Hoofdstuk 17

308 17 4
                                    

Wie is 'hem'?

Welk incident heeft er plaatsgevonden dat dit Austin zo ver dreef?

Hoe ver is Austin gegaan?

De mogelijke situaties spelen zich door elkaar af in mijn hoofd wat en koude rilling door mijn lichaam laat kruipen. Ik trek de deken nog wat verder tegen mij zelf aan en staar wezenloos naar de brandende kaars op de salontafel. 

'Hier.' Austin zijn lage stem doet mij ontwaken uit mijn trans. Hij overhandigt mij een kop thee met een bemoedigende glimlach voordat hij in de bank naast mij zakt. Voorzichtig pakt hij een gedeelte van het dekentje en trekt hij die over zich heen.

Na Austin zijn verhaal wou ik zo snel mogelijk door vragen maar hij gaf gelijk heel duidelijk aan dat hij de resterende vragen niet zou beantwoorden. Maar dit is haast erger dan niets weten. Nu blijft mijn hoofd maar scenario's bedenken. Ik bedoel 'in het ziekenhuis geslagen' is nogal breed genomen. Het kan niet Justus zijn want die heeft nooit in het ziekenhuis gelegen, tenzij... het heeft plaatsgenomen toen Justus uit huis ging.

'Ik zie je denken.'

Een donkere schaduw schermt een gedeelte af van zijn gezicht waardoor zijn altijd lichte ogen een donkere gloed bevatten. Hij kijkt... moeizaam. 'Wat is nu de situatie met Nico?'

Ik weet dat Austin had aangegeven dat hij er niet verder over wou praten maar dit is toch echt wel iets wat gevraagd moest worden. Ik bedoel dit ligt niet in het verleden, maar vindt nu plaats. 'Ik regel het wel.' Luid schraapt hij zijn keel als hij zijn lichaam van mij af draait. Ik bijt letterlijk op mijn tong om mij in te houden om niet meer aan hem te vragen. 'Hoe dan?'

Zuchtend haalt Austin een hand door zijn haar en voor een seconde te lang blijft hij stil.

'Gewoon.' Hij weet overduidelijk niet hoe en dat maakt mij best wel bezorgd. 'Kunnen wij het alsjeblieft nu laten rusten en verder genieten van onze vakantie?' Ondanks dat Austin het vraagt laat de eisende ondertoon mij automatisch ja knikken. Voor nu... denk ik dan in mijn achterhoofd.

Austin en ik praten nog voor een tijdje om allebei onze gedachten van het onderwerp af te laten dwalen. Na een tijdje vertrekt hij weer naar huis en bevind ik mij alleen in mijn kamer. En toch zodra mijn oogleden zwaar beginnen te worden en de wereld langzaam zwart kleurt schiet Austin en zijn hele drugs gebeuren weer in mijn hoofd.

#

'Ik maak geen grap over 5 minuten staan wij voor de deur.'

Ik masseer mijn slapen met mijn wijsvingers en neem een slok van mijn koffie. 'Ja moet je doen.' Ik werp een blik op mijn telefoon die op luidspreker op de tafel ligt. Joyce haar naam staat met koeienletters in het scherm, maar halverwege het gesprek kwam ik op luidspreker terecht en nam Austin het gesprek over. 

'We willen op tijd vertrekken he?' Ik knik en bedenk mij dan dat ze mij niet kunnen zien en mompel dan een ja. Normaal sta ik altijd wel op tijd op en ben ik fris en fruitig, maar ik heb zo slecht geslapen. Ik kreeg het hele verhaal van Austin maar niet uit mijn hoofd en heb er enorme nachtmerries over gehad.

'Wij rijden nu je straat in.'

Leuk voor je.

Ik neem een grote slok koffie maar spuug het allemaal weer uit als de loei hete vloeistof bijna de binnenkant van mijn mond eruit brandt. Heel aantrekkelijk dit weer. Ik werp snel een blik op mijn witte topje en haal opgelucht adem als ik er geen koffie vlekken op zie zitten. 'We zijn er. Beter kom je nu naar buiten, anders kom ik je halen.' Ik rol met mijn ogen en verzamel mijn spullen bij elkaar. 'En hoe wou je dat gaan doen? Het is niet alsof je hier binnen kan komen zonder sleutel.'

Summer AirWhere stories live. Discover now