•8•

78 13 15
                                    

"Deze moeten hier", zegt Fay terwijl ze de cupcakes op de tafel zet. "Deze hier en deze hier."
Alles staat per kleur mooi gesorteerd op onze toegewezen tafel. Naast ons staan meer tafels die de hele hal door gaan. Allemaal lekkere geuren dringen mijn neus binnen. Al zal geen enkele geur mijn cupcakes overtreffen. Misschien als er warme stroopwafels zouden zijn wel, die geur is gewoon niet te overtreffen.

Een paar meter verderop kijkt Fay blij rond. Daimon gaat op zijn hurken naast haar zitten en ze leunt op zijn schouder. Hij wijst naar iets en Fay lacht erom. Haar schouders bewegen vrolijk op en neer en haar blonde haar zwiept naar achter. Nu wijst Fay naar iets en begint Daimon te lachen. Zijn rechte tanden en scherpe kaaklijn komen tevoorschijn. Plotseling voel ik een hand op mijn schouder en maak een rare beweging.

Mijn moeder laat een harde lach horen.
"Rustig, ik ben het maar." Ze kijkt naar Daimon en Fay. "Het is een goeie jongen", zegt ze. Ik knik.
Ik voel dat ze begint te grijnzen.
"Zorg je dat je Red Velvet taart op jullie bruiloft hebt?"

Ik geef haar een sarcastische blik en loop naar Daimon toe. "Kijk dan", zeg ik waarna ik afkeurend naar een tafel met cupcakes knik. Ik richt mijn kin omhoog. "Die van ons zijn veel mooier."
"Die van hun zijn ook wel mo-" ik laat Daimon zijn zin niet afmaken. "Nee dat zijn ze niet."

Bij de tafel handelt Fay met een paar klanten af. "Heb je wel gezegd dat het de allerlekkerste cupcakes hier zijn?" vraag ik. Fay schud haar hoofd. Ik leg mijn hand op mijn borstkas en doe alsof ik beledigd ben. "Wel doen de volgende keer hè." "Jaja zal ik doen. Nu wil ik rondkijken", giechelt ze. "Ga maar, wij letten wel op de kraam", zeg ik tegen haar. Mama staat alweer bij een taarten kraampje dus daar hebben we ook niet veel aan.

Een jongetje van rond de zeven komt aangelopen. Nadenkend kijkt hij naar de cupcakes. "Hoi!" zeg ik vrolijk. Hij kijkt me aan maar zegt niks terug. "Weet je al welke je wilt? Ze zijn allemaal heel lekker hoor!" roep ik.
Weer kijkt hij me aan maar nu met een arrogante blik.
"Mijn mwama maakt veel mooiere cupcwakes", zegt hij met een irritant stemmetje. Ik frons mijn wenkbrauwen.
"Dat is heel leuk voor je mama dan", antwoord ik geïrriteerd.

Hij pakt een cupcake op en bekijkt hem van dichtbij. "Ze zijn echt lewlijk."
Mijn mond valt open en ik kijk hem met een bitchy gezicht aan.
"En wie denk jij wel niet dat je bent? Gordon Ramsay ofzo?" zeg ik waarna ik me een beetje over hem heen buig. Daimon drukt me naar achter. "Katy..." mompelt hij.

"Ik weet nwiet wie dat isj maar ik ga deze cupcakes echt nwiet opeten hoor", zegt hij met een verafschuwde blik naar de cupcakes.
Ik wijs met mijn vinger naar zijn gezicht die ik nog net niet aanraak. "Luister jongetje, ik weet niet wie jij bent, maar dit zijn de lekkerste cupcakes die je ooit zult proeven-" Daimon onderbreekt me. "Katy..." maar ik praat door.
"Dat jij nou zo'n verwend mormel bent en alles van je mammie krijgt, kan ik niks aan doen." Het kind kijkt me boos aan en begint dan te huilen. Hij rent weg en ik schreeuw hem nog na: "Ja ga maar naar je mammie!"

Ik kijk naar Daimon die me met een kwade blik aankijkt. "Wat? Die kinderen van tegenwoordig moeten hun lesje toch ook leren?" zeg ik vragend. Ik zie dat hij een boze blik probeert te houden maar zijn lach komt naar boven.
Hij geeft het op en begint te lachen. "Je bent toch een gek ook hè?"
"Ik weet niet waar je het over hebt", zeg ik nonchalant.

Dan komt Fay aangelopen met een klein jongetje. "Dit is Bas", zegt ze met blozende wangen. "Hoi Bas, ik ben Katy, de grote zus van Fay", zeg ik waarna ik mijn hand uit steek. Verlegen schudt hij mijn hand. "Zit je bij Fay in de klas?" vraag ik aan hem. Hij knikt. "Dus je bent even oud als Fay?" vraag ik. Weer knikt hij. "Ben je je tong verloren?"
Verward kijkt hij me aan. "N-nee?" zegt hij vragend. Fay werpt me een kwade blik toe. 'Stop' vormt ze met haar lippen. Daimon neemt het gauw van me over. "Zit je op een sport?" vraagt Daimon aan Bas. Bas zijn gezichtje licht weer een beetje op. "Ja, voetbal", zegt hij trots.

"Wat leuk! In welk team zit je?" vraagt Daimon nieuwsgierig. Ik loop van ze weg. Kinderen zijn niet echt mijn ding, laat Daimon dat maar doen. Als Daimon en ik kinderen krijgen zou hij eerder de huisman zijn dan ik. Het dringt tot me door wat dat voor rare gedachte is en schud het snel uit mijn hoofd. Hij en ik kinderen? Laat me niet lachen.

Ik loop naar een tafel met allemaal bonbons  en kijk goedkeurend rond. Er zijn bruine, witte en donkerbruine. Op de bruine zijn mooie witte siersels gemaakt en andersom ook. Ze zien er zo lekker uit dat ik het liefst de tafel schuin wil houden, mijn mond eronder doen en ze allemaal naar binnen wil schuiven. Wees maar niet bang, ik zal me inhouden.

Ik pak alle bonbons die ik het mooist vind en reken ze af. Ze hebben zelfs mooie goud met rode doosjes gemaakt om ze in te doen. Tevreden met een bonbon in mijn mond loop ik terug naar onze tafel. Over alle mensen heen zie ik Daimon al staan en zwaai blij met de bonbons naar hem.

Op dat moment botst er iemand tegen me op waardoor ik op de grond val. Een harde pijnscheut schiet door mijn kont. Ik kijk op en zie dat de jongen wegloopt. In zijn rood met gele jas verdwijnt hij in de menigte.

"Hey! Egoïst!" schreeuw ik hem nog met volle mond na.
Met moeite sta ik op en wrijf pijnlijk over mijn kont. "Me niet eens even overeind helpen, sukkel", mompel ik chagrijnig. Daimon heeft zich tussen de mensenmassa heen gepropt en kijkt me met een bezorgd gezicht aan.
"Gaat het?"

"Nou nee, mijn kont doet behoorlijk veel pijn", antwoord ik geërgerd. "Awhh nu kun je geen bikinimodel meer zijn voor Hunkemöller", zegt Daimon met een pruillipje.
"Shit!" zeg ik terwijl ik met mijn arm een balende beweging maak.
Samen beginnen we te lachen.

Hoe kan hij me toch altijd zo blij maken?

Just one dateWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu