2.28

281 7 5
                                    


~~~
Heyy, ik wil jullie nog ontzettend erg bedanken voor het begrip ten aanleiding van mijn vorige update. Het heeft daarom ook wat langer geduurd dat dit hoofdstuk online is gekomen, maar hier is ie dan eindelijk. Ik hoop dat het het wachten waard was :)

Liefs, Aiden

~~~

"Jullie sentimentele momentje was erg gezellig en nodig, maar ik weet waar hij zich bevindt. Taylor, je kunt het afsluiten. Het gaat je lukken." zegt James.

'Je kunt het afsluiten' de woorden klinken als muziek in mijn oren. Het is eindelijk zo ver, het is gedaan. Natuurlijk is er nog een laatste gevecht, maar ik zal strijden voor mijn leven. Hij is verloren, hij dacht ons slim af te zijn met de clones, maar de technologie was nog niet ver genoeg ontwikkeld, ze waren te laat. Want nu kunnen wij, ik het afsluiten.
Mijn lichaam wordt gevuld met adrenaline. Het maakt niet meer uit wat ik moet weerstaan, ik zal de pijn niet voelen, ik zal mij er doorheen zetten. Het is genoeg geweest, het is het moment om alles af te sluiten, om een nieuw hoofdstuk in mijn leven te starten. Misschien ga ik wel reizen, misschien zoek ik wel een andere baan. Ik heb afstand nodig van dit alles, afstand van de pijn, de strijd, het mysterie, de slapeloze nachten en vooral het verdriet. Mijn gedachten dwalen langzaam weg, maar James' stem ontwaakt mij.
"Taylor, alles goed?" vraagt hij als hij geen reactie meer hoort.
"Het kan niet beter" deels een leugen. Ik draai mij om naar de groep en glimlach breed.
"Ik had graag deze laatste strijd met jullie willen doen, maar ik weet dat het beter is als ik het alleen afsluit. Wacht buiten op mij." zeg ik. Chaleb kijkt wat bezorgd, maar zodra ik hem een geruststellend knikje geef, draait hij bij en weet hij zelf ook dat zelfs hij mij niet kan tegenhouden om dit alleen te doen.

"Taylor, herinner jij je nog waar de kamer waar Alissa werd vastgehouden zich in het oude gebouw bevond?" vraagt James.
Ja, vlak bij de ingang, een donkere kamer, bedekt met geblindeerde ramen en verschillende hokken om zich heen.
"Ja" zeg ik.
"Goed, het is precies op die plek, maar dan in het nieuwe gebouw. Door de nieuwe kracht van het materiaal van de muren is het nog het enige gedeelte dat zich tijdens de explosie bij de ingang heeft gehouden. Het is het enige gedeelte dat er nog volledig staat. Geen enkel signaal is er vanuit die ruimte te krijgen, maar op de camerabeelden waar ik hem voor het laatst heb gezien, is hij een deur ingelopen, die verdacht veel lijkt op wat je al eens tegen bent gekomen. De deur naar de kamer."

Ik adem één keer diep in en één keer diep uit.

Ik bevind mij, zoals ik op de kaart nog kan herinneren, precies in het midden van het gebouw. We kwamen van rechts, wat ons nog maar één kant als logische optie geeft, links. Ik wijs de rest van de groep de weg naar de achteruitgang.
"Als er ook maar iets verdachts lijkt, schreeuw je, en schreeuw je hard. Afgesproken?" zegt Chaleb. Ik knik en druk een kus op zijn wang. "Ik hou van je" fluister ik in zijn oor.
"Ik ook van jou"
Ik duw hem iets van mij af en kijk de rest aan. "Ik ga niks tegen jullie zeggen, want dit is geen afscheid en jullie zien mij straks gewoon weer terug. Als er ook maar iets verdachts bij jullie gebeurd, schreeuwen jullie ook en ik zal dan de snelste weg terug naar jullie nemen. Wees niet bang" zeg ik vastberaden. De rest glimlacht lichtjes en knikt.
"Ik hou van jullie." zeg ik net hard genoeg dat iedereen het kan horen. Ik begin van de groep vandaan te lopen, maar hoor nog wat gemompel dat op "Wij ook van jou" lijkt. Ik glimlach zwak en versnel mijn passen.

