2

302 21 141
                                    

Levi Smit

''Als de wind van verandering waait, bouwen sommige mensen muren en anderen windmolens.''

Eenmaal in het wiskundelokaal aangekomen, zitten Sander en ik achterin naast elkaar zoals we dat altijd deden. Althans dat is wat ik dacht.

Sander gaat zitten op onze vaste plek, maar hij zit daar niet alleen. Op de één of ander manier heeft hij zijn eeuwenoude crush Charlotte naast zich gekregen.

Hoe? Mag mij een worst weten. Ik wil gewoon mijn plek terug.

''San?'' Roep ik verontwaardigd, maar zodra ik merk hoe verliefd hij naar haar staart en met haar begint te kletsen, laat ik het los.

Om eerlijk te zijn heb ik Charlotte nooit leuk gevonden. Iedere keer als Sander een move maakte leek het haar nooit wat te schelen. Ze wuift het iedere keer een beetje weg en doet alsof ze van niets af weet terwijl het overduidelijk is voor de hele school dat hij haar wel ziet zitten. Sterker nog, ik vermoed dat ze alleen maar grappen met haar vriendinnen hierover maakt. Naar mijn mening is ze ook nog weleens bot naar Sander toe. Natuurlijk ben ik blij voor Sander dat hij iemand ziet zitten en dat gun ik hem het liefst, maar hij verdient iemand die veel beter voor hem is.

En het moment wanneer je weet dat iemand beter verdiend, wil je ook gewoon graag dat die persoon iets waardevollers grijpt dan wat ze al hebben.

Met een diepe zucht draai ik me om en tot mijn verbazing heeft iedereen al gauw een plekje bemachtigd. De enige plek die over is, is helemaal vooraan naast een onbekende jongen. Ik schud mijn hoofd en schuif al mijn principes opzij voordat ik naast hem ga zitten.

En bedankt Sander, karma will bite you in the ass.

Het is toch niet alsof ik een ander keus heb, maar soms zou ik mijn beste vriend zich echt voor zijn grote domme kop willen slaan. Herken je dat gevoel?

''Dit is de opstelling die jullie voor de rest van het jaar aanhouden. Eén keer op de verkeerde plek zitten en je vliegt eruit, allemaal begrepen?'' Hoor ik ineens meneer Hoepelman chagrijnig zeggen, wat mij gelijk uit mijn diepe gedachten trekt.

Wacht, wat zegt hij nou?!

Niet je mond open trekken Levi.. Dit heeft je wel vaker in de problemen gebracht. Niet doen.

''Serieus? Hoezo dat nou weer?'' Rolt er uit mijn mond verbaasd voordat ik mezelf kan stoppen.

''Meneer Smit, trekt u zo graag een grote mond of hebt u liever een warmhartig telefoontje aan je ouders?'' Zegt meneer Hoepelman dreigend en duidelijk niet in de stemming op deze heerlijke maandagochtend.

Oké, ik had dus gewoon stil moeten blijven.

Ik leg mijn hoofd verveeld in mijn handen en staar naar het bord, maar al gauw raak ik mijn gehele concentratie kwijt als hij op een slome toon begint te praten over de stelling van Pythagoras. Mijn blik valt op de jongen die naast mij zit.

De jongen pakt vrijwel meteen mijn aandacht met zijn fel uitgesproken groene ogen die zich verbergen achter de glazen van zijn zwarte bril. Gefocust luistert hij naar wat meneer Hoepelman te zeggen heeft waardoor hij zijn kleine neus op een schattige manier ophaalt. Hij heeft lichtbruine haren die rommelig naar boven toe uitsteken en de kleine kuiltjes in zijn wangen zijn niet te missen. Het zonlicht vanuit de ramen valt perfect op zijn gezicht waardoor ik een beter zicht op zijn looks heb en tot mijn verbazing straalt zijn lichte huid met een zachte glans.

Voor een aantal seconden ben ik alles om mij heen vergeten. Sommige mensen hebben die vibe om hun heen dat als je dicht bij ze bent, dat je je gelijk comfortabel en geaccepteerd voelde als je bij hun in de buurt zat: het gaf me een goed gevoel om naar hem te kijken. Hij had iets.

SamuelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu