3

15 2 0
                                    

Toen ik de volgende ochtend wakker werd had ik een warm gevoel. Ik stond op en kleedde me aan. Ik liep naar de aula en toen ik Liam zag begon mijn hard sneller te kloppen. Hij liep naar me toe en zei: 'Goedemorgen. Lekker geslapen?' 'Ja hoor na die kus viel ik heel snel in slaap'. Antwoordde ik. Hij grinnikte. Ik dacht terug aan gisteravond. Want wat er gister avond gebeurde was dit - na de lange stilte draaiden we onze hoofden naar elkaar en keken elkaar aan. Hij boog zijn hoofd naar mijn hoofd en gaf me een zachte tedere kus. Ik was verbaast maar toen boog ik mijn hoofd naar voren en gaf hem een kus. - We liepen naar de tafels van onze families en mijn moeder keek me bezorgd aan. Waarschijnlijk had ze me gisteren naar buiten horen gaan. Toen we klaar waren met eten kwam mijn moeder naar me toe en zei: 'Is alles goed met je?' 'Ja hoor het gaat wel'. Antwoordde ik. Ik wilde niet dat zij zag dat ik van streek was. Ze gaf me een knuffel en zei: 'Alles komt goed'. 'Weet ik'. Zei ik zachtjes. Mijn moeder liep verder de gang op. Ik draaide me om en liep terug naar Liam. Ik fluisterde tegen Liam: 'We moeten praten'. 'Is goed. Waar?' Fluisterde hij terug. 'Ons bankje'. Zei ik knipogend naar hem. Na het eten liepen we allebei zo onopvallend mogelijk naar ons bankje toe. Dat is het bankje waar we gisterenavond op zaten. Ik was er als eerst. Hij kwam naast me zitten en vroeg: 'Waarover wilde je praten?' Hij zei het zo luchtig mogelijk maar ik hoorde een beetje angst in zijn stem. Ik antwoordde: 'Over dit ons'. 'Wat is er met ons?' Vroeg hij. Ik zei: 'Zijn wij nu een koppel of nog gewoon vrienden? En als we een koppel zijn gaan we het dan vertellen aan mensen??' Ik schrok er een beetje van hoe ik het zei ik wilde het luchtig brengen maar het kwam als bakken uit de lucht vallen. Na een lange stilte zei hij: 'Ik weet het niet. Maar wat ik wel weet is dat ik van jou hou.' Ik schrok van die woorden maar liet het niet zien. Hoelang was hij al verliefd op mij? Ik weet niet of ik klaar ben voor een vriendje. Maar aan de andere kant het is oorlog misschien overleef ik het niet. Dus ik dacht waarom niet? Ik zei: 'Oké ik zal je vriendinnetje zijn'. Hij keek blij maar tegelijkertijd een beetje gekwetst. Was dat omdat ik nog niet weet of ik van hem hou? Ik zei tegen hem: 'Ik moet mijn gevoelens nog een beetje ontdekken over jou.' Hij zei: 'Oké neem je tijd. Wil je het aan mensen vertellen of geheim houden?' Ik antwoordde: 'Laten we niks zeggen maar ook niet geheimhouden'. 'Oké'. Zei hij. We liepen weer naar binnen en we gingen naar een woonkamer. Toen we een woonkamer in liepen zaten Grace en Caleb net iets te dicht bij elkaar en hadden hun handen in elkaar gevlochten. Ze schrokken toen we binnenkwamen. Ze lieten meteen elkaars handen los. Maar wat ik niet doorhad was dat ik nog steeds de hand van Liam vasthad. En toen barste we allemaal in lachen uit. We vertelde de waarheid tegen elkaar. Want anders zouden we allemaal weten dat het samenwerken minder goed zou gaan. Ik had geen zin om de hele tijd in de woonkamer te blijven dus ik ging naar Bing om te vragen hoe de stand van zaken was. Bing was niet op zijn kantoor. Dus ik ging naar de trainingshal om training te geven. Toen ik in de trainingshal aankwam waren er allemaal mensen. Ik wilde me net omdraaien om weer terug naar mijn kamer te gaan maar Bing riep me. Ik liep naar hem toe om te vragen wat er aan de hand was. Bing zei: 'Het leger houd het waarschijnlijk minder lang vol dan dat we gehoopt hadden. Dus moeten we eerder ingrijpen. Jullie team krijgt de leiding voor de missie op het slagveld. Dus ik heb Liam, Caleb en Grace laten roepen en jullie moeten nu trainen met deze mensen.' Ik was blij maar ook bang. Want als er mensen zouden overlijden zou dat mijn schuld zijn... Maar ik zei tegen Bing: 'Oké.' Even later kwamen Liam, Grace en Caleb binnen. We kregen een oefenopdracht van Bing. We gingen voor de groep staan en Liam las de opdracht voor: 'Er zijn overal robotsoldaten verstopt en we moeten er voor zorgen dat in onze groep niemand 'overlijd' maar de robotsoldaten moeten allemaal worden uitgeschakeld. We krijgen zo meteen allemaal een pak aan als er op word 'geschoten' ben je af en dan heeft onze missie gefaald.' Ik zei: 'Ga allemaal naar de kleedkamers voor de pakken dan zien we jullie zo.' Even later had iedereen zijn pak aan. We