- 1 - Een brief voor hem

78 10 11
                                    

Lieve Niels,

Mijn psycholoog vertelde me dat het soms beter was om dingen op te schrijven dan alles altijd maar op te kroppen. Daar ben ik het natuurlijk niet mee eens, want je weet best dat ik kampioen ben in het opkroppen van mijn emoties.

Maar goed, ik zou ik niet zijn als ik haar niet in ieder geval probeer te bewijzen dat ze ongelijk heeft. Ze zei dat ik op liefdesgebied erg blokkeer, dus schrijf ik wel een brief aan een jongen die ik leuk vind. Ik denk dat de namen van minstens tien jongens achter 'lieve' hebben gestaan, puur en alleen omdat ik niet wist wie ik moest kiezen. Toch kwam ik steeds weer terug bij jou. 


Jij en ik weten allebei dat ik een crush heb op de eerste de beste lange gast met een tattoo en een lekker kontje. Dat is niet iets waar ik ooit een geheim van heb gemaakt, tot jouw grote ergernis. Het is gewoon wraak, zal ik je eerlijk zeggen, want ik moet ook altijd toekijken hoe jij bij iedere meid met grote borsten je kin op je borst laat zakken. Fucking typisch. 

Hoe lang ken ik je nu al, Niels? Negen jaar? Bijna tien? Ik leerde je kennen toen ik verhuisde en hoewel er zat meiden in de straat waren, was ik altijd al meer het meisje dat liever omging met jongens dan met meiden. Minder drama, dat zei ik altijd. 

Natuurlijk wist ik niet dat jij ondertussen dertig Oscars op je kast had staan voor 'Meest dramatische optreden', 'Beste jankscène', en 'Grootste aansteller ooit'. 

Toch werden we vrienden, beste vrienden zelfs. Ik was tien toen ik je leerde kennen en moet zeggen dat ik het grappig vind dat we vrienden zijn geworden. Ik als meest jongensachtige meisje en jij als meest jankerige jongen ooit. En mocht het ooit gebeuren dat je dit leest: ga het nou niet ontkennen, ik wéét dat je gehuild hebt toen we The Ring keken toen we net twaalf waren. Ik zat ernaast en hoe slecht het ook is voor je ego, het is nu eenmaal de waarheid. 

Maar goed, ik schrijf deze brief niet om je ego nog meer in te deuken dan ik normaal gesproken al doe. Ik schrijf deze brief om je toch wel iets te bekennen. Iets dat ik altijd heb ontkent, maar dat wij (en eigenlijk de hele buurt) al jaren weten. 

Ik heb een extreme zwak voor je. Al sinds we op ons zestiende voor het eerst met elkaar zoenden. Ik weet niet eens meer wáárom precies we dat deden. Misschien omdat we allebei op een kwetsbare plek waren, met mijn moeder en haar borstkanker en mijn opa met zijn huidkanker en jouw ellendige liefdesleven en nog wat dingen die je me niet wilde vertellen. Niet dat ik jou wel vertelde over waar ik me doorheen moest slaan, want daar waren we allebei te trots voor. We wisten dat er iets was en dat was genoeg. Ik ken je en weet het gelijk als iets je dwarszit. Maar goed, dat in combinatie met alcohol gaat natuurlijk nooit goed. Ik was wanhopig voor vergetelheid, om even de wereld te vergeten, en jij... ja, ik weet het niet. Misschien had jij wel hetzelfde, maar toch schrijf ik het toe aan die puberale hormonen van je die je ertoe aanzette mij te zoenen. 

Ik zal je zeggen dat ik echt maar één keer zulke gevoelens heb gehad als ik met iemand zoende. Het was alle clichés op een stokje toen onze lippen elkaar aanraakten. Vuurwerk, vlinders, tintelingen en zelfs een vleugje 'Misschien-is-hij-de-Ware!'. 

