04. WELL, I DONT LIKE HIM ANYMORE

259 20 34
                                    

O4. WELL, I DONT LIKE HIM ANYMORE.

"WE MOETEN PRATEN." Woensdagavond wordt ik verrast door Arwen, die opeens voor mijn deur staat. Ze stapt naar binnen en kijkt me met een serieuze blik aan. "Sofie heeft me iets verteld, en ik maak me eerlijk gezegd nogal zorgen." Nadat ze haar schoenen heeft uitgedaan en in de hoek van de gang heeft gesmeten, loopt ze de woonkamer binnen. "Wauw, wat een rotzooi." Ze legt de paar boeken die op de bank verspreid lagen op het bijzettafeltje en gaat vervolgens zitten. "Maar goed, ik ben hier niet om te kijken hoe schoon je huis is."

Ik neem twijfelend naast haar plaats, niet wetend wat ik moet verwachten. Even schiet er een vlaag van paniek door me heen. Wat als ze het weet?

"Sofie zei dat je weer eens had lopen tekenen."

Ik kijk haar even niet begrijpend aan, maar dan herinner ik me de schets van Jonathan weer. O, het gaat daarover. Ik blaas mijn adem, die ik blijkbaar had ingehouden, enigszins opgelucht weer uit. Het gaat niet over mijn moeder, maar over Jonathan. Maar al snel wordt de paniek van een paar seconde geleden vervangen door irritatie. Want ik wéét hoe deze conversatie gaat lopen. Ik heb hem namelijk al een keer eerder gevoerd. Een half jaar geleden, om precies te zijn. En ik wil het het liefst bij die ene keer laten.

"Ik verveelde me gewoon, oké?" begin ik mijn overtuigingspoging wanhopig. Arwen moet niet denken dat ik hem nog leuk vind. Niet nu het eindelijk de goede kant op gaat. "Ik vind hem niet meer leuk. Althans, bijna niet meer. Maar het gaat vast niet heel lang meer duren. Echt waar."

Arwen lijkt mijn verklaring niet echt te geloven. Ze trekt een wenkbrauw op en kijkt me met een ik-geloof-geen-zak-van je-verhaal blik aan. "Luister Nolan, ik vind het prima als het nog zo is. Je hoeft  er niet over te liegen, begrijp je dat? Ik zie echt wel dat je nog steeds je blik afwend als ze elkaar een kus geven. En dat snap ik, maar je moet gewoon begrijpen dat Jonathan heel gelukk-"

"Ik weet het," onderbreek ik haar. Alsof ik die woorden die ze toen tegen me zei ooit ga vergeten.

"Het spijt me, maar ik denk niet dat hij je leuk vind."

Natuurlijk had ik die conclusie destijds ook al wel getrokken, maar het deed toch meer pijn toen Arwen het tegen me zei. Het maakte alles veel echter. Alsof het enige beetje hoop dat ik had gekoesterd, als sneeuw voor de zon was verdwenen. Al was het überhaupt belachelijk dat ik hoop had gehad, want ik heb maandenlang al zijn romantische praatjes aan moeten horen. Adam dit, Adam dat. Natuurlijk was ik blij voor hem, nu nog steeds trouwens, maar ik ga niet ontkennen dat ik het af en toe bloedirritant vond. Het is niet eerlijk tegenover Adam, hij is een prima gast, maar in het begin mocht ik hem écht niet.

Ik heb wel eens op het punt gestaan om het tegen hem te zeggen. Best vaak zelfs. Maar elke keer was er een stemmetje dat me tegenhield. Iets zei me dat het geen goed idee was om het hem te vertellen. Dat ik onze hele vriendschap zou verpesten als ik het zou zeggen. Het is gewoon beter als hij het niet weet. Waarschijnlijk ga ik het nooit tegen hem zeggen. Dat is het beste. En ik heb die gedachte maar geaccepteerd.

"Ik vind het soms gewoon moelijk om ze samen te zien, dat is alles. Maar ik ben wel echt heel blij voor hem," zucht ik. "Het is gewoon- Ik heb hem zó lang leuk gevonden. Dat maakt het allemaal extra zuur. Ik weet niet zo goed hoe ik me voel, eerlijk gezegd." Waarom is verliefdheid ook zo ingewikkeld?

Arwen knikt begrijpelijk. "Ja, dat snap ik wel." Ze denkt kort na, voordat haar welbekende grijns weer op haar gezicht verschijnt. Ik huiver, want ik weet al dat ze een of ander duivels plannetje aan het bedenken is. En waarschijnlijk ga ik het niet waarderen.

"Waarom gaan we niet gewoon op zoek naar een nieuw iemand?" vraagt ze enthousiast. "We kunnen je gaan koppelen!"

Help.

Ik schud langzaam mijn hoofd en kijk Arwen ongelovig aan. Ik ben net over Jonathan aan het heenkomen en ze wil me nu al gelijk naar de volgende doorschuiven? "Dat gaan we dus niet doen," antwoord ik dan ook stellig. Als er iets is waar ik wel klaar mee ben, zijn het koppelpogingen van Arwen.