moesten in een bunker gaan zitten en wachten op lampje die aan moest gaan. Ik had de leiding genomen en verteld hoe we het gingen doen. Ik had 4 groepen gemaakt. We zouden allemaal een andere kant opgaan. Het lampje ging aan we gingen allemaal de bunker uit. Ik startte mijn drones op om de boel te verkennen. De rest van mijn groep hadden de drones op schild stand gezet. We liepen door een nagemaakte stad. En ineens vanuit het niets werd er geschoten. Met wel nep schoten natuurlijk maar het zag er zo echt uit. Ik keek door mijn geweer en zocht naar de schutter. Ik zag hem en ik schoot een keer. Ik keek achter om of iedereen nog in orde was en toen dat zo was gingen we verder. 'Iedereen kijk om je heen en als je iemand ziet schiet meteen.' Zei ik. Ze knikte allemaal en ze begonnen om zich heen te kijken. Binnen een half uur kreeg ik te horen dat alle robotsoldaten uitgeschakeld waren. Ik ging naar mijn kamer om te douchen. Ik was heel gestrest om de missie te vervullen. Vandaag ging het wel goed maar je weet maar nooit. Ik liep naar de aula voor de lunch. Ik zag mijn familie zitten en liep naar hen toe. Julia zei: 'Hoi Faith. Kunnen we vanmiddag iets samen doen ik zie je zo weinig op het moment'. Ze had gelijk ik was de hele tijd bezig met trainen en zo. Dus zei ik: 'Leuk wat wil je doen?' 'We kunnen samen pianospelen?' 'Ja leuk ik kan wel wat afleiding gebruiken'. Toen Julia en ik klaar waren met eten gingen we naar een woonkamer om piano te spelen. We waren de hele tijd zo bezig nieuwe liedjes te leren spelen dat ik niet door had dat Liam al een tijdje in de deuropening naar ons stond te kijken. Toen onze ogen elkaar vonden glimlachte hij flauwtjes. Ik glimlachte flauwtjes terug. Hij leek erg in zijn gedachte verzonken te zijn. Zo zag ik hem de laatste tijd steeds vaker. Was dat omdat hij van me hield en me niet kwijt wilde of was het wat anders. En als het iets anders was wat dan? Hij liep naar ons toe en zei: 'Hallo dames'. 'Hallo'. Zei ik terug. 'Mag ik Faith even lenen Julia?' Vroeg Liam. 'Ja hoor'. Zei Julia en ze gaf me een knipoog. Ik glimlachte terug en liep samen met Liam naar de gang. Liam liep naar een soort hoek waar niemand ons makkelijk kon zien. Ik liep achter hem aan. Toen we daar allebei stonden leunde Liam zijn hoofd naar voren en kuste me. En daar was dat warme gevoel vanbinnen weer. Toen de kus voorbij was deed hij een klein stapje naar achteren zodat hij iets kon zeggen. Van zijn gezicht af te lezen had hij moeite om me iets te vertellen. Toen hij een paar keer diep in en uit had geademd begon hij: 'we moeten morgen naar de grens'. 'Wat?! Nu al?' Antwoordde ik paniekerig. 'Ja. En je moet een speech geven aan het hele team'. Daar schrok ik van want ik was niet goed in speeches verzinnen. Ik zei: 'Oké. Ik ga dan maar een speech schrijven. Wanneer moet het af zijn?' 'Vanmiddag'. Zei Liam. 'Oké doei tot vanmiddag'. Zei ik. 'Tot vanmiddag'. En we kuste nog een keer. Ik liep naar mijn kamer ging aan het bureau zitten met pen en papier. En ik probeerde iets te bedenken. Maar het lukte niet. Ik besloot naar buiten te gaan en op het bankje te gaan schrijven. Er was iets veranderd buiten. Mensen waren heel de tijd op aan het letten ze waren op hun hoede. Ik keek fascinerend naar de mensen. Ik zag geen jonge jongens waarschijnlijk zaten ze in het leger. Nu dood te gaan bij de grens. En ik ga daar morgen heen om te helpen. De tijd vloog voorbij en ik merkte dat het tijd was voor de speech. Maar ik had nog steeds niks opgeschreven. Ik ging naar binnen en stapte de lift in. Ik ging naar de zaal waar ik mijn speech moest houden. Toen ik de zaal binnenkwam was iedereen er al. Ik liep naar de spreekgestoelte. Ik was echt heel zenuwachtig omdat ik niks had voorbereid. Toen ik achter de spreekgestoelte stond schraapte ik mijn keel en begon met praten. 'Hallo allemaal'. Ik keek naar Liam en ineens schoot het me te binnen. 'We gaan de vrede morgen terug brengen. Er is geen proberen het is doen. Wij zijn broeders en zusters zo moet je elkaar ook behandelen. Dus bescherm elkaar, let op elkaar en help elkaar. Ik ben de eerste die op het land stapt en de laatste die het verlaat. Ik neem iedereen weer mee terug. Ik wil de mensen vrede terug brengen en dat gaan wij doen ook! Wat vinden jullie?' Het hele team schreeuwde: JA! JA! JA! JA! JA! JAAAAA! WOOOOOOOW!' En ze klapte en juichten. 

The LionsWhere stories live. Discover now