23. COMPLICATED

236 18 35
                                    

23. COMPLICATED


''Misschien is het beter als we iemand bellen.''

''Kan zijn familie niet komen?

''Ik heb gehoord dat zijn tante morgenochtend komt, dus dat zit wel goed.''

''Moeten we geen dokter bellen?''

''Een dokter? Is dat niet een beetje overdreven?''

''Hallo, kijk dan naar hoe hij eruitziet.''

''Jongens, ik zit hier gewoon bij en ik kan jullie gewoon horen hoor,'' mompel ik zachtjes. Zodra ik de woorden heb uitgesproken onderbreken mijn vrienden hun discussie en kijken ze me verbaasd aan. Dit is het eerste dat ik tegen ze heb gezegd, terwijl ze hier toch al meer dan twee uur zijn. Dit is het eerste dat ik überhaupt heb gezegd in de afgelopen twee dagen.

Het is nu twee dagen geleden dat ik afscheid heb genomen van mijn moeder. Twee dagen, en ik heb nu al het idee dat ik kapot ben. Ik voel me slapper dan ooit, net als een leeggelopen ballon. De afgelopen dagen heb ik continue doorgebracht in mijn moeders kamer, en als Arwen er niet op had gestaan dat ze met de hele groep langskwamen, had ik er waarschijnlijk nu nog steeds gezeten.

''Het spijt me.'' Arwen glimlacht verontschuldigend. ''We maken ons gewoon zorgen. Je ziet witjes en je ogen zijn heel erg rood. Heb je wel goed gegeten?''

Ik open mijn mond om 'ja' te zeggen, maar sluit hem weer als ik me besef dat ik dan lieg. Ik heb nauwelijks wat gegeten, op wat droge boterhammen na. Meer kreeg ik simpelweg niet door mijn keel.

Ik weet zelf ook wel dat ik er slecht uit zie. Ik heb niet naar mezelf in de spiegel gekeken, maar dat hoeft ook niet. Ik voel me bagger, op zijn zachts gezegd. En ik heb geen spiegelbeeld nodig om dat te weten.

''Is er echt niks dat we voor je kunnen doen?'' vraagt Jonathan dan. Ook hij kijkt me met een blik vol medelijden aan. Langzamerhand wordt ik er gek van. Hij kijkt hetzelfde zoals alle dokters naar me keken toen ze mijn moeder van de beademing afhaalde. Ik weet niet hoe veel van dat soort blikken ik nog aankan voordat ik compleet door ga draaien.

Ik antwoord niet op Jonathan, wat hem laat zuchten. Mijn vrienden willen dat ik me meer voor ze open stel, maar dat vind ik gewoon lastig. Ik heb er al zo lang over gedaan om überhaupt aan ze te vertellen dat mijn moeder ziek was. Ik vraag me af hoe het was gegaan als Justin er niet was geweest.

Justin. Zodra ik aan hem denk schieten de beelden van vrijdagavond weer door mijn hoofd. Het optreden. Zijn vrienden. De kus. Hoe goed die kus voelde. Hoe graag ik het nog een keer zou willen doen. Het moment was perfect, maar het kreeg al gauw een bittere nasmaak. Justin heeft ook nog niks van zich laten horen. Niet gebeld, niet geappt, niks. Hoewel ik het niet wil toegeven, moet ik toch bekennen dat het pijn doet. Ergens had ik gehoopt dat hij zou zeggen dat dit allemaal een misverstand was, en dat hij die kus wel meende. Maar nu weet ik dat dat slechts een mooie droom is, en dat ik maar beter niet te veel hoop kan hebben. Ik ben al genoeg teleurgesteld geweest.

''Hoe zit het met Justin?'' Het is net alsof Sofie weet dat ik op dit moment aan hem denk. ''Kan hij niet langskomen? Hij weet je vast wel op te vrolijken.''

Ik schud mijn hoofd. ''Nee,'' zeg ik snel. Mijn stem klinkt schor, en dat is wat me verraad. Arwen kijkt me peilend aan. ''Is er iets gebeurd tussen jullie twee?''

Ja. ''Nee.''

Arwen fronst. ''En dat weet je zeker?''

Nee. ''Ja.''

''Hou op met die leugens. Ik heb jullie zien zoenen.''

Wacht. Wat!?

Ik kijk verschrikt op naar Arwen en staar haar met grote ogen aan. ''Ik-,'' stamel ik, maar ik weet niet eens wat ik wil zeggen. Ze heeft ons gezien!? Waarom zegt ze dat nu pas?

Arwens grijns wordt alleen maar groter zodra ze mijn reactie ziet. ''Ha, ik wist het!'' Ze klapt enthousiast in haar handen. ''Ik heb helemaal niets gezien. Maar aan je reactie te zien hebben jullie wel wat gedaan. Of heb ik het soms mis?'' Ze wiebelt met haar wenkbrauwen.

Ik word rood en begraaf mijn handen in mijn gezicht. Arwen is echt ongelofelijk als het op dit soort dingen aankomt. ''Oké, oké,'' geef ik toe, want wat voor nut heeft het nog om te ontkennen? ''Misschien hebben we gezoend.'' Ik bijt op mijn lip. ''Maar wat het ook was tussen ons, het is klaar nu.''

Arwen merkt de teleurgestelde toon in mijn stem op, want ze kijkt opeens een stuk minder enthousiast dan net. ''Wat is er gebeurd?''

Ik zucht. ''Ik-eh, ik kreeg een paniekaanval.'' Zodra ik het woord 'paniekaanval' heb gezegd, kijken mijn vrienden me alleen nog maar bezorgder aan. ''Ik heb het nu twee keer gehad. Beide keren was Justin er bij. De eerste keer kreeg hij me kalm, maar afgelopen vrijdag lukte het niet. En toen kuste hij me. Maar achteraf vroeg hij of het had gewerkt om me rustig te krijgen. Hij deed het dus alleen maar zodat mijn paniekaanval wegging, niet omdat hij me leuk vind.''

Even staren mijn vrienden me allemaal met open mond aan. Dan schudt Arwen haar hoofd. ''Nee,'' zegt Arwen resoluut. ''Bullshit. Ik heb Justin maar twee keer gezien, maar beide keren heb ik niemand ooit zo verliefd zien kijken zoals hij naar jou kijkt.''

Sofie en Jonathan knikken allebei. ''Precies,'' vult Sofie aan. ''Is dit niet gewoon een misverstand? Misschien raakte hij juist in paniek en bedacht hij een smoes.''

Ik haal mijn schouders op. Natuurlijk zou ik willen dat dat het was. Maar waarom heeft Justin dan niks van zich laten horen? Wat mij betreft bevestigt dat alleen maar dat hij die kus als een fout ziet. Als iets wat hij alleen maar deed om mij te helpen. Maar hij heeft me helemaal niet geholpen. Hij heeft de dingen alleen maar ingewikkelder gemaakt.

Ik merk dat ik eigenlijk niet meer over Justin wil praten. Mijn energie begint op te raken en ik wil het liefst gewoon weer in mijn bed kruipen. ''Zullen we anders morgen na school weer langskomen? Ik denk dat het beter is als we nu weer gaan. Morgen hebben we een proefwerk, en ik moet eigenlijk nog leren.'' Jonathan glimlacht naar me en staat op. Hij weet dat ik moe ben en nu liever alleen wil zijn.

Sofie en Arwen volgen zijn voorbeeld. ''Misschien is dat maar beter inderdaad. Wil je alsjeblieft bellen als er iets is?''

Ik knik zachtjes, al weet ik vrij zeker dat ik dat niet ga doen. Mijn vrienden zwaaien en lopen dan naar de gang. Zodra ik de deur dicht hoor vallen, sta ik op en loop ik de trap op, richting mijn moeders kamer. Ik laat mezelf op het grote bed vallen en verstop me in de dekens. Nu ruiken ze nog naar haar, en ik probeer het moment dat ze in de was moeten zo lang mogelijk uit te stellen.

Ik kijk naar het nachtkastje naast het bed, waar een foto van mij en mijn moeder opstaat. We kijken allebei lachend in de camera. Het is een foto van lang geleden, voordat mijn moeder ziek werd. Ik denk dat ik een jaar of zes was.

Ik pak het lijstje vast en strijk met mijn vingers over het glas. Dan denk ik aan Justin, en aan hoe graag ik had gewild dat mijn moeder hem had leren kennen. ''Je had hem geweldig gevonden,'' mompel ik met een glimlach, en ik druk een kus op het lijstje. 

Nog maar één hoofdstuk mensen! Ik ga echt mijn best doen om het vandaag af te krijgen zodat ik het vanavond nog kan plaatsen!

broken hands & hearts.Where stories live. Discover now