"Ja wát?" Arwen lijkt oprecht verbaasd dat ik geen fan ben van haar plan.          "Denk je dat de liefde van je leven toevallig tegen je aanbotst in de supermarkt ofzo? Je moet er wel een beetje moeite voor doen!"

Ik lach spottend. "Ja, want de laatste keer dat ik geprobeerd heb om er moeite in te steken heeft dat wél goed uitgepakt." Het sarcasme druipt er nog net niet vanaf. "En ik geloof zeker dat je de liefde van je leven kan tegenkomen in een supermarkt. Misschien is die van mij al lang tegen me opgebotst."

Opeens schiet Justin door mijn hoofd, die twee dagen geleden tegen me is opgebotst. In een supermarkt, nota bene. Ik frons. Waarom moet ik nou weer aan hem denken? Het is nou niet zo dat Justin en liefde van mijn leven goed bij elkaar in één zin passen. Verre van zelfs. Ik besluit gauw van onderwerp te veranden, zodat ik niet meer aan hem denk.

"We kunnen het voor de verandering ook eens over jouw liefdesleven hebben. Hoe zit het nou met Michiel?" Ik wiebel met mijn wenkbrauwen en stoot haar plagend aan, maar Arwen kijkt moeilijk weg. "O, geen goed nieuws?" De verbazing is duidelijk in mijn stem te horen. Ik dacht echt dat die twee een klik hadden.

Mijn beste vriendin haalt haar schouders op. "Ik weet het gewoon niet," mompelt ze gefrustreerd. "Ik vind hem wel leuk, maar ik weet gewoon niet zo goed wat ik er mee moet. We hebben wel eens geflirt, maar daar bleef het altijd bij. Ik heb nog nooit een relatie gehad, dus ik heb geen idee hoe dat werkt. Ik zoen alleen maar wat op feestjes en dat heb ik altijd prima gevonden. En nu wil ik een keer wél voor iets serieus gaan, en dan weet ik niet of hij dat wel wil." Ze klinkt teleurgesteld en onzeker. Van de Arwen die normaal altijd over een grote dosis zelfvertrouwen beschikt, is nog maar weinig over.

Ik probeer haar een beetje op te fleuren. "Ik weet wel zeker dat hij iets wil." En dat is niet eens gelogen, want Adam heeft meerdere keren gezegd dat zijn beste vriend Arwen wel leuk vind. "Maar wellicht heb je het probleem zojuist al benoemd. Je zoent de hele tijd op feestjes. Hoe denk je dat dat voor hem is als hij je wel echt leuk vind? Ik denk niet dat zijn zelfvertrouwen er van stijgt. Waarschijnlijk is hij verward en denkt hij dat jij hém niet leuk vind."

Arwen denkt kort na over mijn woorden en knikt dan langzaam. "O," weet ze stamelend uit te brengen. "Dat is eigenlijk inderdaad best verwarrend."

Ze glimlacht even. "Misschien moet ik maar eens met hem gaan praten." En dan voegt ze er iets zelfverzekerder aan toe: "Wacht, ik kan ook nú met hem gaan praten."

Ik kan niks anders dan grijnzen, want dit is de Arwen weer die ik ken. De Arwen die niet bang is en met de meest impulsieve dingen komt.

"Ja, ik ga dit gewoon doen." Ze staat op en haast zich richting de gang. Voordat ze de deur opentrekt, kijkt ze nog één keer om. "Bedankt voor je advies. Als jij nog een keer liefdestips wil hebben, ben je van harte welkom."

Ik rol met mijn ogen. "Ja, ik denk niet dat ik binnenkort van die tips gebruik ga maken!" roep ik nog, maar ze heeft de deur al dichtgetrokken.

Ik sluit even mijn ogen en geniet van de stilte. Ik hou van Arwen, maar ze kan nooit haar mond houden, en soms vind ik het gewoon fijn als er niemand praat. De stilte is echter van korte duur, want Arwen is nog niet eens een minuut weg, of ik wordt gebeld.

Mijn adem stokt in mijn keel als ik zie dat het het ziekenhuis is. "Ja?" vraag ik twijfelend. Mijn stem trilt een beetje. Ik haat het als ik door het ziekenhuis wordt gebeld, want ik ga elke keer van het ergste uit. Het zorgt ervoor dat ik altijd een halve hartverzakking krijg als mijn telefoon gaat. Nu is het niet anders. Sterker nog, het angstige gevoel is erger, want de man aan de andere kant van de lijn klinkt nogal serieus.

"Nolan Groenewegen?" Ik bevestig dat ik dat inderdaad ben en dan gaat hij verder met praten. "Ik denk dat het verstandig is als u even langskomt." Hij pauzeert even voordat hij de woorden uitispreekt waardoor ik alleen maar meer in paniek raak.

"Het liefst zo snel mogelijk."

xxx

Ik kon niet wachten met updaten, dus ja vandaar nog een hoofdstuk. Omdat ik nu vakantie heb :D.

broken hands & hearts.Unde poveștirile trăiesc. Descoperă acum