Een week later zoenden we voor de tweede keer en ook deze keer voelde weer geweldig. Ik heb dagen lang geglimlacht op niets af. Maar ja, hierbij kwam weer die trots van ons te pas. Ik zou voor geen goud de eerste zijn om te zeggen dat ik je toch wel heel leuk vond en jij zou liever sterven dan toegeven dat je een gevoelige rotzak was. En dus passeerde het moment en bleef de kus in de lucht hangen. 

Onze zoen was een soort scheet: je rook het wel en wist dat het was gebeurd, maar je hield je mond dicht, want stel je voor dat iemand anders het rook? 

En dat was het moment dat ik veranderde in dat zwakke meisje als ik jou zag. Iedere keer werd ik herinnerd aan die zoenen en het gevoel dat je me had gegeven - alsof ik niet totaal wanhopig was, maar een kans had op liefde. 

Natuurlijk bleven we altijd vrienden en is het na ons zestiende niet meer gebeurd, maar toch hangt het steeds weer om een zijden draadje. Iedere keer als we een tosti na het uitgaan eten en iedere keer dat ik naast je in slaap val. Iedere keer weer als we elkaar net te lang aankijken en zelfs als we hallo zeggen. Ik weet dat we allebei hetzelfde denken en ik weet dat we allebei te laf zijn om er op in te gaan. 

Want in die tijd is er zo veel gebeurd en zijn we allebei zo bang geworden. Je geeft het niet toe, maar Niels, kom op, ik ken je al zo lang. Net als dat jij van mijn rampzalige liefdesleven weet, weet ik van jouw enigszins nog rampzaligere verhalen. 

En weet je wat het nog erger maakt allemaal? Onze ouders, vrienden en eigenlijk zelfs onze buren, die ons al jaren samen zien en nog altijd hopen dat er iets gaat gebeuren. Iedere keer als we naast elkaar lopen, hoor je wel ergens 'Go Niels!' of vertelt iemand me wel 'Once you decide to open it up, get something to fill it up, wat wel gaat lukken met Niels met zijn twee meter lang'. Of hoe jouw ouders me al jaren mee op vakantie vragen en mijn ouders je al jaren 'schoonzoon' noemen. Al zo lang moeten we aanhoren dat we perfect voor elkaar en al jaren moet ik ze vertellen dat ik je te lang ken om nog iets voor je te voelen. 

Het liegen is niet het erge, daarmee kan ik leven, het is het feit dat ze stuk voor stuk gelijk hebben en dat we echt perfect voor elkaar zouden zijn. Het is het feit dat we echt al jaren rondjes om elkaar heen dansen en de kans bestaat dat we later echt samen eindigen. Het is het feit dat we waarschijnlijk allang samen waren geweest als we niet zo laf waren. Als we gewoon onze trots opzij hadden gezet en het aan elkaar hadden verteld. 

Want ik ben niet bang voor de afwijzing, weet je? Ik ben bang voor wanneer je me niet afwijst. Hoe moet het dan verder? Ik verander nu al in drab als ik je zie, met die irritante, sexy scheve grijns van je en die twinkeling in je ogen als je praat over iets dat je leuk vindt. Nu al ben ik dat wanhopige meisje, terwijl we niet eens samen zijn. Ik haat dat meisje. En ik wil haar niet zijn, dus hou ik iedereen op afstand. 

Maar goed, waarschijnlijk ben ik wel duidelijk geweest over wat ik wil zeggen. Ik ben verschrikkelijk, tot over mijn oren, vuurwerk-vlinder-gewijs en wanhopig op je verliefd, Niels. En hoe geweldig ik dat gevoel ook vind, ben ik ook zó bang. Want ik ben niet het sterke meisje, zoals ik misschien wel over kom, ik ben gewoon een meisje. Een mens. 

En ik hou van je, meneer 'Ik-heb-niet-gejankt-je-liegt' Niels.

Goed verhaal, lekker kortWhere stories live. Discover now