Met mijn zaklamp schijn ik rond de ruimtes waar ik doorheen ren. Het is een groot gebouw, met veel verschillende gangen die wel niet lijken op te houden. Gelukkig heb ik een goed geheugen en kan ik alles van elkaar onderscheiden. Het gebied waar de kamer zich zal moeten bevinden komt al dichterbij. Nu nog hopen dat hij zich daar nog steeds bevindt. Alhoewel kan hij geen kant meer op, alles is ongestort en de meeste versterkingen zijn dood.

Ik zie de enige grote kamer die nog geheel met alle muren staande is. Dit zal het vast zijn. Ik laat alles tot mij bezinken. Het kan vanaf dit moment heel goed aflopen, of juist heel slecht. Ik moet mijzelf onder controle weten te houden, hoe manipulatief hij ook is of hoe sterk hij zichzelf weet laten over te komen, ik moet in mijzelf geloven dat ik sterker ben, dat ik slimmer ben, dat ik diegene ben die alles afsluit.

Het slot van de deur is al doorgebroken, dus ik kan zonder enige moeite te doen doorlopen. Het is grote donkere ruimte met weinig meubels, maar wel veel dozen. Alsof de kamer nog niet helemaal klaar was. Ik loop zo ver mogelijk naar achteren, nog geen stem of geluid te horen. Het zal toch niet zijn dat hij is gevlucht.. Precies op het moment van die gedachten gaat er een lamp aan. Hij zit helemaal rechtsachter in de kamer, achter een bureau. Zijn ogen ontmoeten de mijne en hij  schuift zijn stoel naar achteren om vervolgens op te staan. Hij schraapt zijn keel. "Taylor Walter. Ik moet zeggen dat ik erg verast ben over jouw prestaties. Zonde dat je nooit de overweging hebt gemaakt om voor mij te komen werken, we hadden iets moois van dit alles kun maken." Zijn stem heeft een bepaalde ondertoon die ik nog niet zo goed kan plaatsen.

De deur van de kamer knalt dicht.

"Een gewaagde zet van je om alleen te komen. Ik had verwacht dat je stomme vriendjes en jij wel beter wisten. Denk je nu echt dat we zo verslagen zijn? Dat dit het einde zal zijn. Beetje naïef vind je niet?" hij glimlacht gemeen.

"Ik denk dat je bluft, je bent nooit zo verslagen geweest, maar je hebt niets meer om je te herpakken. Ga het nu niet erger maken dan dat het is. Het is gedaan met Blackspies." zeg ik zelfverzekerd.

Hij zakt in de stoel en kijkt verslagen naar de bureautafel.

"Het gaat erom wie het laatst lacht, toch?" zegt hij. De computer die voor zich staat licht op. Hij drukt een toets in en enkele seconden later is zijn er harde knallen aan de andere kant van het gebouw te horen. Gevolgd met luid geschreeuw.

Het duurt even voordat alles binnenkomt. Woede en bezorgdheid borrelt in mij op. De duivel hangt lachend met zijn hoofd naar achter. Hij is de laatst die lacht, maar het is ook z'n laatste lacht die hij hoort.

Met een vaart ren ik op hem af, spring ik met een goede hoogte over het bureau. Tijdens de sprong haal ik een mes vanuit mijn zakken vandaan, houd hem in een goede en tactische stand en beland vervolgens op hem.

Het mes steekt recht door zijn hart.

Het bloed verschijnt door zijn overhemd. Alles zit onder. Tranen bedekken mijn gezicht.

"Klootzak" zeg ik krijsend. Zoveel meer woorden kunnen mijn mond op dit moment verlaten, maar hij verdient mijn stem niet, hij verdient mijn tranen niet, hij verdient niks, behalve de dood.

Ik klim van hem af. Zelf ook bedekt in bloed. In een hoog tempo sprint ik door de ruimte en de verdere gangen om bij het achterste punt van het gebouw te komen.

Het mag niet zo zijn. Het kan niet zo zijn. Het is niet waar.

Ik kom bij de laatste ruimte.

Mijn mond valt open en schud mijn hoofd hevig. De tranen die op dit moment over mijn gezicht rollen kunnen een zwembad vullen.

Het is hem weer gelukt. Hij heeft weer iemand bij ons verdaan gehaald.

Ik zak op de grond voor het lichaam. Met al mijn kracht die ik nog heb schreeuw ik de naam.

~~~

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Jul 29, 2019 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Het InternaatWhere stories live. Discover now