~hoofdstuk 14~

3.7K 139 8
                                    


~David~

Rood. Overal rood.

Ik ren met haar in mijn armen naar het ziekenhuis. Ik ren binnen en iedereen kijkt me verstijft aan.

Snel komt iedereen in beweging. Ze pakken mijn mate van mij over maar ik weiger haar hand los te laten. Wanneer ze op de brancard een kamer in word geduwd, word ik tegengehouden. Ik tril over mijn hele lichaam. Overal waar ik kijk zit bloed. Mijn armen mijn shirt.

Ik leg mijn hoofd in mijn handen. Mensen komen naast me zitten en proberen tegen me te praten, maar ik schenk geen aandacht aan ze.

Ik kijk ongeduldig naar de deur waar ze naar binnen is gereden. Mijn hart doet pijn. Ik heb haar nodig. Steeds meer mensen voegen zich bij mij in de wachtruimte.

Een dokter komt de kamer uitgelopen en meteen spring ik op. "Wat is er? Gaat het goed? Wat gaat er gebeuren? Mag ik naar binnen?" Maar de dokter wimpelt me af en zegt dat hij nog niks kan zeggen. Woedend grom ik hem achterna, en ik wil hem achterna lopen maar ik word tegengehouden.

"Stop! Hier help je niemand mee." Logan kijkt me gebroken aan. Een pack zonder luna is net zo goed als geen pack. Ieder lid van de roedel zal het voelen.

Ik ga weer zitten op een stoel. Iedereen probeert me te bemoedigen. "Het komt goed met haar." "Ze is sterk." En dat soort dingen. Maar ik kan ze niet geloven. Ik wil het met mijn eigen ogen zien.

Een dokter komt de kamer uitgelopen. "Het spijt me. De luna gaat het waarschijnlijk niet overleven als ze niet uit haar coma ontwaakt." Mijn hart breekt in stukjes. De dokter doet de deur voor ons open en ik ren naar binnen.

Mijn wolf huilt bij het aanzien van haar gebroken lichaam. Ze ligt er zo klein bij. Zo bleek en vol littekens. Maar ook zo sterk. Ik pak een stoel en pak haar hand voorzichtig vast. Snoeren zitten in haar lichaam. Ze kan niet zelfstandig ademen wat betekent dat haar mond bedekt is.

Ik kan het niet geloven. Ik leg mijn hoofd op het bed en val meteen in slaap.

Het is zeven dagen later. Ze is nog steeds niet wakker. Rogues proberen mijn pack aan te vallen, ze voelen aan dat ik nu zwak ben. Maar het maakt me niets meer uit. Zonder mijn mate heeft het geen zin. Zonder mijn mate heeft leven geen zin.

Ik druk voorzichtig een kus op haar voorhoofd. Ik wil niet weg maar het moet. Ik moet beslissen of haar vader dood gaat. Ik moet eerst een gesprek aangaan met de klootzak en vervolgens een beslissing maken. Ik loop met tegenzin weg van het ziekenhuis.

Na een paar minuten ben ik aangekomen in het packhuis. Ik loop de kamer binnen. Tyler staat al in de kamer met een moordend gezicht. Zijn vader staat tegenover hem. Vastgebonden met zilveren handboeien en kettingen.

"Goed nu iedereen er is kunnen we beginnen." Tylers stem klinkt verbeten en vermoeid. Nu hij alles ineens alleen moet doen is hij nog chagrijniger dan anders. En hij houd ook van zijn zus. Hij is haar elke dag komen opzoeken en heeft veel spijt van hoe haar haar behandelt heeft. Harper komt altijd met hem mee. Ik daarentegen slaap in het ziekenhuis, ik kan niet eens slapen zonder haar dichtbij me te hebben.

Ik kan mijn wolf niet inhouden en sla hun vader vol in zijn gezicht. Ik loop weer terug naast Tyler. "Ik neem aan dat jij haar mate moet zijn." Een vuile grijns op zijn gezicht. "Hou. Je. Mond." Ik spreek de woorden langzaam en dreigend uit.

Tyler haalt er een papier bij, en begint te spreken. "Je hebt twee van onze packleden ontvoert. Ze beide ernstig verwond, mishandelt, en verwaarloosd. Éen van hun is-" zijn adem stokt even."-bijna dood. Daarom word jij veroordeelt tot de dood. Je hebt je kansen gehad. Nog laatste woorden?" Beide kijken we woedend naar hem.

"Ik hoop dat jullie rotten in hel." Sist hij. Dat maakt voor mij genoeg duidelijk. Ik loop de kamer uit en Tyler volgt me al snel. Ik ga hem eigenhandig vermoorden als mijn mate het niet gaat redden.

Al snel zit ik weer in de auto op weg naar het ziekenhuis. Daar aangekomen loop ik meteen door naar haar kamer. Onderweg groet ik een paar mensen. Bij haar kamer aangekomen staan er vier artsen in haar kamer. Ik kijk ze vragend aan.

"Het spijt me alpha, maar we moeten de stekkers eruit halen." Ik grom en druk de arts tegen de muur aan. "Hoe durven jullie! Ik ben degene die dat beslist!" Ik druk zijn keel dicht. "Alpha ze zal niet meer wakker worden. We kunnen niets meer voor haar doen." Ik laat de arts los. Ik kan haar niet opgeven.

Ik kijk naar haar gebroken lichaam. Haar vredige gezicht. Tyler die kennelijk ook is aangekomen legt een hand op mijn schouder. "Ze zal geen pijn voelen toch?' Mijn stem komt er gebroken uit. De arts schud vriendelijk haar hoofd. "Nee alpha, en ik weet zeker dat ze op een goede plek terecht gaat komen." Ik probeer mezelf bij elkaar te rapen.

Nog één keer haar zachte huid voelen. Nog één keer naar haar prachtige gezicht kijken. We kenden elkaar maar kort, maar ik hield al van haar vanaf het moment dat ik haar zag.  Ik ga op haar bed zitten, en strijk een pluk haar achter haar oor.

"Ik kan het niet." Fluister ik. "Ik kan haar niet opgeven. Ik kan haar niet laten gaan." Harper kijkt me aan met tranen in haar ogen. "Je laat haar niet gaan. Niemand zal haar ooit laten gaan, of opgeven. Maar ze heeft al zo lang gevochten. Ze verdient het om rust te hebben, eindelijk rust." Tranen vallen uit mijn ogen bij haar woorden.

"Doe het." En met dat trekken de artsen de stekkers eruit. Ik haal het kapje van naar mond, en druk een laatste kus op haar lippen.

"Vaarwel mijn liefste. Ik zal je nooit vergeten."

Iedereen loopt de kamer uit. Ik loop weg en blijf staan wanneer ik iets achter me hoor.

"David?"

Dit was het. Ik weet het ik ben gemeen😈. Maar morgen weer een hoofdstuk! Ik hoop dat jullie het leuk vonden! Tot het volgende hoofdstuk dan maar!

Groetjes mij!

The lights in her eyes ✓Where stories live. Discover now