Hoofdstuk 15

1.1K 102 9
                                    

''L-luke. Het is niet wat het lijkt.'' Probeer ik, maar het heeft geen nut.

Luke schudt zijn hoofd, maar zegt niks.

''Alsjeblieft, ik kan het uitleggen.'' Vertel ik hem, een toon van wanhoop neemt mijn stem over.

Nog steeds zegt hij niks.

Stilte, een dodelijke stilte. Meer niet. Geen woorden, geen armen om mij heen die mij troosten, niks. Hij staat daar maar, met tranen in zijn ogen. Het mesje ligt nog steeds in zijn hand.

''Luke...'' Probeer ik.

Hij heft zijn hoofd, waardoor ik hem nu recht in zijn ogen kijk. Ik zie een traan zijn oog verlaten, die met een rechte streep over zijn wang loopt. Ik sta op, en loop naar hem toe, totdat ik voor hem sta.

''Luke, ik, ik... wat wil je dat ik zeg?'' Vraag ik hopeloos.

''Ik wil dat je jezelf respecteerd. Ik wil dat je ziet dat je een mooi, getalenteerd meisje bent. Ik wil dat je in jezelf gelooft.'' Zijn stem breekt, wat mij pijn doet. Hoe heb ik Luke dit aan kunnen doen? Na alles wat hij voor me gedaan heeft. Ik had hem beloofd te stoppen, maar het lukt niet. Ik kon het gewoon niet. Ik was weer eens verzeild geraakt in mijn eigen wereldje, en uiteindelijk verdronken. Verdronken in een zee van pijn, verdriet, en bloed. Het is een grote puinhoop.

''Sorry.'' Fluister ik.

''Chris..'' Luke wil mijn handen pakken, maar ik trek ze terug, en laat ze langs mijn lichaam hangen.

''Nee Luke. Ik kan dat niet, oké. Alles wat jij zojuist opgenoemd hebt, dat kan ik niet doen. Ik kan mezelf niet doen geloven dat ik mooi ben, dat ik getalenteerd ben. Dat kan ik gewoon niet.''

Ik heb het gevoel dat ik leeg ben. Er komen geen tranen, mijn ogen worden niet vochtig. Niks. Alleen maar wanhoop, en de drang van dat ik hier weg moet, dat ik hier niet thuishoor.

''Wij zullen je helpen.'' Luke doet nog een poging naar mijn handen, en dit keer trek ik ze niet terug. ''We zullen je steunen, waar je ook maar gaat. We zullen er voor je zijn, in goede maar ook in slechte tijden. We zullen op de begrafenis van je ouders zijn, we zullen overal zijn waar je ons nodig hebt. Zolang je ons maar niet verlaat.'' Hij zucht even, en kijkt me dan recht mijn ogen aan. ''Alsjeblieft Chrissy, je kan ons echt niet verlaten.''

Ik kijk hem aan, en zie verschillende emoties in zijn ogen staan. Verdriet, pijn en wanhoop. Maar ook hoop, hij heeft hoop in mij. Hij heeft hoop, hoop dat ik me hier doorheen zal sleuren. Hoop dat ik deze strijd zal winnen. Maar die hoop is niet van lange duur. Die hoop zal stukje voor stukje afbrokkelen, totdat er niks meer van over is. En dan, dan pas zal hij zich realiseren dat ik niet te redden was. Dat ik verkozen was om te sterven. Dat hij mij had moeten laten gaan. Dat ik, Chrissy Hitt, binnenkort hier een eind aan zal maken. Voorgoed, en voor altijd.

''Nooit.'' Ik forceer een glimlach, en ik zie de betoverende glimlach van hem ook verschijnen. Hij trekt me in een knuffel en slaat zijn armen stevig om mij heen.

''Wees sterk, alsjeblieft.''

Ik trek terug, en staar naar hem. Als antwoord geef ik een kort knikje.

Binnenkort, zal ik afscheid moeten nemen.

Binnenkort, zal ik veel mensen pijn doen.

Binnenkort, lijkt zo ver weg, maar ik weet diep van binnen, dat binnenkort, heel snel is.

--------------------------------------------------------------------

AAHHRRGGG bijna 10k reads en 1k votes! You guys are truly amazing! ♥♥

Ik hoop dat jullie het hoofdstukje een beetje leuk vonden, sorry voor de emotionele wending. Het is kort, ik weet het, maar ik heb aankomende week 8 toetsen, dus ik moet nodig aan de studie. Voorlopig zal ik dan waarschijnlijk ook niet updaten.

Wel, dit was het weer voor vandaag :p

STAY STRONG PEEPZ! x

xx anouk

Missing you ➳ L.HWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu