Teen Wolf - Mate's

3: Isaac

*pov Isaac*

ik pak iets van mijn bord en stop het in mijn mond.

'ik.. ehm... sta een 10 voor Frans en een 7,8 voor Economie.'

zeg ik.

'ohm. en wat sta je voor Scheikunde?'

'dat weet ik niet zeker. maar binnenkort heb ik een tentamen week dus het kan nog omhoog.'

'wat sta je er nu voor?'

'het cijfer? ik weet het niet.'

'net zei je nog dat het omhoog kon gaan.'

'over het algemeen bedoelde ik.'

'je bent toch niet tegen me aan het liegen, Isaac?'

'nee.'

'vertel me dan je cijfer.'

'dat zei ik net, ik weet het niet.'

'wil je dit gesprek beneden voortzetten?'

'nee.'

'vertel me dan je cijfer, zoon.'

'pap het is pas halverwege het cemester. het kan nog omhoog.'

'Isaac.'

'ik heb een drie.'

'oke. je hebt een drie. ik ben niet boos.'

wat?!

'ik moet je natuurlijk wel straffen, ik heb zo mijn verantwoordelijkheden als een ouder. dus laten we met iets makkelijks beginnen. waarom maak jij de afwas en de keuken niet schoon?'

'ja.'

'mooizo.  ik zie de keuken graag vlekkenloos.'

hij gooit zijn kopje kapot op de grond.

'snap je wat ik bedoel? ik heb het over de hele keuken.'

hij schuift zijn bord en de rest op de grond en ik duik weg tegen de muur. hij gooit de glazen ken tegen de muur en er blijft wat net onder mijn oog zitten. ik kijk hem boos aan.

'o dat was jij schuld.'

'je had me. blind. kunnen. maken.'

'ach, het is maar een schrammetje. gewoon een klein... wat the hell?'

ik ga met mijn hand erheen en voel dat het al geheeld is. ik ren naar buiten en pak mijn fiets. ik race weg en hoor mijn vader nog roepen.

*pov Jackson*

ik zie Isaac wegracen en zn pa gaat dr achter aan met de auto.

'pf. mafkezen.'

mompel ik terwijl ik de zak afval in de prullenbak gooi.

*Pov Rose*

zachtjes trek ik de achterdeur achter me dicht en ren naar mijn motor. snel rijd ik de oprit af en scheur naar het bos. als ik daar ben heb ik Derek na vijf minuten "snuffelen" al gevonden.

'hey!'

zeg ik als ik hem zie.

'wat doe je?'

'ik zocht jou.'

'heeft iemand je zien vertrekken?'

'nee. niemand. ik was voorzichtig.'

'weet je moeder van ons?'

'nee. ze krijgt ons ook niet uit elkaar.'

'niet ons.'

we kussen elkaar.