkit zijn zes manen oud!' Klaagde het gouden poesje.
Fin snorde. 'Ik maak ze wel leerlingen. Hij knikte de bruine poes toe. 'Hoe heten ze?'
'Deze witte met grijze vlekjes heet Zoutkit, dit zwarte poesje heet Maakit en de crème kleurige heet Springwind.' Miauwde de bruine poes trots.

'Ik Fin, nieuwe leider van de Zonneclan. Vraag aan de voorouders van deze clan om te waken over mijn nieuwe krijgers. Ze hebben hun best gedaan om te leven zoals jullie dat ook deden. Daarom geef ik ze nu ook een leerlingennaam.'

Hij keek het zwart poesje aan.
'Maankit, tot de dag dat je een krijgersnaam ontvangt heet jij Maanpoot!' Het poesje keek twijfelend naar Fin. 'Mag ik een medicijnkat zijn?' Vroeg ze toen uiteindelijk. Fin knikte. 'Jouw mentor zal Distelblad zijn.' Blij liep Maankit op Distelblad af, en raakte haar neus aan.

Toen richtte hij zich op de tweede kitten. 'Springkit, tot de dag dat je een krijgersnaam ontvangt heet jij Springpoot! Jouw mentor zal Raafveder zijn.' Springpoot sprong iets omhoog om bij Raafveders neus te komen.

Toen richtte Fin zich op Zoutkit. Het witte katertje zat opgewonden op de stenen grond.
'Zoutkit, tot de dag dat je een krijgersnaam ontvangt heet jij Zoutpoot! Ik zal jouw mentor zijn!'

Voordat een kat de nieuwe namen kon roepen ging Fin verder. 'Hoelang duurt het nog tot dat jouw kittens zes manen zijn?' Vroeg Fin aan de witte poes.
'Twee zons opkomsten. En deze gouden heet Goudkit, de wit met grijze heet Sterkkit en deze met een halve staart heet Botskit' Miauwde de witte poes trots.
Fin knikte. 
'Botskit, tot de dag dat je een krijgersnaam ontvangt heet jij Botspoot! Jouw mentor zal.' Hij keek naar een licht bruine kat. Die begreep de hint. 'Modderneus' Miauwde de kater snel. Fin knikte. 'En jij?' Vroeg hij aan een zwarte poes. 'Zwartvlam.' Miauwde de poes kortaf.
'Botspoot, Modderneus zal jouw mentor zijn!'
'Sterkkit, tot de dag dat je een krijgersnaam ontvangt heet jij Sterkpoot. Jouw mentor zal Zwartvlam zijn.'
Toen keek Fin naar Goudkit, jet gouden poesje zag er zenuwachtig uit.
'Goudkit, tot de dag dat je een krijgersnaam ontvangt heet jij Goudpoot. Jouw mentor zal Kwiteklauw zijn!'
Fin keek naar Kwitklauw, maar zag dat de kater aan het discuseren was met Spikkelblad.
'Nee!'

The Sixth ClanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu